Twee leden van de Tweede Kamer bepleiten in een nota afschaffing van trustkantoren, zie mijn eerdere bericht op de site. Op 19 april schreef ik dat de minister van Financiën er niet voor voelt.
Tijdens de behandeling van de nota kwam het thema opnieuw aan de orde en zei Staatssecretaris Van Rij:
Voorzitter. Dan ben ik aangekomen bij de trustsector. Dat is natuurlijk formeel het terrein van de minister, want die houdt toezicht op de financiële sector en dus ook op de trustsector. SEO Economisch Onderzoek heeft geconcludeerd dat een verbod — daar is om gevraagd — niet doelmatig en efficiënt is voor het beheersen van integriteitsrisico’s. Trustkantoren verrichten ook dienstverlening voor internationale bedrijven met operationele structuren. Die bedrijven ontplooien wel bedrijfsactiviteiten in Nederland. Daarbij geldt in algemene zin dat er meer financiële dienstverleners zijn die een faciliterende rol spelen in het opzetten van structuren. Daarnaast komt onder meer tot uitdrukking dat dat soort trustkantoren of anderen ook verantwoordelijk zijn voor de wereldwijde compliance van dat soort bedrijven. Trustbedrijven vervullen bovendien een poortwachtersfunctie, die essentieel is ter voorkoming van witwassen of het financieren van terrorisme. Een verbod kan daarom zelfs een negatief effect hebben. Een verbod kan leiden tot een toename van witwasrisico’s, doordat het financiële stelsel gedwongen afscheid neemt van gereguleerde trustkantoren die dienen als poortwachter.
Een paar maanden geleden las ik in een artikel in De Groene Amsterdammer dat er, als gevolg van de aanscherping van het toezicht op de trustsector, wat volgens mij een reinigende werking had, op shady adressen ergens in Nederland een directeur zat. Dat is het gevaar als je het helemaal zou verbieden. Ik vond dat in ieder geval opvallend en verontrustend. Het is wel goed dat niet alleen de journalisten daarover schreven, maar ook degenen in dit land bij wie de opsporing in hun taakgebied valt. Trustverlening wordt deels ingezet door doorstroomvennootschappen. Het kabinet ziet, gelet op het voorgaande, geen aanleiding voor het overgaan tot de uitwerking van een algeheel verbod, maar blijft tegelijkertijd samen met de toezichthouder de sector goed monitoren. Er wordt niet alleen gemonitord, maar het kabinet gaat ook goed het gesprek aan om dat deel van de sector dat de goede dingen doet, in samenspraak met De Nederlandsche Bank, scherp te houden. Dat is het antwoord van mijn kant wat betreft de trustsector.
Een lid van de Tweede Kamer reageert en haalt er de bekende slager bij:
De heer Bushoff (PvdA):
De trustsector functioneert nu toch een beetje als een slager die zijn eigen vlees keurt. Ik ben dus eigenlijk wel benieuwd naar wat de staatssecretaris van dat concept vindt als het gaat om een poortwachtersfunctie vervullen en toezicht houden. Vindt hij het dan wenselijk dat je zo’n constructie hebt waarbij een slager zijn eigen vlees keurt?
Hij is niet goed op de hoogte, dus reageert de staatssecretaris:
Staatssecretaris Van Rij:
Volgens mij is de slager De Nederlandsche Bank. Die heeft de trustsector natuurlijk nodig voor de informatie. Daarvoor is aangescherpte regelgeving gekomen. Ik vind de vergelijking dus niet helemaal opgaan. Het is in die zin inderdaad vergelijkbaar met de bancaire sector, en met andere sectoren overigens. Er is toezicht op de trustsector. Dat is niet overal altijd geregeld in Nederland bij alle activiteiten die er in de financiële sector zijn.
Dan volgt:
De heer Bushoff (PvdA):
Er wordt, vind ik, heel makkelijk de vergelijking getrokken met andere sectoren, maar die voegen wel degelijk concreet dingen toe aan de Nederlandse samenleving. Behalve het vervullen van een poortwachtersfunctie hoor ik van het kabinet nog weinig reactie op de vraag wat die trustsector nou wezenlijk toevoegt aan onze samenleving en economie. Als we die poortwachtersfunctie belangrijk vinden, is het dan niet verstandiger om te kijken of we die op een betere manier kunnen inrichten, dan door een sector in stand te houden die weinig toevoegt?Staatssecretaris Van Rij:
Ik heb proberen te bepleiten … Je kunt iets verbieden en denken dat de wereld dan beter wordt. Er zijn tal van voorbeelden van dat dat niet zo is. Wij denken in dit geval ook dat dat niet zo is, even los van het feit dat je het probleem naar een ander land verplaatst. Wij denken dat het veel beter is om de rotte appelen uit de mand te halen. Daar is al meer dan een begin mee gemaakt na de parlementaire ondervraging in 2017. Dat is gedaan met het risico dat, op het moment dat de rotte appelen niet meer zitten bij de trustkantoren die zich wel degelijk houden aan de regels en die het toezicht serieus nemen, die activiteiten nog steeds, zelfs in Nederland, kunnen plaatshebben. Zie daarvoor mijn verwijzing naar het artikel in De Groene Amsterdammer. Het kabinet zit hier natuurlijk bovenop. Het is uw aanname dat alles wat er in de trustsector gebeurt, fout is. Dat zegt het kabinet niet. In de trustsector gebeuren namelijk ook activiteiten, zoals ik al heb aangegeven, die bijvoorbeeld te maken hebben met de wereldwijde compliance van internationaal opererende bedrijven. Compliance wil zeggen dat je je wereldwijd aan de aangifteverplichtingen houdt, fiscaal maar ook niet-fiscaal. Daar vinden wij op zichzelf niks mis mee.
Daarnaast heb je trustbedrijven die er inderdaad ook voor zorgen dat er nog andere activiteiten zijn. Je ziet vaak dat dit een keuze van het bedrijf is: kiezen zij voor een trustbedrijf of zetten zij een eigen hoofdkantoor op? Laten we het Spaanse bedrijf even als voorbeeld nemen. Ik heb uit de krant begrepen dat dat met 50 mensen naar Nederland komt. Ik weet niet hoe het dat wil doen, maar dan heeft het de keuze: doet het dat zelf en neemt het die mensen allemaal in dienst — ik vermoed haast van wel — of gaat het daar een trustbedrijf voor gebruiken? Soms zie je dat een onderneming eerst met een trustbedrijf begint en dan gaat uitbreiden. Ik zie dat dus toch iets genuanceerder, maar ik sluit mijn ogen niet voor de praktijken waar ook de initiatiefnemers, de heer Van der Lee en de heer Nijboer, het net nadrukkelijk over hebben gehad. Zij hebben beiden ook in de commissie gezeten. Het laatste wat we moeten hebben, is dat we fout geld van foute mensen naar Nederland halen en dat we dat ook nog faciliteren.
Zie voor alle passages over trustkantoren het verslag.
Het blijft merkwaardig dat de leden van de Tweede Kamer beweren dat trustkantoren iets bijzonders doen, terwijl dat niet het geval is. Ze zijn gewoon statutair bestuurders.