Posts tagged ‘DNB’

2 februari 2025

DNB over de integriteit van Nederlandse vergunningplichtige statutair bestuurders | trustkantoren

door Ellen Timmer

Nederland is voor zover ik weet het enige land in Europa dat een vergunningplicht kent voor statutair bestuurders, wat is geregeld in de Wet toezicht trustkantoren 2018 [1]. Iedereen die beroepsmatig bestuurder van rechtspersonen is (trustbestuurders), heeft een vergunning op grond van deze wet nodig.
In het onlangs uitgebrachte integriteitsrapport van DNB komen ook trustbestuurders aan de orde. De door trustbestuurders bestuurde entiteiten worden in de wet ‘doelvennootschappen’ genoemd.

Daling vergunningen
DNB meldt verheugd dat het aantal vergunninghouders is gedaald van 136 in 2022 naar 120 in 2023. Ook het aantal doelvennootschappen nam af. De omzet nam echter wel toe.

Nieuwe hoogrisico-regels
Terwijl er sinds enige tijd voor trustbestuurders een Russenverbod geldt en een verbod inzake klanten met een relatie met hoogrisicolanden [2], kom ik daarover in het integriteitsrapport niets tegen. Op diverse plaatsen wordt gesproken over hoog risico landen in relatie tot doelvennootschappen die door trustbestuurders worden bediend.

Een statutair bestuurder die geen zicht heeft op de eigen bankrekening
Ook valt op dat het kennelijk normaal is dat een trustbestuurder, die tenslotte hetzelfde doet als iedere andere statutair bestuurder, geen zicht heeft op bankrekeningen van doelvennootschappen. Dat volgt uit par. 4.4.1:

Het risico op witwassen via buitenlandse rekeningen doet zich binnen de trustsector met name voor op het moment dat er onvoldoende zicht is op de bankrekeningen van doelvennootschappen. (…)

Een aspect dat hier een belangrijke rol speelt is het volledige beeld dat een trustkantoor dient te hebben van de zakelijke relaties van de doelvennootschap alsmede de bijbehorende transacties.

Het doet de vraag rijzen of DNB als toezichthouder wel voldoende aandacht heeft voor de vraag of trustbestuurders wel de rol spelen die zij in hun rechtspersonenrechtelijke hoedanigheid behoren te spelen. De rol is minstens zo belangrijk als de verplichtingen op grond van de Wet toezicht trustkantoren 2018.

‘Minder transparante Nederlandse rechtsvormen’
DNB spreekt over ‘minder transparante Nederlandse rechtsvormen‘. Geen idee wat er bedoeld wordt [3]. In de passage wordt gesproken over ‘risico verhogende eigenschappen’, zonder een duidelijke toelichting, al kan vermoed worden dat men nominee shareholders, commanditaire vennootschappen [4], Angelsaksische trusts, back-to-back-leningen en structuren met meer dan vijf lagen bedoelt.
De commanditaire vennootschap is een heel gewone Nederlandse vorm van personenvennootschap, waarvan ik niet inzie wat daar bijzonder aan is. Wellicht dat enige bijscholing van de toezichthouders nuttig kan zijn.
De nominee shareholder en de Angelsaksische trust komen beiden uit het Angelsaksische recht. Of een Nederlandse bv (dat zullen de meeste doelvennootschappen zijn) wel een nominee shareholder kan hebben vraag ik me af, het Nederlandse recht kent alleen echte aandeelhouders.
De veronderstelling dat een structuur met meer dan vijf lagen per definitie risicovol zou zijn vind ik ook een interessante, bij grotere bedrijven komt dat veel voor. Of een grotere structuur risicovol is, lijkt me meer met governance te maken te hebben dan met het aantal lagen.

Operationeel actieve doelvennootschappen
DNB signaleert dat er meer operationeel actieve doelvennootschappen zijn. Dat betekent dan dat de trustbestuurder een heel gewone statutair bestuurdersrol speelt. De vraag is dan wel waarom men voor een trustbestuurder kiest.

Tot slot

Het blijft boeiend dat statutair bestuurders vergunningplichtig zijn. Wel jammer dat DNB de rol van de trustbestuurders niet vergelijkt met ‘gewone’ statutair bestuurders en ook niet kijkt naar de invulling van de verplichtingen op grond van het burgerlijke recht.

 

 

Noten:

[1] Deze wet regelt ook andere ‘trustdiensten’ dan het optreden als statutair bestuurder van rechtspersonen, maar die andere trustdiensten komen nauwelijks voor.

[2] Zie artikel 23a Wet toezicht trustkantoren 2018, verbod op dienstverlening bij betrokkenheid bepaalde landen:

1. Het is een trustkantoor verboden een trustdienst te verlenen indien cliënten, doelvennootschappen, uiteindelijk belanghebbenden van cliënten en uiteindelijk belanghebbenden van doelvennootschappen woonachtig of gevestigd zijn of hun zetel hebben in:
a. de Russische Federatie;
b. de Republiek Belarus;
c. staten die op grond van artikel 9 van de vierde anti-witwasrichtlijn, in gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie, zijn aangewezen als staten met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme; of
d. staten die door de Raad van de Europese Unie, op grond van de Conclusies van de Raad over de criteria en het proces voor de opstelling van de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden (PbEU 2016, C 461), zijn aangewezen als jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied.

2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover de identiteit van een cliënt, doelvennootschap, uiteindelijk belanghebbende van de cliënt of uiteindelijk belanghebbende van doelvennootschap overeenkomt met een rechtspersoon of natuurlijk persoon als bedoeld in de Sanctiewet 1977 en de op grond van de Sanctiewet 1977 vastgestelde regelingen en besluiten met betrekking tot het financieel verkeer. Na beëindiging van de omstandigheid, bedoeld in de eerste volzin, voldoet een trustkantoor binnen drie maanden aan het eerste lid, gerekend vanaf de datum dat de omstandigheid is beëindigd.

3. Het eerste lid is niet van toepassing indien de cliënt of uiteindelijk belanghebbende, bedoeld in het eerste lid, een natuurlijk persoon is die de nationaliteit bezit van een lidstaat van de Europese Unie, van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland, of die in het bezit is van een verblijfsvergunning voor een van deze staten.

4. Een trustkantoor voldoet binnen drie maanden aan het eerste lid, gerekend vanaf het moment waarop een land is toegevoegd aan een lijst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c of d.

[3] Voor zover door DNB op de commanditaire vennootschap wordt gedoeld: als een bv meer dan één aandeelhouder heeft, zijn de aandeelhouders niet in het handelsregister zichtbaar. De commanditair vennoot is daarmee vergelijkbaar. Voor beide rechtsvormen geldt dat degene die als ‘uiteindelijk belanghebbende ‘ (ubo) kwalificeert in het ubo-register moet worden ingeschreven.

[4] Deze komen ook in par. 4.4.5 voor.

Tags: ,
23 april 2024

DNB rapporteert over toezicht op trustkantoren

door Ellen Timmer

De Nederlandsche Bank (DNB) maakte een nieuw rapport over het integriteitstoezicht bekend, aankondiging. De toezichthouder meldt dat dit rapport, “Integriteitstoezicht in Beeld 2024-2025” (IIB), in de plaats komt van de eerdere sectorale rapporten.

In het rapport staat over trustkantoren onder meer:

2.5 Trustkantoren

Het aantal vergunningen voor trustdienstverlening in Nederland krimpt nog steeds. Bij de overname van cliënten van andere trustkantoren, waarbij ook risicovolle cliënten zitten, stelt DNB vast dat het benodigde cliëntenonderzoek in veel gevallen achterblijft. Daarbij verdwijnen cliënten van legale trustkantoren deels ook naar illegale partijen.

Ook zien wij dat trustdiensten worden opgeknipt, waarbij trustdienstverleners proberen te voorkomen om aan de eisen van de Wtt en de Wwft te moeten voldoen. Dit gebeurt door diensten kunstmatig op te splitsen in kleinere delen, zodat elk afzonderlijk deel onder de drempelvereisten van deze wetten valt. Het opknippen van trustdiensten kan leiden tot grote witwasrisico’s. Daarnaast worden in sommige gevallen alsnog vergunningplichtige diensten aangeboden. In die gevallen treedt DNB handhavend op.

Over het KYC schrijft DNB:

Cliëntenonderzoek

Sinds de inwerkingtreding van de Wtt 2018 ziet DNB in algemene zin verbeteringen in de wijze waarop trustkantoren hun
cliëntenonderzoek uitvoeren. Uit verschillende onderzoeken en handhavingstrajecten van DNB blijkt echter ook dat bij zowel grotere als kleine trustkantoren nog diverse tekortkomingen worden aangetroffen. Deze zien met name op de voortdurende controle en het vaststellen van de herkomst van het vermogen van een doelvennootschap. Indien een trustkantoor onvoldoende kennis van deze factoren heeft is het uitoefenen van de rol van poortwachter niet goed mogelijk.

2.5.2 Sanctiescreening
DNB heeft in mei 2023 een terugkoppeling gegeven over de bevindingen uit sanctieonderzoeken waarbij ook trustkantore in scope waren (zie ook het nieuwsbericht).

Trustkantoren kennen een sterke vertegenwoordiging van hoog risicolanden in hun bedrijfsvoering, net als banken en betaaldienstverleners, aldus DNB:

3.1.1 Hoog risicolanden

De sectoren banken, betaaldienstverleners en trustkantoren kennen een sterke vertegenwoordiging van hoog risicolanden in hun bedrijfsvoering. Hoog risicolanden kunnen een rol spelen bij, bijvoorbeeld, de woonplaats van de UBO of de vestigingsplaats van een vennootschap. Daarnaast kunnen transacties uit en naar hoog risicolanden een belangrijke rol spelen. Voor sommige banken, betaaldienstverleners en trustkantoren geldt daarbij tevens dat er sprake kan zijn van hoog risicolanden in de vennootschappelijke structuur van de cliënt of in complexe internationale financieringen. Bij complexe structuren of buitenlandse financieringen is het extra relevant dat een financiële instelling de aanwezigheid van hoog risicolanden in haar beoordeling meeneemt. (…)

In de trustsector is sprake van de volgende top-5 hoog risicolanden waar doelvennootschappen activiteiten hebben: Israël, Zwitserland, Singapore, China en Turkije. DNB heeft in eerdere uitingen naar de trustsector gewezen op de risico’s die gepaard gaan met de combinatie van Politically Exposed Persons (PEP’s) in hoog risicolanden en hoog risicosectoren. Het verhoogde landenrisico doet zich daarnaast voor indien binnen de structuur van de doelvennootschap sprake is van een vennootschappelijke vestigingsplaats in een hoog risicoland. Het trustkantoor kan hiermee voorkomen betrokken te raken bij witwassen, corruptie en sanctie-omzeiling.

Op pagina 16 geeft de toezichthouder een sectoranalyse:

3.2.5 Trustkantoren

In de trustsector is veelal sprake van fiscaal gedreven bedrijfsstructuren met een relatief hoog aantal doelvennootschappen met activiteiten in hoog risicolanden en hoog risicosectoren. DNB realiseert zich hierbij dat ook binnen deze groep doelvennootschappen verschillen bestaan met betrekking tot het uiteindelijke risico op financieel-economische criminaliteit.

Hoog risicosectoren
De belangrijkste risicosectoren zijn i) commercieel vastgoed, ii) olie, gas en energie, iii) grondstoffen, mineralen en mijnbouw.

Bij activiteiten die in verband gebracht kunnen worden met (commercieel) vastgoed vormen met name de oorsprong en de bestemming van gelden bij vastgoedinvesteringen een risico op witwassen. Het in verhouding hoge aantal cliënten binnen de trustsector dat actief is in de olie-, gas- en energiesector zorgt naast een verhoogd risico op witwassen ook voor een verhoogd risico op sanctieomzeiling en corruptie. Hetzelfde geldt voor de sector grondstoffen, mineralen en mijnbouw. DNB zal hier in haar toezicht het komend jaar aandacht aan besteden.

Cumulatieve risico’s
Ten aanzien van de activiteiten in bovengenoemde hoog risicosectoren spelen tevens elementen die de transparantie van een (internationale) bedrijfsstructuur belemmeren een belangrijke rol. Denk daarbij aan een structuur waarbij sprake is van meer dan vijf lagen aan vennootschappen met een grensoverschrijdend karakter. Of bijvoorbeeld de aanwezigheid van een nominee shareholder, een Angelsaksische trust of een ander element dat de transparantie van een structuur belemmert. Om een goede invulling te kunnen geven aan de poortwachtersfunctie is het van belang dat trustkantoren zicht hebben op de relevante delen van de structuur en daarmee samenhangende relaties.
DNB vraagt bijzondere aandacht voor de wijze waarop trustkantoren de cumulatieve risico’s van hoog risicolanden, de hoog risicosectoren en in-transparante structuren adresseren in de SIRA.

 

11 april 2024

DNB bericht over rondetafelgesprek beleidsregels Wtt 2018

door Ellen Timmer

In het bericht Rondetafel trustsector beleidsuiting Wtt 2018 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) melding van het rondetafelgesprek dat op 21 maart jl. heeft plaats gevonden. DNB is voornemens om een beleidsuiting over onderdelen van de Wtt 2018 en bijbehorende regelgeving te publiceren, zo wordt in het bericht gemeld.

DNB schrijft verder:

Met de nieuwe beleidsuiting beoogt DNB om met good practices handvatten te bieden hoe trustkantoren kunnen voldoen aan de op hen van toepassing zijnde wettelijke verplichtingen. Het doel van de rondetafel was om meer kleuring te krijgen waar uitdagingen bestaan bij de uitleg van de wet. We kijken terug op een positief gesprek waarbij veel casussen zijn gedeeld.
DNB streeft ernaar om eind 2024 de beleidsuiting ter consultatie te publiceren, waarna u hierop kunt reageren. Na verwerking van de consultatiereacties zal DNB de definitieve versie publiceren.

25 juni 2023

Geheime brief DNB over brief integriteitsrisico’s bij trustkantoren

door Ellen Timmer

DNB maakte bekend een brief aan trustkantoren te hebben gestuurd over integriteitsrisico’s. De inhoud van de brief is door DNB niet bekend gemaakt, kennelijk mag het publiek er niet van kennis nemen.

Tags: ,
5 juli 2022

Loopt DNB vooruit op afschaffing van trustkantoren?

door Ellen Timmer

In het nieuwe organogram van DNB, dat via deze pagina is te vinden, zijn trustkantoren niet meer te vinden. Van mijn contacten uit de sector hoor ik dat berichten van DNB tegenwoordig worden ondertekend met “Toezicht Financiële Criminaliteit”.

Het lijkt er op dat trustkantoren nu vallen onder het bijgaand aangegeven deel van de DNB-organisatie. Boeiend dat DNB toezicht houdt op financiële criminaliteit…

Loopt DNB vooruit op afschaffing van trustkantoren?

Tags: ,
19 april 2022

Sancties voor Rusland: hoe houd je toezicht op de naleving? | ToeZine

door Ellen Timmer

In het tijdschrift Toezicht verscheen het artikel ‘Sancties voor Rusland: hoe houd je toezicht op de naleving? | ToeZine‘ waarin onder meer over trustkantoren wordt gesproken.
In het artikel wordt sanctierechtdeskundige mevrouw Van der Linden geciteerd, die veronderstelt dat trustkantoren niet weten wie de uiteindelijk belanghebbende Russen in hun doelvennootschappen zijn en dat zij ook niet bereid zijn om aan DNB te melden:

En als een trustbeheerder wél weet dat hij geld beheert van een oligarch op de sanctielijst, dan zal hij niet staan te popelen om mee te werken met een toezichthouder. Ten eerste al omdat het trustkantoor een cliëntverhouding heeft en daar hoort niet bij dat je je klant aangeeft. Daarnaast gaat het om zoveel geld, dat er bij één verkeerde stap een Rus op je stoep kan staan.

Ik hoor graag van mijn lezers uit de sector of dit juist is en of het toezicht van DNB te kort schiet.

Tags: ,
12 april 2022

Hoe DNB via formulieren standpunten over ‘hoog risico’ bekend maakt | trustkantoren, IRAP, GG CRM

door Ellen Timmer

Onlangs liet DNB weten dat de jaarlijkse uitvraag van trustkantoren is gestart. Trustkantoren zijn bekend met dit tijdrovende fenomeen, dat kenmerkend is voor het financiële toezicht.

Dit jaar is de naamgeving van het integriteitsrisicorapportageformulier gewijzigd, dat formulier, dat bekend stond als het Instelling Specifieke Informatie formulier (‘ISI formulier’) heet nu integriteitsrisicorapportage-formulier (‘IRAP formulier’) [excel]. Het tweede formulier is het Governance, Gedrag & Cultuur en Risicomanagement formulier (‘GGC RM formulier’) [excel], waarbij kan worden aangetekend dat ook het IRAP formulier vragen over governance, gedrag & cultuur en risicomanagement bevat. Liefhebbers van compliance proza kunnen inspiratie opdoen in de formulieren.

Een vergelijking met de banken-pendant van het IRAP formulier was nog niet mogelijk aangezien dat formulier pas donderdag bekend wordt gemaakt.

 

Hoog risico in het IRAP formulier

Al eerder zag ik dat DNB zijn standpunt inzake hoog risico via de uitvraagformulieren bekend maakt en niet netjes via gewone uitingen op de website (en uiteraard ontbreken toelichting en onderbouwing). Ook nu gebeurt dat weer. Ondernemers die met trustkantoren of banken te maken krijgen kunnen uit het onderstaande afleiden hoe het komt dat zij als hoog risico worden bejegend.

In het kader van de trustdienstverlening is het navolgende hoog risico volgens het IRAP formulier.

 

Hoog risico wegens structuur of rechtsvorm (rubriek ‘Structuren*/eigenschappen doelvennootschappen’)

DNB noemt:

  • Doelvennootschappen met private structuur**
  • Doelvennootschappen met kwalificatie BFI
  • Doelvennootschappen met > 5 lagen in de structuur***
  • Doelvennootschappen dat onderdeel is van een structuur met één of meer nominee shareholders
  • Doelvennootschappen waarbij sprake is van een structuur met één of meer commanditaire vennootschappen dan wel buitenlandse rechtspersonen die qua eigenschappen/kenmerken vergelijkbaar zijn met een Nederlandse commanditaire vennootschap.
  • Doelvennootschappen die kwalificeren als coöperatie/coöperatieve vereniging
  • Doelvennootschappen die onderdeel zijn van een structuur waarin één (of meer) (Angelsaksische) trust(s) is (zijn) opgenomen
  • Doelvennootschappen die onderdeel zijn van een structuur waarin één (of meer) stichting(en) is (zijn) opgenomen
  • Doelvennootschappen die zelf kwalificeren als stichting
  • Doelvennootschappen met één (of meer) buitendirecteuren die alleen/zelfstandig bevoegd is (zijn)
  • Doelvennootschappen waarbij sprake is van back-to-back**** leningen bij de doelvennootschap en/of haar deelneming(en)

Er hoort de volgende toelichting door DNB bij:

* Structuur: het gaat hierbij om de eigendomsstructuur en de formele zeggenschapsstructuur van de doelvennootschap, alsmede de relevante delen van de structuur van de groep waartoe de doelvennootschap behoort.

** Een private structuur is een structuur die (al dan niet middellijk) gehouden wordt door een of enkele natuurlijke personen, dan wel waar sprake is van feitelijke of bijzondere zeggenschap door een of enkele natuurlijke personen. Het betreft geen beursgenoteerde onderneming en geen staatsbedrijf.

*** NB: bij het bepalen van het aantal lagen dienen zowel de lagen onder als boven de doelvennootschap in acht te worden genomen (incl. de dv).

**** Een back-to-back lening is een kredietinstrument waarbij de kredietnemer geld of financiële instrumenten ter beschikking krijgt. De kredietverstrekker ontvangt daarvoor een zekerheid, direct of indirect, uit eigen liquide middelen van de kredietnemer bijvoorbeeld in de vorm van een deposito, garantiestelling of (in depot) ontvangen financiële waarden.

 

Hoog risico algemeen (rubriek ‘Doelvennootschappen algemeen’)

Hier worden door DNB genoemd:

  • Doelvennootschappen gerelateerd aan vastgoed* (o.a.: projectontwikkeling, het doen van vastgoedtransacties, exploitatie van vastgoed)
  • Doelvennootschappen waaraan ook een ander trustkantoor trustdiensten verleent
  • Inactieve doelvennootschappen (> 1 jaar geen transactie/activiteit (anders dan instandhouding))

Toelichting DNB

* Hierbij gaat het om de hoofdactiviteit van de structuur waar de doelvennootschap onderdeel van is.

 

Activiteiten in hoog risico sectoren

DNB geeft de volgende lijst:

  • Grondstoffen, mineralen, mijnbouw
  • Olie, gas, energie
  • Militaire goederen/defensie
  • Handelaren in edelmetalen
  • Handelaren in losse diamanten
  • Juweliers
  • Handelaren in kunst
  • Veilinghuizen
  • Handelaren en/ of handelsplatformen en/of aanbieders van bewaarportemonnees in crypto’s
  • Uitgevers van cryptotokens (uitgegeven via een Initial Coin Offering)
  • Crowdfunding
  • (Online) kansspelen
  • Bouw, infrastructuur, offshore & dredging**
  • Commercieel vastgoed
  • Coffeeshops, growshops
  • Profsport*
  • Relaxbedrijven, prostitutie, adult industry (incl. internet)
  • Religieuze instellingen & charitatieve instellingen (o.a. stichtingen)
  • Transport, shipping
  • Adviesdienstverlening, consultancy
  • Intellectueel eigendom/patenten/royalty’s
  • Money transfer organisaties en payment service providers
  • Farmaceutische industrie
  • Cash intensieve sectoren (bijv. taxi branch, car wash / parking / wasserettes)
  • Schroothandel
  • Autohandelaren
  • Horeca
  • Online shops
  • Handel in luxe / waardevolle producten (leer / bont, antiek, vee)
  • Telecom (belwinkels etc.)

Toelichting DNB:

* Het gaat om (o.a.) spelers, intermediairs, zaakwaarnemers, nationale en internationale bonden (zoals KNVB, FIFA, UCI en IOC), teams/clubs, en eigenaren van teams/clubs.

** (zee)kustgerelateerde bouw- en engineeringactiviteiten, baggeren en dreggen

 

Hoog risico landen

Daar wordt in het formulier niet over gesproken want in het formulier zit een algemene landenlijst met het verzoek of er ubo’s, PEP’s en doelvennootschappen met activiteiten in het land zijn. Dat zal wel komen omdat de lijsten van hoog risico landen steeds wijzigen en er vele verschillende in omloop zijn.

 

Slotopmerking

In de ogen van DNB is veel hoog risico. Misschien komt dat omdat de activiteiten vanzelf hoog risico worden als een trustkantoor betrokken is.

Het lijkt me nl. onjuist te denken dat religieuze en charitatieve instellingen per definitie hoog risico zijn. Ook adviseurs en consultants zijn dat niet per definitie net als een aantal andere categorieën. Onbegrijpelijk is dat DNB money transfer organisaties en payment service providers als hoog risico noemt (terwijl daar ook Wwft en Wft van toepassing zijn en toezicht wordt uitgeoefend), terwijl banken en andere financiële instellingen niet worden genoemd.

Tags:
5 april 2022

Nieuwe regelgeving voor trustkantoren in aantocht

door Ellen Timmer

In de brief van 1 april jl. van de ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken naar aanleiding van de toespraak van Zelensky zijn ook toezeggingen inzake trustkantoren opgenomen, zie onderstaand citaat en de door mij blauw gemarkeerde passage:

Trustkantoren

De heer Omtzigt heeft geïnformeerd of DNB bij trustkantoren de ultimate beneficial owner weet en daar streng toezicht op houdt.

Het is van belang onderscheid te maken tussen uiteindelijk belanghebbenden van trustkantoren zelf en van de cliënten van trustkantoren. Bij een vergunningaanvraag wordt de organisatie van een trustkantoor door de Nederlandsche Bank (DNB) beoordeeld, waaronder de uiteindelijk belanghebbende van het trustkantoor. Een trustkantoor is verplicht hierover informatie aan te leveren bij de vergunningaanvraag. Nadat een vergunning is verstrekt, moeten wijzigingen in de organisatie van het trustkantoor bij DNB worden gemeld. Dit geldt onder meer in geval van wijzigingen in deelnemingen, maar ook in geval van wijzigingen van de uiteindelijk belanghebbende (artikel 8 Wet toezicht trustkantoren 2018). Het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens is een overtreding van de wet en kan tot sancties of intrekking van de vergunning leiden.

DNB houdt intensief toezicht op trustkantoren. Bij overtredingen van de wet kan DNB handhavend optreden. Het regelgevend kader voor trustkantoren in Nederland is streng en DNB rapporteert jaarlijks aan de minister van Financiën over de naleving van de wetgeving door de sector.

In relatie tot cliënten, geldt dat trustkantoren verplicht zijn om bij elke zakelijke relatie de uiteindelijk belanghebbende vast te stellen. Dit betreft niet alleen de uiteindelijk belanghebbende van de cliënt, maar ook de uiteindelijk belanghebbende van de doelvennootschap ten behoeve waarvan de trustdienst wordt verricht (zie artikel 25 in combinatie met de artikelen 27 tot en met 30 Wet toezicht trustkantoren 2018). Het is op grond van artikel 23 van de Wet toezicht trustkantoren 2018 verboden voor een trustkantoor om een zakelijke relatie aan te gaan als de uiteindelijk belanghebbende niet is vastgesteld. Trustkantoren zijn verplicht om een voortdurende controle op deze gegevens te doen.

Voor de informatie die DNB verkrijgt in de uitoefening van haar taak op grond van de Wet toezicht trustkantoren geldt een geheimhoudingsplicht. DNB kan geen mededelingen doen die herleidbaar zijn tot afzonderlijke personen (artikel 55 Wet toezicht trustkantoren 2018). Op grond van de artikelen 56 tot en met 58a van de Wet toezicht trustkantoren 2018 kan DNB aan enkele specifieke autoriteiten toezichtinformatie verstrekken. Dit geldt onder meer voor de instanties die belast zijn met de uitvoering van de sanctieregelgeving en met de partners in het Financieel Expertise Centrum. DNB kan geen toezichtvertrouwelijke informatie verstrekken aan de minister van Financiën.

Ook trustkantoren moeten, net als eenieder in Nederland, voldoen aan de Sanctiewet. Bij trustkantoren is er daarbij toezicht van DNB op de naleving van de regels die gesteld zijn voor de bedrijfsvoering met betrekking tot de administratieve organisatie en de interne controle van trustkantoren. Trustkantoren melden relaties met gesanctioneerde personen of bedrijven en bevriezingen bij DNB en DNB geeft deze meldingen door aan de minister van Financiën. Per brief van 31 maart jl. is weergegeven dat trustkantoren 138 meldingen hebben gedaan van relaties met gesanctioneerde personen of bedrijven en circa EUR 227 miljoen hebben bevroren. Zoals de minister van Financiën eerder heeft toegelicht worden bij trustkantoren doorgaans niet direct tegoeden aangehouden. Het gaat bij trustkantoren om bevriezing van vermogensbestanddelen van een doelvennootschap die door het trustkantoor als bestuurder van de doelvennootschap worden beheerd.

In het kader van deze vraag wijzen wij er verder op dat in opdracht van de minister van Financiën op dit moment onderzoek wordt gedaan naar de toekomst van de trustsector in Nederland.[1] De uitkomsten van dit onderzoek worden deze zomer, voorzien van een appreciatie door de minister van Financiën, aangeboden aan uw Kamer.

De ministerraad heeft vandaag ingestemd met het voorstel van de minister van Financiën om een wetsvoorstel voor spoedadvies voor te leggen aan de Raad van State waarin dienstverlening door trustkantoren gericht op Russische geldstromen wordt verboden. In het wetsvoorstel is ook een verbod om doorstroomvennootschappen aan te bieden en om trustdiensten te verlenen met betrokkenheid van derde-hoogrisicolanden op witwasgebied of non-coöperatieve landen op belastinggebied opgenomen. Na verwerking van het spoedadvies wordt het wetsvoorstel ingediend bij uw Kamer.

[1] Kamerstukken II, 2020/21, 32 545, nr. 144.

Tags: ,
2 februari 2022

DNB draagt op de Pandora Papers database te gebruiken voor het cliëntenonderzoek | Wwft

door Ellen Timmer

Op 27 januari maakte DNB bekend dat de ondernemingen onder toezicht van DNB, zoals trustkantoren, worden opgedragen om hun klanten- en relatiebestand te checken in de Pandora Papers database van het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ).

DNB schreef:

Wat moeten instellingen doen met de Pandora-papers?
27 januari 2022

DNB verwacht dat onder toezicht staande instellingen de informatie zoals de Pandora Papers in de voortdurende controle van hun cliënten en de bepaling van het risicoprofiel van deze cliënten betrekken (conform de CDD bepalingen uit de Wwft en Wtt 2018), indien nodig aanvullend onderzoek verrichten en adequate maatregelen treffen. Ook verwacht DNB dat instellingen nagaan in hoeverre deze informatie en berichtgeving impact heeft op de eigen organisatie en hun eigen bestuurders/commissarissen en daar passende maatregelen op nemen. Waar sprake is van misstanden verwacht DNB dat instellingen dit melden bij hun toezichthouder.

Gelekte informatie
Vanaf 3 oktober 2021 verscheen in diverse media wereldwijd berichtgeving over de zogenaamde Pandora Papers. In Nederland is daar door onder andere het FD en Trouw verslag over gedaan. Deze papers zijn in het bezit van het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) en volgen op eerdere onthullingen zoals de Panama Papers, Paradise Papers, etc. De Pandora Papers omvatten circa 11,9 miljoen bestanden en documenten die gelekte vertrouwelijke informatie bevatten afkomstig van 14 financiële dienstverleners en advocatenkantoren.

Prominente personen
De berichtgeving over de Pandora Papers beschrijft onder andere hoe door diverse prominente personen (politici, wereldleiders, miljardairs en andere beroemdheden) mogelijk misbruik is gemaakt van offshore structuren in belastingparadijzen om bezittingen en vermogensbestanddelen te verhullen. Op 6 december 2021 heeft het ICIJ het eerste deel van de data set van de Pandora Papers met informatie van twee van de 14 offshore dienstverleners gepubliceerd via hun Offshore Leaks database. Naar verwachting zal op termijn de overige data ook worden gepubliceerd.

DNB vermeldt niet op grond waarvan de door ICIJ gepubliceerde informatie betrouwbaar zou zijn en ook niet welke overheden deze organisatie financieren. Interessant is dat DNB kennelijk van mening is dat op illegale wijze verkregen gegevens gebruikt mogen worden voor een AML/CFT-cliëntenonderzoek (dus in de misdaadbestrijding is illegaal handelen geoorloofd!).

ICIJ en de database
Een inleidend verhaal van ICIJ over de Pandora Papers is hier te vinden. De Pandora Papers zijn onderdeel van de Offshore Leaks Database, die kan worden bekeken nadat de volgende disclaimer is geaccordeerd:

Please read the statement below before searching
There are legitimate uses for offshore companies and trusts. The inclusion of a person or entity in the ICIJ Offshore Leaks Database is not intended to suggest or imply that they have engaged in illegal or improper conduct. Many people and entities have the same or similar names. We suggest you confirm the identities of any individuals or entities included in the database based on addresses or other identifiable information. The data comes directly from the leaked files ICIJ has received in connection with various investigations and each dataset encompasses a defined time period specified in the database. Some information may have changed over time. Please contact us if you find an error in the database.

Deze database kan ook worden gedownload (niet uitgeprobeerd).

Tags: ,
23 januari 2022

Tegenspraak ter verhoging van de kwaliteit van de overheid

door Ellen Timmer

Theodor Kockelkoren, tegenwoordig inspecteur-generaal der Mijnen, publiceerde een column voor het Tijdschrift voor Toezicht, dat ook op de site van het Staatstoezicht op de Mijnen te vinden is: De kracht van tegenspraak.
Naar aanleiding van de recente overheidsmissers, zoals de toeslagenaffaire, bespreekt Kockelkoren de Code goed openbaar bestuur uit 2009, die er in theorie goed uitziet. De praktijk laat een minder goed beeld zien:

Zowel de toeslagenaffaire als het overheidshandelen met betrekking tot de gaswinning in Groningen toont dat ons systeem van checks and balances onvoldoende goed functioneert. Dat er fouten gemaakt worden begrijpt namelijk iedereen. Dat we echter moeite hebben om deze te zien, vinden we ingewikkelder om te begrijpen. En dat we niet ingrijpen terwijl deze fouten gestaag pijnlijker en dramatischer worden, vinden we onbegrijpelijk. Daar ligt een pijngrens.

De toezichthouders moeten verder gaan dan uitvoeren van de wetten en bijdragen aan de politieke doelen van de eigen ministers:

We mogen van toezichthouders verwachten dat ze niet slechts de letter van de wet beoordelen, maar dat ze toetsen of de publieke belangen die de wetgever beoogde te borgen ook daadwerkelijk geborgd worden. En als dat onvoldoende het geval is, dat ze heldere en zo nodig krachtige signalen aan de wetgever afgeven dat bijsturing noodzakelijk is.

We gaan zien of er iets terecht komt van alle goede bedoelingen en of ook anderen dan consumenten (= kiezers) er profijt van hebben.
Bijvoorbeeld in de witwasbestrijding is hier grote behoefte aan, aangezien daar onuitvoerbare taken worden neergelegd bij een grote waaier van verschillende soorten ondernemingen waarvan een belangrijk deel de regels nauwelijks begrijpt.

 

Meer informatie:

Kockelkoren verwijst naar de Nederlandse code voor goed openbaar bestuur uit 2009 en naar een blog van Bernard ter Haar.

Tags: