Posts tagged ‘witwasbestrijding’

21 januari 2022

Leerzame boetes van een toezichthouder met vele petten | Wwft

door Ellen Timmer

Er zijn Wwft-plichtige ondernemingen die pas achter de Wwft komen als zij van de toezichthouder een boete krijgen, ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de boekhoudkantoren die in het verleden door sancties achter hun Wwft-verplichtingen kwamen [1] en tegenwoordig worden voorgelicht [2].

Trustkantoren weten uiteraard al lang van de Wwft af maar zitten meer met de vraag op welke manier zij de wet moeten naleven.

Leerzame boete
Sinds enige jaren [3] kunnen door de toezichthouder opgelegde boetes vanwege de niet-naleving van de Wwft openbaar worden gemaakt. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel staat dat in beginsel alle besluiten openbaar worden gemaakt. Als reden voor openbaarmaking wordt onder meer genoemd (‘instellingen’ = Wwft-plichtigen; markering door mij):

Daarnaast leidt het openbaar maken van sanctiebesluiten ertoe dat andere instellingen kennis nemen van de gedragingen die kunnen leiden tot handhaving en de invulling die de toezichthoudende autoriteit aan wettelijke normen geeft.

Het is onverkwikkelijk als Wwft-plichtigen er pas achter komen hoe wettelijke normen moeten worden geïnterpreteerd door oplegging van een boete.

Vele petten
Ik vind dat bekendmaking van interpretatie van regels via boetebesluiten niet hoort te kunnen, zeker niet omdat die toezichthouder in de financiële sector zeer vele petten heeft (meer dan ‘dubbel’). Zo heeft DNB in de sector van de trustkantoren een meervoudige rol: DNB mag wensenlijstjes bij het ministerie van financiën indienen, DNB maakt uitvoeringsregelgeving, DNB legt toezichtbezoeken af en als klapper op de vuurpijl mag DNB ook nog sancties opleggen en openbaar maken.

Hier is sprake van ernstige belangenverstrengeling bij DNB. Terwijl financiële instellingen bij het minste of geringste wegens belangenverstrengeling allerlei maatregelen moeten nemen, kan DNB zijn goddelijke gang gaan.

Mijn standpunt:

  1. Alleen sanctieoplegging als de ondernemer redelijkerwijs op de hoogte kan zijn van de invulling die aan de wettelijke norm moet worden gegeven.
  2. DNB en AFM horen niet langer sancties te kunnen opleggen. Zij dienen een rol te krijgen die vergelijkbaar is met het Openbaar Ministerie.

Als een ondernemer redelijkerwijs niet op de hoogte kan zijn van een interpretatie, is op zijn hoogst een waarschuwing passend. Nog beter is dat het voorval aanleiding is voor de toezichthouder om bekendheid te geven aan de interpretatie, zodat de belanghebbenden op de hoogte zijn.

Transparantie van het toezicht hoort een van de kernwaarden in het financiële toezicht te zijn.

 

NB Niet alleen onherroepelijke boetes kunnen openbaar worden gemaakt. De gewijzigde Wwft maakt het ook mogelijk boetes waartegen bezwaar is gemaakt of waartegen beroep is ingesteld openbaar te maken. Als het standpunt van de toezicht later onjuist blijkt te zijn geweest, is de publicitaire schade al opgetreden.

 

 

Noten

[1] Een voorbeeld bespreek ik in dit artikel.

[2] Zie het jaarverslag 2019 en het jaarverslag 2020 van het Bureau Financieel Toezicht, waarin werd aangegeven dat men druk is met voorlichting omdat veel boekhouders nog niet van de Wwft afweten. In het verslag 2020 staat:

[3] Dit is geïntroduceerd in de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn, dossier overheid.nl.

7 mei 2020

Fiscale geschillen als grondslag voor witwasvermoedens | De Wwft als hefboom ter bestrijding van belastingontwijking en -ontduiking

door Ellen Timmer

Voor het Tijdschrift voor Compliance schreef ik het artikel Fiscale geschillen als grondslag voor witwasvermoedens. De Wwft als hefboom ter bestrijding van belastingontwijking en -ontduiking, dat mogelijk ook voor trustkantoren interessant is.

Elementen zijn onder meer:

  • de onjuiste fiscale risico-indicatoren van DNB,
  • de rol van grondrechten bij beoordeling van buitenlandse fiscale verplichtingen (FATCA),
  • de vraag of van banken kan worden verwacht dat fiscale risico’s bij hun klanten worden beoordeeld en
  • een pleidooi voor een ingrijpende herziening van de internationale antiwitwaswetgeving.

Ik besluit met de opmerking dat monitoring van naleving van fiscale regelgeving niet thuis hoort bij ondernemingen met onvoldoende fiscale kennis.

Het artikel staat als html tekst op mijn algemene blog en kan als pdf bestand worden gedownload.

23 juni 2017

Regelgevende ontwikkelingen

door Ellen Timmer

Degenen met interesse voor regelgevende ontwikkelingen in de sector van de trustkantoren, kunnen informatie vinden in de position paper van DNB, uitgereikt tijdens de verhoren van de ‘Panama’ kamercommissie. Over de ontwikkelingen in de regelgeving schrijft DNB:

Ontwikkeling in regelgeving
De invoering van een nieuwe Regeling integere bedrijfsvoering Wet toezicht trustkantoren (Rib) per 1 januari 2015 heeft DNB meer grip op de sector gegeven, onder meer door de introductie van een bredere definitie van integriteitsrisico [10[ en de introductie van de auditfunctie. Dit bleek echter nog onvoldoende te zijn om de doelstelling van de Wtt (zie kadertekst) te kunnen realiseren. DNB heeft daarop de Minister van Financiën verzocht om de Wtt op een aantal punten aan te passen, bijvoorbeeld door de vereisten aan de integere bedrijfsvoering te verzwaren en het handhavingsinstrumentarium (met name met betrekking tot het voortvarender intrekken van vergunningen) van DNB te versterken in combinatie met de mogelijkheid om bepaalde vormen van trustdienstverlening te verbieden. Met de komst van de vierde anti-witwasrichtlijn (en de implementatie daarvan in de Wtt 2018) zal DNB bovendien formele maatregelen (bestuurlijke boetes, lasten onder dwangsom en aanwijzingen) moeten gaan publiceren.

Het Ministerie van Financiën heeft op 2 mei 2016 een geheel nieuwe Wtt (Wtt 2018) ter openbare consultatie aangeboden. De Wtt 2018 wordt momenteel nader aangepast in het kader van de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn. DNB heeft van het Ministerie van Financiën begrepen dat er naar wordt gestreefd om het wetsvoorstel eind 2017 aan de Tweede Kamer te zenden.

[10] Zie voetnoot 2, onder 2º. Breder dan alleen witwassen of het financieren van terrorisme.

Over degenen die proberen het toezicht op trustkantoren proberen te ontwijken schrijft DNB dat dit op twee manieren gebeurt, nl. illegaal (er wordt voldaan aan de definitie maar betrokkenen hebben geen vergunning) en legaal door wat DNB ‘knippers’ noemt. Over hen schrijft DNB:

Laatstgenoemde groep knipt een trustdienst op tussen meerdere dienstverleners om zo buiten de reikwijdte van de Wtt te vallen. Deze dienstverleners vallen wel onder toezicht op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft).

21 juni 2017

Antwoord op vragen naar onderzoek van verdachte transacties bij een trustkantoor

door Ellen Timmer

Op 15 juni 2017 beantwoordde de minister van financiën vragen over een naar een trustkantoor ingesteld strafrechtelijk onderzoek. Kennisname van de antwoorden is nuttig in het kader van de naleefverplichtingen en de visie daarop van de minister.

De tekst volgt hier onder.

2105
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Ministers van Financiën en van Veiligheid en Justitie over het bericht dat het Openbaar Ministerie verdachte transacties bij een trustkantoor onderzoekt (ingezonden 12 mei 2017).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën), mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 15 juni 2017).

Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «OM onderzoekt verdachte transacties bij trustkantoor BK Group»? [1]

Antwoord 1
In het desbetreffende krantenbericht wordt kort gezegd melding gemaakt van vermeende overtredingen van wettelijke voorschriften door een aantal trustkantoren en optreden daartegen door verschillende overheidsinstanties. Wij onderschrijven het belang van het naleven van wettelijke verplichtingen door trustkantoren alsmede van handhavend optreden door daartoe bevoegde overheidsinstanties daar waar deze wettelijke verplichtingen door trustkantoren worden overtreden. Dit wordt hieronder desgevraagd nader toegelicht. Over lopende bestuursrechtelijke toezichtonderzoeken kunnen verder geen uitspraken worden gedaan, en op dit moment evenmin over hetgeen waar het Openbaar Ministerie al dan niet onderzoek naar doet.

Vraag 2 en 3
Mogen trustkantoren diensten verlenen aan bedrijven waarin personen belangen hebben die op de Europese sanctielijst staan die is ingesteld vanwege de verduistering van Oekraïense spaartegoeden? Zo ja, welke diensten mogen zij wel verlenen en welke niet? Vindt u het verlenen van diensten aan dergelijke personen gewenst? Kunt u uw antwoord toelichten?
Kunt u uitsluiten dat de genoemde personen die op de Europese sanctielijst staan, tegoeden hebben kunnen wegsluizen? Zo ja, hoe kunt u dat aantonen?

Antwoord 2 en 3
Op grond van EU Verordening 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne [2] (hierna: de Verordening) moeten tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van de in bijlage I van de Verordening opgenomen natuurlijke personen worden bevroren, en is het verboden om aan deze personen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking te stellen. Onder tegoeden worden verstaan financiële activa en financiële voordelen van welke aard ook, waaronder aandelen in (Nederlandse) rechtspersonen. Onder economische middelen worden verstaan activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen.
Concreet betekent dit voor trustkantoren dat zij maatregelen moeten treffen met als doel dat gesanctioneerde personen niet kunnen beschikken over de rechtspersonen en vermogensbestanddelen die hen toebehoren, zoals bijvoorbeeld de bedrijven die trustkantoren namens de gesanctioneerde personen beheren, noch over de eventuele winsten of dividenden voortkomend uit deze bezittingen.
Wanneer een trustkantoor constateert dat de identiteit van een relatie overeenkomt met een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld in de Verordening, dient het trustkantoor alle tegoeden en economische middelen van de betreffende relatie te bevriezen en dit onverwijld aan de toezichthouder, De Nederlandsche Bank (hierna: DNB), te melden. In de melding aan DNB moet het trustkantoor exact aangeven welke tegoeden en economische middelen er zijn bevroren op grond van de Verordening. Deze tegoeden en economische middelen kunnen vervolgens alleen nog worden aangewend met toestemming van de Minister van Financiën. Hiervoor kan een trustkantoor een gemotiveerd verzoek tot ontheffing indienen. Gronden tot ontheffing zijn gelimiteerd tot de gronden die beschreven staan in de Verordening, en zien onder andere op de mogelijkheid ontheffing te verlenen voor het betalen van honoraria of kosten voor het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen. DNB ontvangt ten behoeve van haar toezicht op de naleving van de sancties een afschrift van iedere verleende ontheffing. Mutaties in de bevroren tegoeden of economische middelen waarvoor geen ontheffing is afgegeven of het niet melden van een gesanctioneerde relatie bij DNB, vormen een overtreding. Dit is een economisch delict dat strafrechtelijk kan worden vervolgd.
Het is belangrijk om op te merken dat een maatregel tot bevriezing geen verandering van eigendom bewerkstelligt. De maatregel strekt tot instandhouding van tegoeden en economische middelen voor de duur van de bevriezing en is dan ook niet gericht op aantasting van de waarde van die tegoeden en economische middelen. Volledige opschorting van de dienstverlening kan haaks staan op het doel van instandhouding en zich om die reden niet verdragen met de bevriezingsmaatregel. Dienstverlening aan of ten behoeve van rechtspersonen die onder de bevriezingsmaatregel vallen is dan ook toegestaan voor zover gericht op en noodzakelijk voor het bewaren, beheren en in stand houden hiervan, het zogenoemde in «good legal standing» houden van de rechtspersoon. [3] Voorwaarde hierbij is wel dat door die dienstverlening geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking komen van gesanctioneerde personen. Het is in alle gevallen aan de dienstverlener om telkens opnieuw te onderzoeken of er aanwijzingen zijn dat door beoogde werkzaamheden tegoeden of middelen direct of indirect ter beschikking kunnen komen van gesanctioneerde personen.

Vraag 4 en 5
Erkent u dat het ernstig tekortschietende integriteitsbeleid van trustkantoren Nederland zeer gevoelig maakt voor het wegsluizen van tegoeden van personen die op sanctielijsten staan, dan wel voor terrorismefinanciering, witwassen en belastingontduiking? [4] Zo neen, waarom niet?
Welke stappen gaat u concreet ondernemen om de trustsector om te vormen tot een sector waarin niet alleen commerciële belangen leidend zijn maar waarin ook algemene principes van fatsoenlijk ondernemen worden nageleefd? Hebt u er vertrouwen in dat dit überhaupt mogelijk is? Zo ja, waaraan ontleent u dit vertrouwen?

Antwoord 4 en 5
Uit de toezichtpraktijk is gebleken dat een groot deel van de trustkantoren onvoldoende invulling geeft aan hun taak als poortwachter van het Nederlands financieel stelsel. Dit is één van de redenen geweest om het wettelijk kader voor trustkantoren te herzien.
Met het concept wetvoorstel voor een Wet toezicht trustkantoren 2018 wordt beoogd het regelgevend kader voor trustkantoren strenger te maken. Er zal bijvoorbeeld aansluiting worden gezocht bij de normen voor een integere en beheerste bedrijfsvoering die ook voor financiële instellingen gelden op grond van de Wet op het financieel toezicht. Ook wordt voorgesteld om een tweehoofdige dagelijkse leiding voor trustkantoren verplicht te stellen. Het concept wetsvoorstel voorziet tevens in de introductie van een grondslag om dienstverlening aan of ten behoeve van specifieke structuren te kunnen verbieden. Daarnaast wordt een verruiming van het toezichtsinstrumentarium van DNB voorgesteld, waaronder de mogelijkheid voor de toezichthouder om een vergunning van een trustkantoor in te trekken. Deze nieuwe regelgeving is bedoeld om, in combinatie met een verdere inspanning van de sector zelf en consequent en doelmatig toezicht, de integriteitproblemen binnen de sector aan te pakken.

Vraag 6
Hebben de toezichthouder en opsporingsdiensten, zoals De Nederlandsche Bank (DNB) en de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD), voldoende capaciteit om het doen en laten van trustkantoren te controleren? Zo ja, waaruit blijkt dit? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?

Antwoord 6
DNB heeft haar toezicht geïntensiveerd naar aanleiding van haar bevindingen dat de integriteitsrisico’s te hoog zijn en deze onvoldoende door de trustkantoren worden beheerst. Deze intensivering is bedoeld om de integriteitsproblemen binnen de Nederlandse sector aan te pakken. Daarnaast wordt, als gezegd, met de herziening van de Wet toezicht trustkantoren een verruiming van het toezichtsinstrumentarium van DNB voorgesteld. De FIOD beschikt over voldoende capaciteit om opvolging te geven wanneer de signalen uit het toezicht door DNB tot aangifte hebben geleid. DNB en de FIOD werken verder nauw samen met het Openbaar Ministerie (OM) aan het bestrijden van diverse vormen van criminaliteit. Ingevolgde de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten stellen de Minister van Financiën en het College van procureurs-generaal jaarlijks een handhavingsarrangement vast, waarin de wederzijdse afspraken over opsporing en afhandeling van de opsporingsonderzoeken vanuit de FIOD zijn opgenomen. Op die manier wordt bewerkstelligd dat in de keten voldoende capaciteit kan worden ingezet.

Vraag 7
Kunt u een verklaring geven voor het feit dat het trustkantoor BK Group, dat nota bene een keurmerk van branchevereniging Holland Quaestor heeft, diensten verleent aan een bedrijf waar door een ander trustkantoor afscheid van is genomen vanwege ontbrekend inzicht in bankrekeningen en te grote risico’s?

Antwoord 7
Voor trustkantoren is het cliëntenonderzoek voorgeschreven op basis van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt). De dienstverlening van trustkantoren wordt naar zijn aard beschouwd als dienstverlening met een hoog integriteitsrisico. Daarom is in de Wtt per trustdienst bepaald welke informatie minimaal moet worden vergaard in het kader van het cliëntenonderzoek. In het kader van dit cliëntenonderzoek verzamelen trustkantoren onder meer informatie over de identiteit van de cliënt, diens uiteindelijk belanghebbende(n) en het doel en de aard van de beoogde relatie met de cliënt. Indien een trustkantoor niet kan voldoen aan de vereisten van het cliëntenonderzoek, wordt het trustkantoor geacht van dienstverlening aan de cliënt af te zien of de dienstverlening te beëindigen.
In het concept-wetsvoorstel voor de Wet toezicht trustkantoren 2018 wordt voorgesteld dat een trustkantoor, voorafgaand aan het aangaan van een relatie met een cliënt of doelvennootschap, onderzoekt of een ander trustkantoor diensten verleent of heeft verleend aan deze cliënt of deze doelvennootschap. Indien een ander trustkantoor diensten verleent of heeft verleend aan de cliënt of de doelvennootschap, informeert het trustkantoor bij dat andere trustkantoor naar gebleken integriteitrisico’s. Dit is een aanscherping ten opzichte van de huidige Wtt.

Vraag 8
Wat zegt deze gang van zaken naar uw mening over het keurmerk van Holland Questor, de branchevereniging van trustkantoren, dat dit kantoor heeft?

Antwoord 8
Inspanningen binnen de sector zelf om integriteitsproblemen aan te pakken zijn nodig en worden aangemoedigd. Dit laat onverlet dat trustkantoren dienen te voldoen aan de voor hen geldende wet- en regelgeving. DNB houdt daar toezicht op en de FIOD onder gezag van het OM kan daar waar nodig strafrechtelijk optreden.

Vraag 9
Zijn alle ongebruikelijke transacties die momenteel worden onderzocht door het trustkantoor BK Group gemeld, hetgeen juridisch verplicht is?

Antwoord 9
Indien een trustkantoor constateert dat sprake is van een ongebruikelijke transactie die door een doelvennootschap wordt verricht, dan dient het trustkantoor hiervan melding te maken bij de Financiële inlichtingen eenheid Nederland (FIU-NL). Het niet melden of onvolledig of niet tijdig melden van ongebruikelijke transacties is in strijd met de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en is een economisch delict in de zin van de Wet op de economische delicten. Tegen een dergelijke overtreding kan bestuursrechtelijk of strafrechtelijk handhavend worden opgetreden. Over lopende bestuursrechtelijke toezichtonderzoeken kunnen verder geen uitspraken worden gedaan, en op dit moment evenmin over hetgeen waar het Openbaar Ministerie al dan niet onderzoek naar doet.

Vraag 10
Wat is uw opvatting over het feit dat het bedrijf LMP Bomore staat ingeschreven op het privéadres van de directeur van BK group, terwijl LMP Bomore volgens mediaberichten is gebruikt om miljoenen euro’s aan voetbalgelden naar Panama te sluizen, om zo belasting te ontwijken? [5] Geeft dit u vertrouwen in het integriteitsbeleid van BK Group?

Antwoord 10
De Wtt noch de Regeling integere bedrijfsvoering Wtt 2014 (Rib Wtt 2014) kennen een verbod of gebod ten aanzien van het vestigingsadres van een vennootschap waar de dienstverlening van een trustkantoor betrekking op heeft. Een afweging omtrent het vestigingsadres van een vennootschap maakt wel onderdeel uit van het integriteitsbeleid van een trustkantoor. Daarbij dient het trustkantoor de feiten en omstandigheden van een concreet geval in acht te nemen.

Vraag 11
Hoeveel rechtszaken lopen er momenteel naar aanleiding van de Panama Papers, de football leaks en andere «leaks»?

Antwoord 11
Het Openbaar Ministerie en de Raad voor de rechtspraak beschikken niet over een dergelijk overzicht. Rechtszaken worden niet aldus gecategoriseerd en niet zelden zijn er verschillenden bronnen die aanleiding tot een rechtszaak geven, waaronder de Panama Papers.

Noten
1 https://fd.nl/ondernemen/1201271/om-onderzoekt-verdachte-transacties-bij-trustkantoor-bk-group
2 PB L 66 van 6-3-2014, blz. 1
3 Hieronder wordt blijkens de Verordening de volgende dienstverlening aan de rechtspersoon verstaan, zover deze dienstverlening al voor de inwerkingtreding van de sancties werd verricht en voor zover nodig om te voldoen aan wettelijke vereisten; i) het ter beschikking stellen van een vestigingsadres dan wel post- en bezoekadres in Nederland, ii) het beheren van bankrekening(en) met strikte inachtneming van de bevriezingsverplichting, iii) het opstellen en verrichten van registraties en deponeringen, iv) het bijhouden van een actuele administratie en boekhouding, v) het opstellen van de financiële verantwoording, vi) het bijeenroepen van de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders, vii) het indienen van belastingaangiften, viii) het vertegenwoordigen van de rechtspersoon en verrichten van (rechts)handelingen met betrekking tot de onderdelen i) tot en met vii).
4 https://www.nrc.nl/nieuws/2017/05/10/voetballer-di-maria-sluisde-miljoenen-weg-via-naarden-8773289-a1558069
5 https://www.nrc.nl/nieuws/2017/05/10/voetballer-di-maria-sluisde-miljoenen-weg-via-naarden-8773289-a1558069

5 oktober 2016

Ontwikkelingen rondom de 4e Europese Antiwitwasrichtlijn

door Ellen Timmer

De 4e Europese Antiwitwasrichtlijn (AMLD4) is in aantocht en zal ook gevolgen hebben voor de activiteiten van trustkantoren. De plannen zijn om de wijzigingen op 1 januari a.s. geïmplementeerd te hebben in alle lidstaten van de EU. Over de verwerking van AMLD4 in het Nederlandse recht is al een internetconsultatie gehouden. Er is door een groot aantal organisatie gereageerd (zie mijn bericht), waaruit het belang van een ander kan worden afgeleid.

Al eerder signaleerde ik op deze site de voorstellen tot wijziging die in juli jl. door de Europese Commissie zijn gedaan. Inmiddels heeft juristenorganisatie CCBE kritiek geleverd op de wijzigingsvoorstellen.

Er zal nog veel moeten gebeuren. Zie voor meer informatie de berichten op mijn algemene weblog over AMLD4.


Aanvulling 10 oktober 2016

Zie over AMLD4 ook het nieuwsbericht van DNB.

1 maart 2013

Trustkantoren in “Thema’s DNB Toezicht 2013”: Wwft en concernfinancieringsmaatschappijen

door Ellen Timmer

In “Thema’s DNB Toezicht 2013” worden trustkantoren op een aantal plaatsen genoemd.

Witwasbestrijding

In hoofdstuk 5, Sterk bestuur, integere cultuur, paragraaf 5.3, pagina 25, wordt melding gemaakt van extra aandacht voor witwasbestrijding:

DNB gaat dit jaar daarom bij banken, verzekeraars en trustkantoren onderzoek doen naar de kwaliteit van hun voortdurende controle van cliënten en transacties in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Financiële instellingen zijn op grond van de Wwft verplicht om ongebruikelijke transacties te melden aan de Financial Intelligence Unit Nederland. Door de transacties en activiteiten van cliënten te monitoren zijn instellingen beter in staat om dit soort transacties te herkennen. Daarnaast onderzoekt DNB bij de schadeverzekeraars de naleving van de Sanctiewet, waarmee overigens al in het najaar 2012 is gestart.

DNB verwacht van de instellingen dat zij binnen alle lagen van de organisatie overtuigd zijn van nut en noodzaak van naleving van deze wetgeving. Dit dient zich bij alle instellingen te uiten in een duidelijke inzet en prioriteitenstelling gericht op naleving van anti-witwas-wetgeving. Dit betekent onder andere dat het ongewenst is compliancetaken over te dragen naar eerstelijnsfuncties en budgetten en capaciteit van de compliancefuncties te verminderen. Ook moeten de geautomatiseerde systemen voor de monitoringstaken adequaat zijn en rekening houden met de risicoclassificaties van cliënten.

DNB gaat in 2013 onderzoek doen bij de grote banken, verzekeraars en trustkantoren. In het eerste kwartaal zullen deze instellingen worden aangeschreven met het verzoek een vragenlijst in te vullen die inzicht moet geven in de wijze waarop zij de voortdurende controle vormgeven. Naar aanleiding daarvan zullen in het tweede kwartaal ter plaatse onderzoeken plaatsvinden. Mogelijk zullen er transacties worden opgevraagd. Tevens zal DNB in het tweede kwartaal een bijeenkomst organiseren om met de sector in gesprek te gaan over het naleven van de normen. De bevindingen, inclusief mogelijke good practices, zullen met de sector worden gedeeld.

Concernfinancieringsmaatschappijen

In paragraaf 5.6, schaduwbankieren door concernfinancieringsmaatschappijen, pagina 27, wordt gezegd dat DNB vermoedt dat een deel van de in Nederland gevestigde concernfinancieringsmaatschappijen (CFM’s) niet voldoet aan de wettelijke vereisten voor ontheffing van een bankvergunning. DNB start daarom dit jaar een onderzoek naar de activiteiten van de CFM’s. DNB schrijft

Van faciliterende instellingen zoals trustkantoren verwacht DNB dat zij zich bewust zijn van hun rol bij het voorkomen van illegale activiteiten door CFM’s.

7 februari 2013

Europese Commissie kondigt nieuwe antiwitwasverordening aan, “Bestrijding van witwassen van geld: nieuwe uitdagingen vergen strengere regels”

door Ellen Timmer

Onderstaand het persbericht van de Europese Commissie van 5 februari 2013:

Bestrijding van witwassen van geld: nieuwe uitdagingen vergen strengere regels

De Commissie heeft vandaag twee voorstellen goedgekeurd om de bestaande Europese regels in de strijd tegen witwassen van geld en geldovermakingen te verstrengen. Witwaspraktijken en terrorismefinanciering vormen bedreigingen die voortdurend van gedaante veranderen en de regels daarvoor moeten dan ook regelmatig aangepast worden.

Michel Barnier, commissaris voor Interne Markt en Diensten, hierover: “De Unie staat internationaal in de frontlijn bij het bestrijden van witwassen van misdaadgeld. Dergelijke geldstromen kunnen de stabiliteit en de reputatie van de financiële sector beschadigen terwijl terrorisme de grondvesten van onze samenleving aantast. Naast de strafrechtelijke benadering is het ook mogelijk witwaspraktijken een halt toe te roepen met een preventieve aanpak via het financiële stelsel. Wij willen duidelijke regels voorstellen om banken, juristen en accountants en alle beroepscategorieën die hierbij betrokken zijn, tot meer waakzaamheid aan te zetten.”

Cecilia Malmström, commissaris voor Binnenlandse Zaken, zegt: “Misdaadgeld mag in onze economie geen plaats krijgen, of het nu afkomstig is van drugs, illegale wapenhandel of mensenhandel. Wij moeten ervoor zorgen dat de georganiseerde misdaad niet de kans krijgt zijn geld wit te wassen in het bankenstelsel of in de goksector. Om vooral in tijden van crisis de legale economie te beschermen, mogen er in de wet geen mazen zijn waarlangs criminele of terroristische organisaties kunnen wegglippen. Onze banken mogen nooit dienen als witwasmachines voor maffiageld of om de financiering van terrorisme mogelijk te maken.”

Het vandaag goedgekeurde pakket van maatregelen is een aanvulling op andere acties die de Commissie heeft ondernomen of gepland in de strijd tegen misdaad, corruptie en belastingontduiking. Het pakket omvat:

• een richtlijn tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

• een verordening inzake informatie die bij geldovermakingen moet worden gevoegd om een vlotte traceerbaarheid van deze geldovermakingen te verzekeren.

Deze twee voorstellen zijn volledig in overeenstemming met de jongste aanbevelingen [1] van de financiële actiegroep (Financial Action Task Force – FATF) (zie MEMO/12/246), de mondiale autoriteit in de strijd tegen witwassen van geld en terrorismefinanciering, en zorgen ervoor dat op een aantal gebieden nieuwe ruimte komt voor toepassing van de best mogelijke regels om witwaspraktijken en financiering van terrorisme tegen te gaan.

De twee voorstellen gaan in het bijzonder uit van een beter afgestemde en meer gerichte risicobenadering.

De nieuwe richtlijn bevat volgende elementen:

• zij zorgt voor duidelijker en meer samenhangende regels in de lidstaten

• door de invoering van een duidelijk mechanisme om de uiteindelijke begunstigden te identificeren. Daarnaast zullen ondernemingen verplicht worden informatie bij te houden over de identiteit van de personen die in werkelijkheid achter de vennootschap staan.

• door meer duidelijkheid en transparantie te brengen in de regels betreffende cliëntenonderzoek, zodat er passende controles en procedures worden ingevoerd waardoor ondernemingen de cliënten met wie zij zaken doen, beter kennen en beter begrijpen om welk soort activiteiten het gaat. Hierbij moet wel duidelijk worden gemaakt dat vereenvoudigde procedures niet verkeerd mogen worden begrepen alsof zij daarmee volledig vrijgesteld zouden zijn van maatregelen op het gebied van cliëntenonderzoek.

• en door ruimer gebruik van de bepalingen inzake politiek prominente personen (namelijk personen die wegens de politieke functie die zij bekleden, sterker blootgesteld zijn aan het risico voor corruptie), zodat de regeling nu ook betrekking heeft op “binnenlandse” (in EU-lidstaten wonende) (naast “buitenlandse”) politiek prominente personen en op deze personen in internationale organisaties. Het gaat onder meer om staats- of regeringsleiders, parlementsleden en rechters van de hoogste rechtscolleges.

• de richtlijn krijgt een breder toepassingsgebied om nieuwe dreigingen en zwakke punten te kunnen aanpakken

• door bijvoorbeeld de toepassing te verruimen tot de goksector (terwijl de vroegere richtlijn alleen gold voor casino’s) en door een uitdrukkelijke vermelding van fiscale misdrijven.

• voor de strijd tegen witwassen van geld gelden de strengste regels

• omdat de voorschriften verder gaan dan die van de FATF en binnen het toepassingsgebied nu alle personen vallen die goederen leveren of diensten verstrekken voor een contante betaling van 7 500 EUR of meer. Volgens een aantal belanghebbenden was de huidige drempel van 15 000 EUR immers niet toereikend. Deze personen vallen nu onder de richtlijn en het zal dus nodig zijn voor hen cliëntenonderzoek te verrichten, bewijsstukken te bewaren, interne controles uit te voeren en verslagen over verdachte transacties op te stellen. Hierbij zij vermeld dat de richtlijn voor minimale harmonisering zorgt en lidstaten maatregelen kunnen nemen die verder gaan dan deze drempel.

• de richtlijn versterkt de samenwerking tussen de verschillende financiële inlichtingeneenheden, die tot taak hebben de verslagen over verdachte transacties op het gebied van witwassen en terrorismefinanciering die zij ontvangen, te analyseren en te verspreiden onder de bevoegde autoriteiten.

De twee voorstellen voorzien in een versterking van de sanctiebevoegdheden van de autoriteiten die met deze taken belast zijn, door de invoering van een reeks minimale principes bijvoorbeeld om strengere bestuursrechtelijke sancties op te leggen, en door hen te verplichten tot coördinatie in geval van grensoverschrijdend optreden.

Achtergrond:

Naast de publicatie van een herziene reeks internationale normen in februari 2012 (IP/12/357) is de Commissie met de invoering van de noodzakelijke veranderingen snel overgegaan tot een update van het Europese regelgevingskader. Gelijklopend daarmee is de Commissie gestart met de herziening van de derde antiwitwasrichtlijn en daarbij is gebleken dat het bestaande regelgevingskader moest worden geactualiseerd om alle vastgestelde tekortkomingen te verhelpen.

De voorgestelde actualisering van de wetgeving moet nog volgens de normale wetgevingsprocedure worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad van ministers.

Voor nadere informatie:

http://ec.europa.eu/internal_market/company/financial-crime/index_en.htm.

[1] http://www.fatf-gafi.org/

De Europese Commissie verwijst naar een pagina waar de voorstellen en een toelichting zijn te vinden:

05.02.2013

The Commission adopts two proposals to update and improve the EU’s existing legal framework designed to protect the financial system against money laundering and terrorist financing.

%d bloggers liken dit: