Tips voor de Brievenbussencommissie | doorstroomvennootschappen

door Ellen Timmer

Het begrip ‘brievenbusmaatschappij’ wordt in de politieke marketing afwisselend gebruikt voor fiscale doorstroomvennootschappen, holdingmaatschappijen, BFI’s en alle soorten rechtspersonen. Gelukkig is er nu een commissie van wijzen ingesteld die klaarheid gaat brengen.

In een brief aan de Tweede Kamer is de taakopdracht vermeld, waarin onder meer is opgenomen dat de commissie het begrip doorstroomvennootschap zelf mag definiëren. Dus het is nog even afwachten of de commissie alle soorten rechtspersonen gaat bestuderen, dan wel een deelcategorie. Over de taakopdracht staat in de brief:

Taakopdracht commissie
De commissie krijgt de opdracht om onderzoek te doen naar het fenomeen doorstroomvennootschappen in al zijn aspecten en te adviseren over beleidsopties naar aanleiding van dit onderzoek. Er wordt nadrukkelijk gekozen voor een commissie met een bredere taakopdracht, zodat de vraagstelling de richting van het onderzoek niet bepaalt. Wel wordt aan de commissie een lijst meegegeven van onderwerpen die nader kunnen worden onderzocht:

  • Welke invulling van het begrip doorstroomvennootschap wordt gehanteerd?
  • Wat is de aard, oorzaak en omvang van het gebruik van doorstroomvennootschappen?
  • Wat is de invloed van doorstroomvennootschappen op de economie, waaronder op de werkgelegenheid?
  • Welke soort werkgelegenheid is hiermee gemoeid?
  • Hoeveel belasting dragen doorstroomvennootschappen in Nederland af en hoe staat dit in verhouding tot hun bijdrage aan de reële economie?
  • Wat is de rol van de fiscaliteit bij deze problematiek?
  • Wat is de impact van ons verdragennetwerk (niet zijnde belastingverdragen, maar bijvoorbeeld investeringsverdragen) op de afweging van bedrijven om gebruik te maken van een doorstroomvennootschap in Nederland?
  • Welke invloed zullen de bronbelasting op renten, royalty’s en de aangekondigde bronbelasting op dividenden hebben op de doorstroomvennootschappen?
  • Wat is de rol van tussenpersonen (zoals trustkantoren en adviseurs)?
  • Welke invloed hebben de recente aanscherpingen van de Wet toezicht trustkantoren en de aangekondigde aanscherpingen van die wet op doorstroomvennootschappen? Zijn er nadere maatregelen nodig op het terrein van dienstverlening aan doorstroomvennootschappen (toezegging aan het lid Omtzigt (CDA)).[1]
  • Wat is de samenhang tussen witwassen en belastingontwijking (motie Snels/Groothuizen)?[2]
  • Waarom speelt het gebruik van doorstroomvennootschappen juist zo in Nederland? Hoe gaan andere landen met deze problematiek om?
  • Wat is de invloed van Europeesrechtelijke en internationale ontwikkelingen op het bestaan van doorstroomvennootschappen?
  • Is het gebruik van doorstroomvennootschappen (on)wenselijk?
  • Welke fiscale en niet-fiscale beleidsopties zijn er om ongewenst gebruik van doorstroomvennootschappen te bestrijden?

[1] Plenaire behandeling Pakket Belastingplan 2021, 11 november 2020, ongecorrigeerd stenogram, p. 50.

[2] Kamerstukken II 2019/20, 31 477, nr. 46.

 

Commissie met hofleverancier Unger
In de commissie mag natuurlijk de hofleverancier van de overheid, mevrouw Brigitte Unger, niet ontbreken. Verder zijn Martin Bergwerff (belastingadviseur OECD), Anja de Haan (Belastingdienst), Henk Vording (hoogleraar belastingrecht) en Francis Weyzig (auteur van een boek over belastingheffing bij multinationals in ontwikkelingslanden) lid van de commissie. De enige die ik niet kan thuis brengen is Pieter Moore.

Mogelijk is mevrouw Unger de enige niet-fiscalist van het gezelschap, eventueel samen met Moore.

Trustkantorenkennis?
Zo te zien is er geen kennis op het gebied van de trustkantorenwetgeving vertegenwoordigd. Misschien is dat niet nodig, nu er nauwelijks meer doorstroomvennootschappen in de zin van de Wet toezicht trustkantoren 2018 meer zijn.

In mei vorig jaar constateerde ik al dat het voorstel om de Wtt-2018-doorstroomvennootschappen af te schaffen pure symboliek is, wat blijkt uit het verslag van DNB over het kalenderjaar 2018. Daarin staat dat “het aantal doorstroomvennootschappen is gedaald van 132 medio 2013 naar 27 eind 2017” (kennelijk omvat dat ook doorstroomvennootschappen die niet van trustkantoren zijn). Het aantal trustkantoren die volgens DNB gebruik maken van doorstroomvennootschappen is in de periode 2013-2017 gedaald van 50 naar 19.

Tips voor de Brievenbussencommissie:

  • Steek niet te veel tijd in de Wtt-2018-doorstroomvennootschap want dat is zonde van de tijd.
  • Leg nog eens uit aan kamerlid Omtzigt wat een Wtt-2018-doorstroomvennootschap is.

 

Meer informatie:

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: