23 april 2024

DNB rapporteert over toezicht op trustkantoren

door Ellen Timmer

De Nederlandsche Bank (DNB) maakte een nieuw rapport over het integriteitstoezicht bekend, aankondiging. De toezichthouder meldt dat dit rapport, “Integriteitstoezicht in Beeld 2024-2025” (IIB), in de plaats komt van de eerdere sectorale rapporten.

In het rapport staat over trustkantoren onder meer:

2.5 Trustkantoren

Het aantal vergunningen voor trustdienstverlening in Nederland krimpt nog steeds. Bij de overname van cliënten van andere trustkantoren, waarbij ook risicovolle cliënten zitten, stelt DNB vast dat het benodigde cliëntenonderzoek in veel gevallen achterblijft. Daarbij verdwijnen cliënten van legale trustkantoren deels ook naar illegale partijen.

Ook zien wij dat trustdiensten worden opgeknipt, waarbij trustdienstverleners proberen te voorkomen om aan de eisen van de Wtt en de Wwft te moeten voldoen. Dit gebeurt door diensten kunstmatig op te splitsen in kleinere delen, zodat elk afzonderlijk deel onder de drempelvereisten van deze wetten valt. Het opknippen van trustdiensten kan leiden tot grote witwasrisico’s. Daarnaast worden in sommige gevallen alsnog vergunningplichtige diensten aangeboden. In die gevallen treedt DNB handhavend op.

Over het KYC schrijft DNB:

Cliëntenonderzoek

Sinds de inwerkingtreding van de Wtt 2018 ziet DNB in algemene zin verbeteringen in de wijze waarop trustkantoren hun
cliëntenonderzoek uitvoeren. Uit verschillende onderzoeken en handhavingstrajecten van DNB blijkt echter ook dat bij zowel grotere als kleine trustkantoren nog diverse tekortkomingen worden aangetroffen. Deze zien met name op de voortdurende controle en het vaststellen van de herkomst van het vermogen van een doelvennootschap. Indien een trustkantoor onvoldoende kennis van deze factoren heeft is het uitoefenen van de rol van poortwachter niet goed mogelijk.

2.5.2 Sanctiescreening
DNB heeft in mei 2023 een terugkoppeling gegeven over de bevindingen uit sanctieonderzoeken waarbij ook trustkantore in scope waren (zie ook het nieuwsbericht).

Trustkantoren kennen een sterke vertegenwoordiging van hoog risicolanden in hun bedrijfsvoering, net als banken en betaaldienstverleners, aldus DNB:

3.1.1 Hoog risicolanden

De sectoren banken, betaaldienstverleners en trustkantoren kennen een sterke vertegenwoordiging van hoog risicolanden in hun bedrijfsvoering. Hoog risicolanden kunnen een rol spelen bij, bijvoorbeeld, de woonplaats van de UBO of de vestigingsplaats van een vennootschap. Daarnaast kunnen transacties uit en naar hoog risicolanden een belangrijke rol spelen. Voor sommige banken, betaaldienstverleners en trustkantoren geldt daarbij tevens dat er sprake kan zijn van hoog risicolanden in de vennootschappelijke structuur van de cliënt of in complexe internationale financieringen. Bij complexe structuren of buitenlandse financieringen is het extra relevant dat een financiële instelling de aanwezigheid van hoog risicolanden in haar beoordeling meeneemt. (…)

In de trustsector is sprake van de volgende top-5 hoog risicolanden waar doelvennootschappen activiteiten hebben: Israël, Zwitserland, Singapore, China en Turkije. DNB heeft in eerdere uitingen naar de trustsector gewezen op de risico’s die gepaard gaan met de combinatie van Politically Exposed Persons (PEP’s) in hoog risicolanden en hoog risicosectoren. Het verhoogde landenrisico doet zich daarnaast voor indien binnen de structuur van de doelvennootschap sprake is van een vennootschappelijke vestigingsplaats in een hoog risicoland. Het trustkantoor kan hiermee voorkomen betrokken te raken bij witwassen, corruptie en sanctie-omzeiling.

Op pagina 16 geeft de toezichthouder een sectoranalyse:

3.2.5 Trustkantoren

In de trustsector is veelal sprake van fiscaal gedreven bedrijfsstructuren met een relatief hoog aantal doelvennootschappen met activiteiten in hoog risicolanden en hoog risicosectoren. DNB realiseert zich hierbij dat ook binnen deze groep doelvennootschappen verschillen bestaan met betrekking tot het uiteindelijke risico op financieel-economische criminaliteit.

Hoog risicosectoren
De belangrijkste risicosectoren zijn i) commercieel vastgoed, ii) olie, gas en energie, iii) grondstoffen, mineralen en mijnbouw.

Bij activiteiten die in verband gebracht kunnen worden met (commercieel) vastgoed vormen met name de oorsprong en de bestemming van gelden bij vastgoedinvesteringen een risico op witwassen. Het in verhouding hoge aantal cliënten binnen de trustsector dat actief is in de olie-, gas- en energiesector zorgt naast een verhoogd risico op witwassen ook voor een verhoogd risico op sanctieomzeiling en corruptie. Hetzelfde geldt voor de sector grondstoffen, mineralen en mijnbouw. DNB zal hier in haar toezicht het komend jaar aandacht aan besteden.

Cumulatieve risico’s
Ten aanzien van de activiteiten in bovengenoemde hoog risicosectoren spelen tevens elementen die de transparantie van een (internationale) bedrijfsstructuur belemmeren een belangrijke rol. Denk daarbij aan een structuur waarbij sprake is van meer dan vijf lagen aan vennootschappen met een grensoverschrijdend karakter. Of bijvoorbeeld de aanwezigheid van een nominee shareholder, een Angelsaksische trust of een ander element dat de transparantie van een structuur belemmert. Om een goede invulling te kunnen geven aan de poortwachtersfunctie is het van belang dat trustkantoren zicht hebben op de relevante delen van de structuur en daarmee samenhangende relaties.
DNB vraagt bijzondere aandacht voor de wijze waarop trustkantoren de cumulatieve risico’s van hoog risicolanden, de hoog risicosectoren en in-transparante structuren adresseren in de SIRA.

 

11 april 2024

DNB bericht over rondetafelgesprek beleidsregels Wtt 2018

door Ellen Timmer

In het bericht Rondetafel trustsector beleidsuiting Wtt 2018 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) melding van het rondetafelgesprek dat op 21 maart jl. heeft plaats gevonden. DNB is voornemens om een beleidsuiting over onderdelen van de Wtt 2018 en bijbehorende regelgeving te publiceren, zo wordt in het bericht gemeld.

DNB schrijft verder:

Met de nieuwe beleidsuiting beoogt DNB om met good practices handvatten te bieden hoe trustkantoren kunnen voldoen aan de op hen van toepassing zijnde wettelijke verplichtingen. Het doel van de rondetafel was om meer kleuring te krijgen waar uitdagingen bestaan bij de uitleg van de wet. We kijken terug op een positief gesprek waarbij veel casussen zijn gedeeld.
DNB streeft ernaar om eind 2024 de beleidsuiting ter consultatie te publiceren, waarna u hierop kunt reageren. Na verwerking van de consultatiereacties zal DNB de definitieve versie publiceren.

21 maart 2024

Brievenbusbv-brief van het ministerie van Financiën

door Ellen Timmer

Naar aanleiding van een van de vele Broodje Aap-verhalen die verschijnen over brievenbus-bv’s stuurde de staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst maar weer eens een antwoord op kamervragen. Daarin wordt geduldig uitgelegd dat het onderzoeksbureau dat in het NOS artikel wordt genoemd eigen criteria heeft voor wat internationaal een ‘shell company’ wordt genoemd en dat Nederland in hun onderzoek niet slecht scoort.

Meerdere bedrijven op één adres
Er zijn legitieme redenen voor vestiging op één bedrijfsadres:

Volgens Moody’s scoort Nederland vooral relatief hoog op de rode vlag ‘massaregistratie’. Dit betekent dat op één (bedrijfs)adres verschillende bv’s zijn ingeschreven. Er zijn legitieme redenen voor registratie van meerdere bedrijven op hetzelfde adres. Zo is het denkbaar dat éénmansbedrijven of zzp’ers liever niet hun thuisadres opgeven en gebruik maken van een ander (post)adres. Daarnaast kan er sprake zijn van een bedrijfsverzamelgebouw waar daadwerkelijk een groot aantal bedrijven is gevestigd, of kan het gaan om het adres van een groot concern met meerdere dochterondernemingen. Dat Nederland hoog scoort op bedrijfsregistraties kan dus verschillende legitieme oorzaken hebben.

Hier kan het AMLC wat van leren.

De brief is realistisch over de mogelijkheden van bedrijven met overheidstaken (‘witwasbestrijding’), zoals banken:

Hoe meer ‘sprongen’ er gemaakt worden tussen entiteiten en jurisdicties, hoe moeilijker het is voor nationale autoriteiten om geldstromen te volgen. (…) Deze complexiteit geldt des te meer voor de ‘poortwachters’ van het financiële stelsel, zoals de banken. Deze zullen bij complexe internationale structuren met Nederlandse doorstroomvennootschappen nog beperktere middelen hebben om de herkomst van het vermogen, en de uiteindelijk belanghebbenden, accuraat vast te stellen.

Domicilieverlening
Domicilieverleners hebben zeer beperkt zicht,

Tot het cliëntenonderzoek behoort ook, tijdens de duur van de relatie, de transactiemonitoring van de zakelijke relatie.

en de staatssecretaris constateert dat die domicilieverleners geen zicht hebben op bezittingen en transacties van hun cliënten, zodat de toezichthouder – Bureau Toezicht Wwft (BTWwft) van de Belastingdienst – dat zicht evenmin heeft. Overigens zullen die domicilieverleners op grond van de nieuwe Europese antiwitwasregels ‘registratieplichtig’ worden, ik ben benieuwd of dat een verkapt vergunningensysteem is zoals we in de Wwft nu al voor bepaalde cryptoaanbieders kennen.

Puzzels leggen door FIU Nederland
Volgens de staatssecretaris zouden de verschillende Wwft-plichtigen samen wel over voldoende informatie beschikken:

De verschillende poortwachters van het financieel stelsel hebben daarmee allen zicht op de geldstromen die zich onder hen bevinden en met de informatie van de poortwachters over ongebruikelijke transacties kan de opsporing de puzzel leggen.

Is dat wel zo?

Update
De staatssecretaris geeft verder een update inzake lopende acties, zoals de extra middelen die ter beschikking worden gesteld aan de politie, de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) en de FIU-Nederland, het onderzoek naar het ‘opknippen’ van trustdiensten en data-analyse door de Belastingdienst.

Tags:
6 november 2023

Nieuwe organisaties die niets begrijpen van het trustkantorenvergunningensysteem | Wtt 2018, not-for-profit

door Ellen Timmer

Bedrijven die VvE-bestuurders leveren (vaak uit de hoek van de makelaardij) tobden in het verleden met het bestaan van de Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018). Hun probleem werd opgelost doordat er voor hen een vrijstelling werd gecreëerd.
De Nederlandsche Bank, de overheidstoezichthouder op het terrein van de Wtt 2018, heeft een nieuwe categorie organisaties ontdekt die nog nooit van de Wtt 2018 hebben gehoord: verenigingsmanagement-bureaus. In de inleiding van het bericht dat DNB publiceerde staat:

Verenigingsmanagement-bureaus lopen risico de Wtt te overtreden
DNB vraagt aandacht voor de diensten van Verenigingsmanagement-Bureaus (VMB’s). VMB’s ondersteunen brancheverenigingen, keurmerkstichtingen of goede-doelen-fondsen. Hiermee verlenen zij mogelijk diensten die onder de reikwijdte vallen van de Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018). Meestal bieden ze een adres aan, in combinatie met administratieve diensten (zoals de financiële administratie, ledenadministratie en het opstellen van de jaarrekening) of het regelen van belastingaangifte (‘trustdienst B’). Soms treden (werknemers van) VMB’s ook op als bestuurder van bijvoorbeeld een branchevereniging of keurmerkstichting (‘trustdienst A’).

Het gaat hier om domicilieverlening (het zorgen voor een adres) in combinatie met bepaalde extra diensten (bijvoorbeeld administratief) en soms ook om het leveren van een bestuurder voor een not-for-profit organisatie.

De onbekendheid van verenigingsmanagement-bureaus met het trustkantoren-fenomeen is het gevolg van het feit dat de Wtt 2018 reguliere activiteiten in relatie tot een rechtspersoon (het optreden als  bestuurder respectievelijk het verschaffen van een adres) vergunningplichtig maakt, terwijl dit in het rechtspersonenrecht niets bijzonders is. Het zijn geen ‘financiële diensten’, ook al plegen DNB en het ministerie van Financiën te beweren dat dit wel het geval is.

Gevolg van het overheidsstandpunt is dat verenigingsmanagement-bureaus zich zullen moeten gaan oriënteren op de kant die zij uit willen: een trustkantorenvergunning aanvragen of zorgen dat zij buiten de reikwijdte van de Wtt 2018 vallen. Het is een onverkwikkelijk gevolg van onjuiste en in mijn ogen illegale wetgeving.

Tags: ,
6 oktober 2023

Iedere statutair bestuurder die van meer dan één rechtspersoon bestuurder is, heeft straks een Wtt 2018 vergunning nodig

door Ellen Timmer

Een van de fascinerende aspecten van de Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018) is dat twee heel gewone activiteiten, het zijn van statutair bestuurder van rechtspersonen en het verlenen van domicilie, vergunningplichtig zijn gemaakt. Dit staat op gespannen voet met Europees recht, nu hier de uitzondering voor financiële diensten niet van toepassing is.

Op 5 oktober jl. is een wetsvoorstel ingediend dat de toepasselijkheid van de Wtt 2018 uitbreidt tot iedereen die statutair bestuurder is van meer dan één rechtspersoon. Trustkantoren, dus ondernemingen met een vergunning op grond van Wtt 2018, zullen zich in de handen wrijven omdat hun business bevorderd zal gaan worden.

Voor de rest van het bedrijfsleven, waarin het veelvuldig voorkomt dat iemand meerdere bestuurderschappen heeft, wordt de situatie dramatisch. Al zal men het misschien nu nog niet door hebben.

Er worden nog meer wijzigingen in Wtt 2018 voorgesteld. Artikel II van het wetsvoorstel luidt:

ARTIKEL II

De Wet toezicht trustkantoren 2018 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt de begripsomschrijving van “trustdienst” als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:
a. het optreden als bestuurder van een rechtspersoon of vennoot van een vennootschap die niet tot dezelfde groep behoort als degene die bestuurder of vennoot is ten behoeve van een cliënt;

2. De aanhef van onderdeel b komt te luiden:
b. natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die een adres of postadres ter beschikking stellen, als bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, onderdeel c, en 14, eerste lid, onderdeel c, van de Handelsregisterwet 2007, aan een rechtspersoon of vennootschap die niet tot dezelfde groep behoort als het trustkantoor, indien ten minste één van de volgende aanvullende werkzaamheden wordt verricht ten behoeve van die rechtspersoon of vennootschap of ten behoeve van een tot dezelfde groep als die rechtspersoon of vennootschap behorende natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap:

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de puntkomma door een punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel d, vervalt het eerste lid, onderdeel e.

2. In het derde lid wordt, onder verlettering van onderdeel g tot onderdeel h, na onderdeel f een onderdeel ingevoegd, luidende:
g. de formele en feitelijke zeggenschapsstructuur van de groep waartoe het trustkantoor behoort;

C

Artikel 39, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel d vervalt “en”.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. indien er belastingadvies is ingewonnen door het trustkantoor, de cliënt of de doelvennootschap:
1°. het volledige advies voorzien van de volledige (statutaire) namen van de betrokken adviseurs en de datum van afgifte van het belastingadvies;
2°. vermelding of er uitvoering is gegeven aan het belastingadvies;
3°. vermelding of het advies is gegeven door het trustkantoor of door een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die deel uitmaakt van dezelfde groep als het trustkantoor.

D

In artikel 51 wordt na “in afwijking van artikel 49” ingevoegd “of 50”.

 

 

Meer informatie:

Wijzigingswet financiële markten 2024

Tags:
25 juni 2023

Geheime brief DNB over brief integriteitsrisico’s bij trustkantoren

door Ellen Timmer

DNB maakte bekend een brief aan trustkantoren te hebben gestuurd over integriteitsrisico’s. De inhoud van de brief is door DNB niet bekend gemaakt, kennelijk mag het publiek er niet van kennis nemen.

Tags: ,
8 mei 2023

Worden trustkantoren afgeschaft? Nederland als doorstroombelastingparadijs

door Ellen Timmer

Twee leden van de Tweede Kamer bepleiten in een nota afschaffing van trustkantoren, zie mijn eerdere bericht op de site. Op 19 april schreef ik dat de minister van Financiën er niet voor voelt.

Tijdens de behandeling van de nota kwam het thema opnieuw aan de orde en zei Staatssecretaris Van Rij:

Voorzitter. Dan ben ik aangekomen bij de trustsector. Dat is natuurlijk formeel het terrein van de minister, want die houdt toezicht op de financiële sector en dus ook op de trustsector. SEO Economisch Onderzoek heeft geconcludeerd dat een verbod — daar is om gevraagd — niet doelmatig en efficiënt is voor het beheersen van integriteitsrisico’s. Trustkantoren verrichten ook dienstverlening voor internationale bedrijven met operationele structuren. Die bedrijven ontplooien wel bedrijfsactiviteiten in Nederland. Daarbij geldt in algemene zin dat er meer financiële dienstverleners zijn die een faciliterende rol spelen in het opzetten van structuren. Daarnaast komt onder meer tot uitdrukking dat dat soort trustkantoren of anderen ook verantwoordelijk zijn voor de wereldwijde compliance van dat soort bedrijven. Trustbedrijven vervullen bovendien een poortwachtersfunctie, die essentieel is ter voorkoming van witwassen of het financieren van terrorisme. Een verbod kan daarom zelfs een negatief effect hebben. Een verbod kan leiden tot een toename van witwasrisico’s, doordat het financiële stelsel gedwongen afscheid neemt van gereguleerde trustkantoren die dienen als poortwachter.
Een paar maanden geleden las ik in een artikel in De Groene Amsterdammer dat er, als gevolg van de aanscherping van het toezicht op de trustsector, wat volgens mij een reinigende werking had, op shady adressen ergens in Nederland een directeur zat. Dat is het gevaar als je het helemaal zou verbieden. Ik vond dat in ieder geval opvallend en verontrustend. Het is wel goed dat niet alleen de journalisten daarover schreven, maar ook degenen in dit land bij wie de opsporing in hun taakgebied valt. Trustverlening wordt deels ingezet door doorstroomvennootschappen. Het kabinet ziet, gelet op het voorgaande, geen aanleiding voor het overgaan tot de uitwerking van een algeheel verbod, maar blijft tegelijkertijd samen met de toezichthouder de sector goed monitoren. Er wordt niet alleen gemonitord, maar het kabinet gaat ook goed het gesprek aan om dat deel van de sector dat de goede dingen doet, in samenspraak met De Nederlandsche Bank, scherp te houden. Dat is het antwoord van mijn kant wat betreft de trustsector.

 

Een lid van de Tweede Kamer reageert en haalt er de bekende slager bij:

De heer Bushoff (PvdA):
De trustsector functioneert nu toch een beetje als een slager die zijn eigen vlees keurt. Ik ben dus eigenlijk wel benieuwd naar wat de staatssecretaris van dat concept vindt als het gaat om een poortwachtersfunctie vervullen en toezicht houden. Vindt hij het dan wenselijk dat je zo’n constructie hebt waarbij een slager zijn eigen vlees keurt?

 

Hij is niet goed op de hoogte, dus reageert de staatssecretaris:

Staatssecretaris Van Rij:
Volgens mij is de slager De Nederlandsche Bank. Die heeft de trustsector natuurlijk nodig voor de informatie. Daarvoor is aangescherpte regelgeving gekomen. Ik vind de vergelijking dus niet helemaal opgaan. Het is in die zin inderdaad vergelijkbaar met de bancaire sector, en met andere sectoren overigens. Er is toezicht op de trustsector. Dat is niet overal altijd geregeld in Nederland bij alle activiteiten die er in de financiële sector zijn.

 

Dan volgt:

De heer Bushoff (PvdA):
Er wordt, vind ik, heel makkelijk de vergelijking getrokken met andere sectoren, maar die voegen wel degelijk concreet dingen toe aan de Nederlandse samenleving. Behalve het vervullen van een poortwachtersfunctie hoor ik van het kabinet nog weinig reactie op de vraag wat die trustsector nou wezenlijk toevoegt aan onze samenleving en economie. Als we die poortwachtersfunctie belangrijk vinden, is het dan niet verstandiger om te kijken of we die op een betere manier kunnen inrichten, dan door een sector in stand te houden die weinig toevoegt?

Staatssecretaris Van Rij:
Ik heb proberen te bepleiten … Je kunt iets verbieden en denken dat de wereld dan beter wordt. Er zijn tal van voorbeelden van dat dat niet zo is. Wij denken in dit geval ook dat dat niet zo is, even los van het feit dat je het probleem naar een ander land verplaatst. Wij denken dat het veel beter is om de rotte appelen uit de mand te halen. Daar is al meer dan een begin mee gemaakt na de parlementaire ondervraging in 2017. Dat is gedaan met het risico dat, op het moment dat de rotte appelen niet meer zitten bij de trustkantoren die zich wel degelijk houden aan de regels en die het toezicht serieus nemen, die activiteiten nog steeds, zelfs in Nederland, kunnen plaatshebben. Zie daarvoor mijn verwijzing naar het artikel in De Groene Amsterdammer. Het kabinet zit hier natuurlijk bovenop. Het is uw aanname dat alles wat er in de trustsector gebeurt, fout is. Dat zegt het kabinet niet. In de trustsector gebeuren namelijk ook activiteiten, zoals ik al heb aangegeven, die bijvoorbeeld te maken hebben met de wereldwijde compliance van internationaal opererende bedrijven. Compliance wil zeggen dat je je wereldwijd aan de aangifteverplichtingen houdt, fiscaal maar ook niet-fiscaal. Daar vinden wij op zichzelf niks mis mee.
Daarnaast heb je trustbedrijven die er inderdaad ook voor zorgen dat er nog andere activiteiten zijn. Je ziet vaak dat dit een keuze van het bedrijf is: kiezen zij voor een trustbedrijf of zetten zij een eigen hoofdkantoor op? Laten we het Spaanse bedrijf even als voorbeeld nemen. Ik heb uit de krant begrepen dat dat met 50 mensen naar Nederland komt. Ik weet niet hoe het dat wil doen, maar dan heeft het de keuze: doet het dat zelf en neemt het die mensen allemaal in dienst — ik vermoed haast van wel — of gaat het daar een trustbedrijf voor gebruiken? Soms zie je dat een onderneming eerst met een trustbedrijf begint en dan gaat uitbreiden. Ik zie dat dus toch iets genuanceerder, maar ik sluit mijn ogen niet voor de praktijken waar ook de initiatiefnemers, de heer Van der Lee en de heer Nijboer, het net nadrukkelijk over hebben gehad. Zij hebben beiden ook in de commissie gezeten. Het laatste wat we moeten hebben, is dat we fout geld van foute mensen naar Nederland halen en dat we dat ook nog faciliteren.

 

Zie voor alle passages over trustkantoren het verslag.

Het blijft merkwaardig dat de leden van de Tweede Kamer beweren dat trustkantoren iets bijzonders doen, terwijl dat niet het geval is. Ze zijn gewoon statutair bestuurders.

19 april 2023

Worden trustkantoren afgeschaft?

door Ellen Timmer

Naar aanleiding van een initiatiefnota uit de Tweede Kamer waarin wordt voorgesteld trustkantoren af te schaffen, liet de minister van Financiën op 3 april jl. het volgende weten:

3.1 Verbod op de trustsector

De initiatiefnemers verzoeken de Kamer in te stemmen met een verzoek aan de regering tot het uitwerken van de juridische mogelijkheden van een verbod op de trustsector.

Allereerst wijst het kabinet de initiatiefnemers op bijlage A van het rapport ‘De toekomst van de trustsector’ dat op 7 oktober 2022 tezamen met een kabinetsreactie met uw Kamer is gedeeld. 35 Bijlage A is een juridische analyse van een verbod op trustdienstverlening. Het rapport De toekomst van de trustsector is één van de actiepunten uit de kabinetsreactie op het rapport uit 2021 over illegale trustdienstverlening. Expliciet onderdeel hiervan was het onderzoeken van een mogelijk verbod van de trustsector.36

De onderzoekers concludeerden in het rapport over de toekomst van de trustsector onder meer dat een verbod op trustdienstverlening niet efficiënt en doelmatig is ter beheersing van de integriteitsrisico’s. De Commissie doorstroomvennootschappen trok in haar rapport van 3 oktober 2021 reeds een vergelijkbare conclusie. 37 Onderdeel hiervan was dat trustkantoren een poortwachtersfunctie hebben die essentieel is ter voorkoming van witwassen of financieren van terrorisme. Bij het verbieden van trustdienstverlening zou – zo lang de vraag naar trustdiensten blijft bestaan – er een verschuiving kunnen ontstaan naar de illegaliteit. Bovendien gaat de poortwachtersfunctie verloren. Gelet op de conclusies van de onderzoekers heeft het kabinet in de kabinetsreactie op het rapport over de toekomst van de trustsector geen verbod voorgesteld. Wel zijn aanvullende maatregelen aangekondigd, gericht op het vergroten van transparantie van de trustsector en het tegengaan van ‘trustshoppen.’ Deze maatregelen komen bovenop de maatregelen aangekondigd na het rapport over illegale trustdienstverlening. 38 Daarbij is reeds in 2018 de Wet toezicht trustkantoren herzien. Nederland kent gelet op het voorgaande een uitzonderlijk streng wettelijk kader ten aanzien van de trustsector, ook in EUperspectief bezien.

De initiatiefnemers onderschrijven de conclusie van het SEO-onderzoek, maar stellen tegelijkertijd dat de trustsector verboden moet worden vanwege de geringe maatschappelijke en economische meerwaarde, alsmede de morele bezwaren tegen deze sector. Het is van belang op te merken dat de vraag naar doorstroom via Nederland hoofdzakelijk gelegen is in andere factoren, zoals de (historisch) fiscale aantrekkelijkheid van Nederland. Hierop zijn de afgelopen jaren al vele maatregelen genomen (zie deze Kamerbrief). Hoewel nog steeds fiscaal gedreven, constateren de onderzoekers daartegenover een verschuivende vraag naar trustdienstverlening door internationale bedrijven met operationele structuren. Dit zijn bedrijven die wel bedrijfsactiviteiten in Nederland ontplooien. Daarbij geldt in algemene zin dat er meer (financiële) dienstverleners zijn die in het opzetten van (al dan niet fiscaal gedreven) structuren een faciliterende rol spelen. Voorts is het kabinet van oordeel dat de (al dan niet betrekkelijke) maatschappelijke en economische meerwaarde van deze sector, alsmede de eventuele morele bezwaren, afgewogen moeten worden tegen negatieve gevolgen van een verbod, zoals deze hiervoor zijn geschetst.

Het kabinet ziet gelet op het voorgaande geen aanleiding voor het overgaan tot de uitwerking van een algeheel verbod, maar blijft tegelijkertijd de sector tezamen met de toezichthouder – goed monitoren.


35 Kamerstukken II 2022/23, 32545 nr. 180.
36 Kamerstukken II 2021/22, 32545 nr. 144.
37 Kamerstukken II 2021/22, 25087, nr. 286, blg-1007733.
38 Kamerstukken II 2021/22, 32 545 nr. 144.

Tags:
17 maart 2023

Wijzigingen Wtt 2018

door Ellen Timmer

Twee wetten die wijzigingen van de Wtt 2018 bevatten zijn op 21 februari jl. in het Staatsblad verschenen:

De eerste wet omvat onder meer het doorstroomvennootschappenverbod en de nieuwe hoog-risico-landen regels. De tweede wet bevat de volgende wijziging:

Aan artikel 54 van de Wet toezicht trustkantoren 2018 wordt een lid toegevoegd, luidende:

7. De curator is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten in de uitoefening van de taak op grond van dit artikel, tenzij deze schade in belangrijke mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijk onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan grove schuld.

De besluiten inzake de inwerkingtreding zag ik nog niet, maar kunnen binnenkort worden verwacht.

2 februari 2023

AMLC podcast over de trustkantorensector

door Ellen Timmer

Het AMLC maakte bekend dat er een podcast is gemaakt over de trustkantorensector, die op anchor.fm is te vinden onder de naam Trustsector – RSM Netherlands – Herman Annink. De podcast is ook op andere kanalen te vinden onder meer Applepodcast en Googlepodcast.

Tags: