Posts tagged ‘doorstroomvennootschap’

17 maart 2023

Wijzigingen Wtt 2018

door Ellen Timmer

Twee wetten die wijzigingen van de Wtt 2018 bevatten zijn op 21 februari jl. in het Staatsblad verschenen:

De eerste wet omvat onder meer het doorstroomvennootschappenverbod en de nieuwe hoog-risico-landen regels. De tweede wet bevat de volgende wijziging:

Aan artikel 54 van de Wet toezicht trustkantoren 2018 wordt een lid toegevoegd, luidende:

7. De curator is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten in de uitoefening van de taak op grond van dit artikel, tenzij deze schade in belangrijke mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijk onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan grove schuld.

De besluiten inzake de inwerkingtreding zag ik nog niet, maar kunnen binnenkort worden verwacht.

7 juli 2022

Onderzoek naar doorstroomvennootschappen | AMLC

door Ellen Timmer

AMLC laat in de nieuwsbrief van 6 juli jl. weten dat niet bekend is in welke mate doorstroomvennootschappen misbruikt worden en dat hier onderzoek naar wordt ingesteld:

Brievenbusfirma’s
Doorstroomvennootschappen, oftewel brievenbusfirma’s houden de politiek al enige tijd bezig. Ze kunnen – naast fiscale doeleinden – ook worden gebruikt voor het doorsluizen en verhullen van illegale gelden. Het rapport hierover van de Commissie Doorstroomvennootschappen, onder leiding van Bernard ter Haar verscheen in november 2021. Vanuit de opsporing (FIOD en AMLC) hebben we het initiatief genomen voor een rondetafelgesprek met de heer Ter Haar om door te praten over hoe zijn bevindingen ons kunnen helpen in het licht van de opsporing van illegale geldstromen. Een duidelijk punt dat naar voren kwam is dat bij het aanpakken van grote fenomenen vooraf goed moet worden onderzocht wat de omvang van het probleem is om vervolgens beter te kunnen prioriteren. In dat verband is er gesproken over een vervolgonderzoek in FEC-verband naar de relatie tussen brievenbusfirma’s en witwassen en de rol van brievenbusfirma’s daarin. Wordt vervolgd!

23 mei 2022

Wijziging Wtt 2018 inzake doorstroomvennootschappen en hoog risico landen

door Ellen Timmer

Inmiddels is een tweede wetsvoorstel inzake wijziging van de Wtt [*] 2018 bij de Tweede Kamer in behandeling. Op de site van de Tweede Kamer wordt het voorstel als volgt samengevat:

Met dit wetsvoorstel wordt het trustkantoren verboden om doorstroomvennootschappen aan hun klanten aan te bieden en om diensten te verlenen via landen die in gebreke blijven bij de bestrijding van witwassen en het financieren van terrorisme of die onvoldoende optreden tegen belastingontduiking en belastingontwijking.

Doorstroomvennootschappenverbod
Opvallend is dat men doorstroomvennootschappen niet alleen voor trustkantoren verbiedt, want de tekst luidt:

Het is eenieder met zetel in Nederland verboden om beroeps- of bedrijfsmatig gebruik te maken van doorstroomvennootschappen ten behoeve van een cliënt.

De definitie van ‘doorstroomvennootschap’ is nog steeds uitermate schimmig:

Onder doorstroomvennootschap wordt verstaan een rechtspersoon of vennootschap die tot dezelfde groep behoort als degene die gebruik maakt van deze rechtspersoon of vennootschap ten behoeve van een cliënt.

Vreemd is dat dit brede verbod niet in een algemenere wet, bijvoorbeeld de Wet op het financiële toezicht, wordt opgenomen. Naleving van dit verbod is voor trustkantoren niet moeilijk, aangezien doorstroomvennootschappen in de zin van Wtt 2018 weinig meer bij trustkantoren voorkomen, aldus DNB in eerdere rapportages.

Schurkenstaten
Het verbod op dienstverlening via hoog risico landen (schurkenstaten) is lastiger uitvoerbaar, aangezien de lijstjes van landen voortdurend wisselen. In dit voorstel wordt de tekst van het nieuwe artikel 23a van het eerste wetsvoorstel (Russenverbod) aangepast. Als het eerste en tweede voorstel ongewijzigd worden aangenomen, luidt lid 1 van het artikel als volgt:

Het is een trustkantoor verboden een trustdienst te verlenen indien cliënten, doelvennootschappen, uiteindelijk belanghebbenden van cliënten en uiteindelijk belanghebbenden van doelvennootschappen woonachtig of gevestigd zijn of hun zetel hebben in:

a. de Russische Federatie;
b. de Republiek Belarus;
c. staten die op grond van artikel 9 van de vierde anti-witwasrichtlijn, in gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie, zijn aangewezen als staten met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme; of
d. staten die door de Raad van de Europese Unie, op grond van de Conclusies van de Raad over de criteria en het proces voor de opstelling van de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (PbEU 2016, C 461), zijn aangewezen als jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied.

 

 

[*] Officieel: “Wijziging van de Wet toezicht trustkantoren 2018 in verband met maatregelen om trustdienstverlening in gevallen met hoge integriteitrisico’s te verbieden“.

 

Meer informatie:

23 november 2021

Is de doorstroomvennootschap een gewone holding geworden? Over de inhoud van het rapport commissie Ter Haar

door Ellen Timmer

In dit artikel ga ik nader in op het rapport van de Commissie Doorstroomvennootschappen, dat ik gisteren al aankondigde.

Definitie
De definitie van het begrip ‘doorstroomvennootschap’ in het rapport is niet de definitie van de Wet toezicht trustkantoren 2018. Eigenlijk is het een economische definitie: het betreft rechtspersonen die geen of een beperkte reële economische bijdrage leveren aan de Nederlandse economie. Die rol kan volgens de rapporteurs heel legitiem zijn, zoals een joint venture holding van twee aandeelhouders uit twee grote EU-landen die hun holding graag in een neutraal land willen hebben.

De definitie omvat daardoor vele rechtspersonen die op volledige legitieme gronden in Nederland aanwezig zijn, men spreekt over de volgende kenmerken (pagina 24 rapport):

  1. de aanwezigheid van een internationale structuur,
  2. transacties met gelieerde partijen,
  3. beperkte reële aanwezigheid in Nederland,
  4. de aanwezigheid van fiscale, financiële of juridische motieven en
  5. grote internationale geldstromen of balansposities.

Als meerdere van deze kenmerken aanwezig zijn, kan worden gesproken van ‘doorstroom’ of een ‘doorstroomvennootschap’. Ik vermoed dat vrijwel alle holdings in internationale structuren aan eisen 1, 2, 4 en 5 voldoen, een aantal daarvan voldoet aan 3. Dat betekent dat Nederland veel doorstroomvennootschappen kent.

Legaal of illegaal behalen van fiscale voordelen, IBO’s
De meeste nadruk ligt in het rapport op het bestrijden van fiscaal ‘misbruik’ (het legaal of illegaal behalen van fiscale voordelen). Het rapport bevat een uitvoerige beschrijving van al genomen fiscale maatregelen (waarvan het effect niet altijd bekend is). Aanverwant zijn de voordelen die kunnen worden behaald met investeringsbeschermingsovereenkomsten (IBO’s). De voorgestelde maatregelen hebben vooral betrekking op fiscaliteit en IBO’s.

Criminaliteitsbestrijding
Het gedeelte van het rapport over criminaliteitsbestrijding is zeer mager. Dit onderdeel van het rapport is meer een beschrijving van wat de ministeries van Financiën en van Veiligheid al van plan zijn. Het voorstel om het begrip ‘uiteindelijk belanghebbende’ (ubo) aan te scherpen doet wereldvreemd aan.

Trustkantoren
Trustkantoren krijgen in het rapport veel aandacht als leverancier van statutair bestuurders en domicilie aan doorstroomvennootschappen. De commissie bepleit aanpak van illegale trustdienstverlening (dat is niet nieuw), waarbij opvalt dat men denkt dat de omvang daarvan aanzienlijk is. Ik ben benieuwd of de veronderstelling inzake de omvang klopt.

Informatievoorziening
In de sfeer van het jaarrekeningenrecht is volgens de commissie voordeel te behalen, door te voorkomen dat er een summiere publicatiejaarrekening wordt gepubliceerd (omdat de rechtspersoon ‘klein’ is in het jaarrekeningenrecht).

Ook stelt de commissie voor dat meer niet-fiscale informatie over deze categorie rechtspersonen wordt uitgewisseld met andere landen.

Tot slot
Naar verwachting zal dit rapport leiden tot de nodige wijzigingen met betrekking tot fiscaliteit, rechtspersonenrecht en witwasbestrijdingsregelgeving.

 

NB Opvallend is dat het de commissie wel lukte om een rapportage te krijgen over hoe het Nederlandse fiscale stelsel zich verhoudt tot dat in andere landen, maar dat een externe studie naar niet-fiscale verschillen tussen landen (met name het ondernemingsrecht) is mislukt (pagina 19).

 

Bron: Op weg naar acceptabele doorstroom. Rapport van de Commissie Doorstroomvennootschappen.

22 november 2021

Is de doorstroomvennootschap een brievenbus geworden? Rapport commissie Ter Haar

door Ellen Timmer

Vandaag is het rapport van de Commissie Doorstroomvennootschappen, de commissie Ter Haar, bekend gemaakt.

Het zal me benieuwen welke definitie van het begrip ‘doorstroomvennootschap’ is gehanteerd. Mogelijk niet de definitie van de Wet toezicht trustkantoren 2018.

 

Meer informatie:

13 februari 2021

Tips voor de Brievenbussencommissie | doorstroomvennootschappen

door Ellen Timmer

Het begrip ‘brievenbusmaatschappij’ wordt in de politieke marketing afwisselend gebruikt voor fiscale doorstroomvennootschappen, holdingmaatschappijen, BFI’s en alle soorten rechtspersonen. Gelukkig is er nu een commissie van wijzen ingesteld die klaarheid gaat brengen.

In een brief aan de Tweede Kamer is de taakopdracht vermeld, waarin onder meer is opgenomen dat de commissie het begrip doorstroomvennootschap zelf mag definiëren. Dus het is nog even afwachten of de commissie alle soorten rechtspersonen gaat bestuderen, dan wel een deelcategorie. Over de taakopdracht staat in de brief:

Taakopdracht commissie
De commissie krijgt de opdracht om onderzoek te doen naar het fenomeen doorstroomvennootschappen in al zijn aspecten en te adviseren over beleidsopties naar aanleiding van dit onderzoek. Er wordt nadrukkelijk gekozen voor een commissie met een bredere taakopdracht, zodat de vraagstelling de richting van het onderzoek niet bepaalt. Wel wordt aan de commissie een lijst meegegeven van onderwerpen die nader kunnen worden onderzocht:

  • Welke invulling van het begrip doorstroomvennootschap wordt gehanteerd?
  • Wat is de aard, oorzaak en omvang van het gebruik van doorstroomvennootschappen?
  • Wat is de invloed van doorstroomvennootschappen op de economie, waaronder op de werkgelegenheid?
  • Welke soort werkgelegenheid is hiermee gemoeid?
  • Hoeveel belasting dragen doorstroomvennootschappen in Nederland af en hoe staat dit in verhouding tot hun bijdrage aan de reële economie?
  • Wat is de rol van de fiscaliteit bij deze problematiek?
  • Wat is de impact van ons verdragennetwerk (niet zijnde belastingverdragen, maar bijvoorbeeld investeringsverdragen) op de afweging van bedrijven om gebruik te maken van een doorstroomvennootschap in Nederland?
  • Welke invloed zullen de bronbelasting op renten, royalty’s en de aangekondigde bronbelasting op dividenden hebben op de doorstroomvennootschappen?
  • Wat is de rol van tussenpersonen (zoals trustkantoren en adviseurs)?
  • Welke invloed hebben de recente aanscherpingen van de Wet toezicht trustkantoren en de aangekondigde aanscherpingen van die wet op doorstroomvennootschappen? Zijn er nadere maatregelen nodig op het terrein van dienstverlening aan doorstroomvennootschappen (toezegging aan het lid Omtzigt (CDA)).[1]
  • Wat is de samenhang tussen witwassen en belastingontwijking (motie Snels/Groothuizen)?[2]
  • Waarom speelt het gebruik van doorstroomvennootschappen juist zo in Nederland? Hoe gaan andere landen met deze problematiek om?
  • Wat is de invloed van Europeesrechtelijke en internationale ontwikkelingen op het bestaan van doorstroomvennootschappen?
  • Is het gebruik van doorstroomvennootschappen (on)wenselijk?
  • Welke fiscale en niet-fiscale beleidsopties zijn er om ongewenst gebruik van doorstroomvennootschappen te bestrijden?

[1] Plenaire behandeling Pakket Belastingplan 2021, 11 november 2020, ongecorrigeerd stenogram, p. 50.

[2] Kamerstukken II 2019/20, 31 477, nr. 46.

 

Commissie met hofleverancier Unger
In de commissie mag natuurlijk de hofleverancier van de overheid, mevrouw Brigitte Unger, niet ontbreken. Verder zijn Martin Bergwerff (belastingadviseur OECD), Anja de Haan (Belastingdienst), Henk Vording (hoogleraar belastingrecht) en Francis Weyzig (auteur van een boek over belastingheffing bij multinationals in ontwikkelingslanden) lid van de commissie. De enige die ik niet kan thuis brengen is Pieter Moore.

Mogelijk is mevrouw Unger de enige niet-fiscalist van het gezelschap, eventueel samen met Moore.

Trustkantorenkennis?
Zo te zien is er geen kennis op het gebied van de trustkantorenwetgeving vertegenwoordigd. Misschien is dat niet nodig, nu er nauwelijks meer doorstroomvennootschappen in de zin van de Wet toezicht trustkantoren 2018 meer zijn.

In mei vorig jaar constateerde ik al dat het voorstel om de Wtt-2018-doorstroomvennootschappen af te schaffen pure symboliek is, wat blijkt uit het verslag van DNB over het kalenderjaar 2018. Daarin staat dat “het aantal doorstroomvennootschappen is gedaald van 132 medio 2013 naar 27 eind 2017” (kennelijk omvat dat ook doorstroomvennootschappen die niet van trustkantoren zijn). Het aantal trustkantoren die volgens DNB gebruik maken van doorstroomvennootschappen is in de periode 2013-2017 gedaald van 50 naar 19.

Tips voor de Brievenbussencommissie:

  • Steek niet te veel tijd in de Wtt-2018-doorstroomvennootschap want dat is zonde van de tijd.
  • Leg nog eens uit aan kamerlid Omtzigt wat een Wtt-2018-doorstroomvennootschap is.

 

Meer informatie:

30 oktober 2020

Wijziging Wtt 2018 geïntegreerd in wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen

door Ellen Timmer

Dit voorjaar is een consultatie gehouden over wijziging van de Wet toezicht trustkantoren 2018 (lees mijn eerdere bericht). Uit een bericht op de consultatiesite blijkt dat het geconsulteerde wetsvoorstel in het wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen is gevoegd. Voor het consultatieverslag wordt verwezen naar een document waarin verslag wordt gedaan van beide consultaties. Over de Wtt 2018 staat in dat verslag het volgende vermeld:

7. Aanvullende maatregelen trustsector

De nieuwe definitie van doorstroomvennootschap heeft tot veel vragen geleid en is daarom aangepast. Er is voor gekozen om de elementen “economische activiteit” en “wettelijke verplichting” uit de definitie te halen omdat deze elementen voor verwarring leken te zorgen. Het is immers niet de bedoeling meer of andere dienstverlening te verbieden dan op dit moment vergunningplichtig is.

Verschillende partijen hebben tot slot opgemerkt dat een overgangstermijn wenselijk is, dit verzoek is opgevolgd en ingeregeld. Voorts heeft een aantal partijen opgemerkt bij het verbod op dienstverlening waarbij landen betrokken zijn die op de lijst van derde-hoogrisicolanden staan of op de lijst van non-coöperatieve landen op belastinggebied, dat de dienstverlening als gevolg nu de illegaliteit in zou kunnen verdwijnen. Dit blijft altijd een risico. Dit zal echter goed gemonitord worden en indien er signalen zijn dat deze dienstverlening massaal in de illegaliteit wordt voortgezet dan zullen de nodige maatregelen worden getroffen. Dit argument is echter geen reden om het verbod te schrappen.

Tot slot hebben verschillende partijen opgemerkt dat een overgangstermijn wenselijk is, dit verzoek is opgevolgd en ingeregeld in artikel V van dit wetsvoorstel.

25 september 2020

Trustkantoren in het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen | Wwft, Wtt 2018

door Ellen Timmer

Vandaag werd het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen aangekondigd, lees dit op mijn algemene blog. Over trustkantoren staat het volgende in het nieuwsbericht van de rijksoverheid:

Verder worden in dit wetsvoorstel maatregelen getroffen om de integriteit van de trustsector te waarborgen. De afgelopen jaren is gebleken dat de wetgeving in deze sector nog niet volledig wordt nageleefd en er integriteitsrisico’s blijven bestaan. Dienstverlening waaraan bijzonder hoge integriteitsrisico’s zijn verbonden, wordt daarom verboden. Dit betekent dat er een verbod komt op dienstverlening waarbij derde-hoog risicolanden of op belastinggebied non-coöperatieve landen betrokken zijn en dat het aanbieden van doorstroomvennootschappen wordt verboden.

9 april 2020

Wijziging Wtt 2018 in consultatie | doorstroomvennootschappen en schurkenstaten

door Ellen Timmer

Vandaag is de internetconsultatie ‘Wijziging Wet toezicht trustkantoren 2018‘ van start gegaan. Onderstaand de aankondiging met vindplaatsen en daarna de teksten van het doorstroomvennootschapverbod en het hoog risicolandenverbod.

 

Aankondiging

Hierna volgen delen van de aankondiging, met verwijzingen naar de consultatiedocumenten.

Wijziging Wet toezicht trustkantoren 2018
Wijziging van de Wet toezicht trustkantoren 2018 in verband met aanvullende maatregelen om de integriteitrisico’s bij trustdienstverlening te beheersen

Consultatie gegevens
Publicatiedatum 09-04-2020
Einddatum consultatie 07-05-2020

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt
Trustkantoren

Verwachte effecten van de regeling voor de doelgroepen
Voor de verwachte effecten van de regeling wordt verwezen naar §3 van het algemeen deel van de memorie van toelichting. In deze paragraaf wordt ingegaan op de gevolgen en effecten voor het bedrijfsleven die het wetsvoorstel met zich mee zou kunnen brengen.

Waarop kunt u reageren
De reacties mogen betrekking hebben op alle onderdelen van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting.

Downloads
Concept regeling Wetsvoorstel
Ontwerp toelichting Memorie van Toelichting
• Integraal Afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Toelichting op IAK vragen

 

Doorstroomvennootschapsverbod en hoog risicolandenverbod in het voorstel

Het voorstel bevat een verbod op doorstroomvennootschappen dat als volgt is geformuleerd:

Artikel 3a. Verbod optreden als doorstroomvennootschap
1. Het is eenieder met zetel in Nederland verboden om beroeps- of bedrijfsmatig een doorstroomvennootschap aan te bieden.
2. Onder doorstroomvennootschap wordt in dit artikel verstaan een rechtspersoon of vennootschap zonder economische activiteit, die gebruikt wordt ten behoeve van één of meerdere derden die niet tot de groep behoort of behoren waartoe de rechtspersoon of vennootschap behoort, en waarvan het gebruik niet tot doel heeft om te voldoen aan enige wettelijke verplichting.

Het verbod op diensten in relatie tot hoog risicolanden is in het voorstel als volgt geformuleerd:

Artikel 23a. Verbod op dienstverlening bij betrokkenheid hoog risicolanden
1. Het is een trustkantoor verboden een zakelijke relatie aan te gaan of een trustdienst te verlenen indien cliënten, doelvennootschappen, uiteindelijk belanghebbenden van cliënten en uiteindelijk belanghebbenden van doelvennootschappen woonachtig of gevestigd zijn of hun zetel hebben in staten die:
a. op grond van artikel 9 van de vierde anti-witwasrichtlijn, in gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie, zijn aangewezen als staten met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme; of
b. door de Raad van de Europese Unie, op grond van artikel 22 van Verordening (EU) 2017/1601, zijn aangewezen als jurisdicties die niet- coöperatief zijn op belastinggebied.

 

Schurkenstaten volgens de EU

De lijsten van schurkenstaten van de EU zijn zoals gebruikelijk moeilijk te vinden. Voor zover ik weet zijn de fiscale schurkenstaten momenteel American Samoa, Cayman Islands, Fiji, Guam, Oman, Palau, Panama, Samoa, Trinidad and Tobago, US Virgin Islands, Vanuatu, Seychelles, aldus dit bericht.

Het laatste witwasschurkenstatenlijstje van de EU dat ik ken staat hier en vermeldt drie categorieën, met in categorie II en III de bekende namen van Iran en Noord-Korea. In categorie I staan een groot aantal ontwikkelingslanden, waarvan ik me niet kan voorstellen dat deze voor trustkantoren relevant zijn. Op de lijst staan volgens de bron Afghanistan, Bosnië en Herzegovina, Guyana, Irak, Laos, Syrië, Uganda, Vanuatu, Jemen, Ethiopië, Sri Lanka, Trinidad en Tobago, Tunesië en Pakistan.

 

Tot slot

Het zal me benieuwen of deze wijziging van de Wtt 2018 meer dan een symbolisch karakter heeft. Het Ministerie van Financiën zou pas echt doorpakken als alle statutair bestuurders van alle rechtspersonen in Nederland onder toezicht van DNB zouden worden gebracht.

 


Aanvulling 19 mei 2020
Dat het voorstel inzake doorstroomvennootschappen pure symboliek is blijkt uit het verslag van DNB over het kalenderjaar 2018. Daarin staat dat “het aantal doorstroomvennootschappen is gedaald van 132 medio 2013 naar 27 eind 2017” (kennelijk omvat dat ook doorstroomvennootschappen die niet van trustkantoren zijn). Het aantal trustkantoren die volgens DNB gebruik maken van doorstroomvennootschappen is in de periode 2013-2017 gedaald van 50 naar 19.

16 januari 2020

Nieuwe wetgevende plannen voor de trustkantoren-sector

door Ellen Timmer

Op 14 januari jl. maakten de ministers van Financiën en van Veiligheid een brief bekend over de voortgang van de maatregelen op het gebied van bestrijding van financieel-economische criminaliteit, in het kort als ‘witwassen’ aangeduid. Zoals bekend heeft de overheid taken op het gebied van opsporing (‘monitoring van transacties‘) van vermoedelijke strafbare feiten (‘ongebruikelijke transacties‘) naar het bedrijfsleven geprivatiseerd. Belangrijke spelers in dat verband zijn onder meer trustkantoren, waar ik in dit artikel op focus.

Bij de brief van de ministers horen een aantal  bijlagen, onder meer een door DNB opgesteld ‘Toezichtbeeld DNB Trustkantoren 2019‘.

Kernrol trustkantoren: optreden als statutair bestuurders
De trustkantoren krijgen in de brief van de ministers en in het door DNB vervaardigde toezichtbeeld flinke vegen uit de pan, waarbij de suggestie wordt gewekt dat het financiële instellingen zijn. Het opmerkelijke daarbij is dat de belangrijkste dienst die trustkantoren verlenen, het optreden als statutair directeur van rechtspersonen is, met name bij besloten vennootschappen en stichtingen naar Nederlands recht. In verband met die bestuursrol verlenen ze domicilie en verrichten ze administratieve werkzaamheden. Trustkantoren verlenen geen financiële diensten en zijn ook geen financiële instellingen.

Voorlopig gaan de ministeries van Financiën en van Veiligheid door met verhullen dat het hier om gewone statutair bestuurders gaat.

Beleidsvoornemens
De ministers schrijven in de brief van 14 januari dat trustkantoren de nieuwe regelgeving nog niet voldoende geïncorporeerd zou hebben. Uit de brief van de ministers blijkt niet wat er dan onvoldoende geïmplementeerd zou zijn en welk verband die zogenaamde onvolkomenheden hebben met de aangekondigde maatregel van het verbieden van de ‘doorstroomvennootschap‘ als bedoeld in de Wtt 2018 (goed te onderscheiden van de fiscale doorstroomvennootschap). Ik hoor nl. zelden van de trustkantoren die ik spreek, dat zij er Wtt-doorstroomvennootschappen op na houden.

Voorts bestaat het voornemen om trustkantoren te verbieden om “diensten verlenen waarbij landen betrokken zijn die a) op de lijst van derde-hoogrisicolanden staan of b) op de lijst van de Europese Commissie van non-coöperatieve derde landen op belastinggebied staan“. Uiteraard wordt dit gevolgd door een bekend poortwachtersmantra:

In die gevallen is sprake van een cumulatie van risico’s die wij onbeheersbaar achten in een sector waarbij de diensten op zichzelf al inherent hoge integriteitrisico’s met zich brengen.

Hoe de ministers er bij komen dat het zijn van statutair bestuurder een inherent hoog integriteitsrisico met zich meebrengt, is mij een raadsel, zeker nu trustkantoren – anders dan andere statutair bestuurders – onder toezicht van DNB staan.

De ministers starten een onderzoek naar illegale trustdienstverlening, iets waarover al vele malen is gesproken, namelijk het splitsen tussen het zijn van statutair bestuurder en het verlenen van domicilie. DNB spreekt er alleen in vage termen over, zodat niet duidelijk is wat er speelt.

Verslag DNB
Opvallend is dat de ministers spreken over door DNB opgelegde formele handhavingsmaatregelen, waarbij de suggestie wordt gewekt dat dit verband houdt met de hiervoor bedoelde beleidsvoornemens. Dat verband kan niet worden gevonden in het document van DNB, nu DNB spreekt over onderzoeken naar 21 trustkantoren en oplegging aan een deel van die trustkantoren van tien handhavingsmaatregelen. Dat geeft dus geen beeld van de sector van de trustkantoren in het algemeen.

Het beeld waar DNB over spreekt heeft betrekking op de bureaucratische eisen die aan trustkantoren worden gesteld, op het gebied van het bewijzen van hun inspanningen (vastlegging in het dossier). Lees bijvoorbeeld:

Belangrijke gemene deler bij de uitkomst van onderzoeken is dat er nog regelmatig tekortkomingen worden aangetroffen in de uitvoering van het verplichte cliëntenonderzoek en de vastlegging ervan in het dienstverleningsdossier (dvd), in een dvd komt het door het trustkantoor uitgevoerde cliëntenonderzoek met betrekking tot een specifieke cliënt tot uiting. Uit een dvd is op te maken of het trustkantoor het cliëntenonderzoek adequaat heeft uitgevoerd. Dit houdt in dat in het dvd de integriteitsrisico’s zijn benoemd, hoe deze worden ondervangen en of de integriteitsrisico’s na mitigerende maatregelen acceptabel zijn voor het trustkantoor, oftewel of die risico’s (na mitigatie) passen binnen de zogenaamde risk appetite van het trustkantoor. DNB ziet dat de vereiste ‘due diligence’ niet altijd aanwezig is waardoor in sommige gevallen integriteitsrisico’s niet in beeld zijn, of lager worden ingeschat dan ze zijn, of de effectiviteit van mitigerende maatregelen hoger wordt ingeschat dan die is. Ook ziet DNB dat het cliëntenonderzoek niet compleet is.

Weg met de trust?
Het is niet verrassend dat lid van de Tweede Kamer Nijboer tijdens de behandeling van de Wwft-voorstellen op 3 december 2019 in de Tweede Kamer zei:

Bij trustkantoren vind ik dat anders. Dan vind ik het heel gek om zo’n trustkantoor dat vertrouwen te geven. Dat weet de minister ook. Ik wil gewoon van die trustkantoren af. Dan moet wel de wetgeving worden aangescherpt, maar het is vragen om ellende om die te laten voortbestaan. 

Het lijkt er op dat dit de kern is van waar de ministeries en DNB mee bezig zijn. Nu trustkantoren huis-tuin-en-keuken activiteiten hebben op het gebied van rechtspersonen (besturen, domicilie verlenen en administreren), is de wens van Nijboer niet reëel.

Machine-denken
Uit de brief van de ministers rijst het bij trustkantoren bekende beeld op van het stellen van onhaalbare eisen, waaraan geen mens kan voldoen.

Het is een voorbeeld van het machine-denken van de overheid waarover ik op mijn algemene blog schreef. Lees over dat onderwerp ook Dehumanisation of the large corporation door Jaap Winter. Juist bestrijding van criminaliteit leidt tot het doorslaan van de overheid, heeft de toeslagenaffaire ons geleerd. Ondernemers hebben daar niet zoveel aan.

Ik ben heel benieuwd of het toezichtregime voor trustkantoren straks voor alle statutair bestuurders in Nederland zal gaan gelden. Als dat gebeurt dan is er werkgelegenheid voor iedere burger tot in de lengte van dagen. Met behulp van IT kan iedereen zich tot het oneindige bezighouden met vastleggen, risico’s analyseren, mitigerende maatregelen nemen, risk appetite bepalen en gesprekken voeren met compliance- en audit-functionarissen en met de toezichthouder.

 

Meer informatie:

Brief van 14 januari 2020, rijksoverheid.nl (pdf)

  • Bijlage – Reactie beleidsmonitor terrorismefinanciering, rijksoverheid.nl (pdf)
  • Bijlage – Bijlage bij Kamerbrief Beleidsmonitor Terrorismefinanciering, rijksoverheid.nl (pdf)
  • Bijlage – Toezichtbeeld DNB Trustkantoren 2019, rijksoverheid.nl (pdf), opgesteld door DNB
  • Bijlage – Advies toegang tot gegevens voor poortwachters in de aanpak van witwassen, rijksoverheid.nl (pdf). Advies Autoriteit Persoonsgegevens.

Lees ook mijn artikel De bureaucratische dwaalweg van het toezicht op trustkantoren.

%d bloggers liken dit: