Posts tagged ‘commanditaire vennootschappen’

13 juni 2014

Beantwoording kamervragen over de trustkantorensector

door Ellen Timmer

Onlangs zijn kamervragen beantwoord inzake de trustsector. In de vraag en het antwoord komt de dienstverlening aan commanditaire vennootschappen aan bod, wordt vermeld dat de nieuwe Rib in aantocht is en wordt het algemene juridische kader geschetst.

Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2013-2014
Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2118
Vragen van de leden Nijboer en Groot (beiden PvdA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Financiën over het alarmerende bericht dat de integriteit van trustkantoren in het geding is (ingezonden 6 mei 2014).
Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 3 juni 2014).

Vraag 1
Deelt u de conclusies van het onderzoek van de Nederlandsche Bank (DNB), waaruit zou blijken dat trustkantoren onaanvaardbare risico’s nemen met cv-structuren, bestuurders hun uitvoerende en controlerende functies niet scheiden, controle van de herkomst van gestald vermogen ontbreekt en misstanden vaak niet tot verbetering leiden? [1]

Antwoord 1
Ja

Vraag 2
Deelt u de mening dat, gezien de stevige kritiek van DNB, de trustsector risico’s meebrengt voor onze economie en dat er daarom reden is voor waakzaamheid en er snelle actie wordt verlangd van de toezichthouder? Zo ja, welke aanvullende acties zal DNB inzetten en welke verbeteringen zal zij afdwingen? Welke maatregelen neemt het Ministerie van Financiën zelf?

Antwoord 2
Ja, zoals ik in mijn eerdere reactie op het DNB onderzoek heb aangegeven (brief van 14 mei jl) vind ik resultaten van het onderzoek door DNB verontrustend. De aard van het trustbedrijf brengt meer dan gemiddelde risico’s met zich mee. Van het trustkantoor wordt verwacht dat zij zich vergewissen van de identiteit en intenties van hun cliënten voordat het trustkantoor hen toegang verleent tot de financiële markten.
Het toezicht op trustkantoren is een van de speerpunten van DNB. In dat verband voert DNB naast het reguliere toezicht op trustkantoren ook regelmatig onderzoeken naar specifieke onderdelen van de bedrijfsvoering van trustkantoren uit. Als gevolg van het laatste onderzoek naar functiescheiding en CV structuren bij trustkantoren heeft dit geleid tot formele maatregelen. Daarnaast laten de recente vervolg acties van het Openbaar Ministerie bij een aantal trustkantoren zien dat de resultaten van het DNB onderzoek de basis kunnen vormen voor een strafrechtelijke onderzoek.
Binnenkort zal ik de nieuwe Regeling Integere Bedrijfsvoering Wet toezicht trustkantoren (RibWtt 2014) publiceren. Met deze regeling worden de regels rond de integere bedrijfsvoering voor trustkantoren aangescherpt. Voorziene inwerkingtreding is 1 januari 2015. In de regeling zullen aanvullende specifieke eisen worden gesteld aan de bedrijfsvoering van trustkantoren. Zo zullen de nieuwe regels trustkantoren verplichten om een derdelijns controlefunctie, een auditfunctie, in te voeren en periodiek een analyse te maken van de risico’s die zijn verbonden aan de bedrijfsvoering én aan de dienstverlening van het trustkantoor.

Vraag 3
In hoeverre dragen de vorig jaar door het kabinet genomen maatregelen bij aan het voorkomen van schadelijke belastingontwijking via trustkantoren? [2] Ziet u naar aanleiding van het onderzoek van DNB aanleiding voor aanvullende maatregelen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3
De maatregelen die het kabinet vorig jaar heeft genomen waren gericht tegen het gebruik van schakelvennootschappen in Nederland met zo weinig economische betekenis dat de vraag gerechtvaardigd is of deze vennootschappen (meestal BV’s) terecht een beroep doen op een door Nederland gesloten belastingverdrag. Die problematiek staat los van het gebruik van Nederlandse besloten CVs zoals die in het DNB rapport wordt beschreven. De in het rapport beschreven structuren lijken er meer op gericht de balans tussen enerzijds aftrekbare kosten en anderzijds de belasting over diezelfde vergoeding te verbreken.
Een besloten CV is een samenwerkingsverband waarbij naar Nederlands recht de deelnemers belastingplichtig zijn en niet de CV zelf. Indien die deelnemers niet in Nederland wonen, en in Nederland geen vaste inrichting hebben, kan Nederland dus ook bij hen geen belasting heffen over de vergoeding die de CV ontvangt. Indien de deelnemers in hun woonland wel direct belastingplichtig zijn voor die inkomsten hebben zij een eigen verantwoordelijkheid om deze inkomsten in hun woonstaat aan te geven. Uiteraard zal de Nederlandse belastingdienst, binnen de daarvoor geldende regelingen, de autoriteiten van andere landen alle gewenste informatie verstrekken over de behandeling van CV’s in Nederland.

Vraag 4
Wat is uw antwoord op de vraag van DNB of een internationale structuur met een Nederlands cv nog wel past binnen het aanbod van trustkantoren? [3] Welke rol spelen trustkantoren en cv’s in fiscale constructies als de «Double Irish with a Dutch Sandwich»? Hoe beoordeelt u dergelijke fiscale constructies conform de letter en hoe conform de geest van de Nederlandse wetgeving?

Antwoord 4
Het aanbieden van diensten door trustkantoren waarbij gebruikt wordt gemaakt van CV’s vind ik risicovol. Op grond van de bepalingen van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) hebben trustkantoren de verplichting zich te vergewissen van de identiteit en intenties van hun cliënten alvorens hen toegang te verlenen tot de Nederlandse financiële markten. Dit wordt de poortwachtersfunctie genoemd. Bij het gebruik van complexe CV structuren lijkt het vervullen van de poortwachterfunctie niet goed mogelijk en is er een risico dat het trustkantoor wordt misbruikt voor het witwassen van crimineel geld. Een trustkantoor dat dit risico niet afdoende afdekt bijvoorbeeld door onvoldoende zicht op de uiteindelijk belanghebbende, handelt in strijd met de Wtt.
In structuren die bekend staan onder diverse «sandwich» beschrijvingen gaat het niet om het in aftrek brengen van een vergoeding in het buitenland die in Nederland bij de CV buiten de belasting blijft. Dergelijke «sandwich» structuren spelen een rol bij het beperken van bronheffingen in het land waar een vennootschap actief is en waar die vennootschap ook belastingplichtig is voor de daar behaalde winst.
Voor zover dergelijke structuren in strijd zijn met de letter van de Nederlandse wet worden zij uiteraard door de Nederlandse Belastingdienst bestreden. Datzelfde geldt wanneer bestrijding aan de hand van de Nederlandse leer van fraus legis kansrijk lijkt.
Van structuren waarbij wordt ingespeeld op kwalificatieverschillen tussen nationale rechtssystemen kan moeilijk gezegd worden dat ze in strijd zijn met letter of geest van die nationale systemen. Internationaal wordt tegen dit soort structuren actie ondernomen, met name in het OESO/G20 project tegen Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) waaruit de eerste conclusies en aanbevelingen dit jaar verwacht worden. Nederland speelt daarin een actieve rol.

Vraag 5
Is een maatregel als een verplichte certificering voor bestuurders van trustkantoren wenselijk? Zo nee, waarom niet? Welke mogelijkheden ziet u verder om de integriteit en kwaliteit van bestuurders van trustkantoren beter te bewaken?

Antwoord 5
DNB controleert of de bestuurders en beleidsbepalers van het trustkantoor deskundig en betrouwbaar zijn. Op grond van de RibWtt 2014 is het bestuur van een trustkantoor verantwoordelijk voor de integere bedrijfsvoering en draagt het zorg voor inbedding van deze procedures, regels en normen in het volledige bedrijfsproces en voor controle op de naleving hiervan. Daarnaast heeft de trustsector het initiatief genomen om elkaar te controleren teneinde het aanzien van de sector te verbeteren. Dit zal geschieden door middel van een certificeringsysteem van de brancheorganisatie Holland Questor. Een dergelijk privaat certificeringsysteem kan behulpzaam zijn om het imago van de trustsector te verbeteren.

Noten

[1] Het Financieele Dagblad, 2 mei 2014, p.1–3 en http://www.dnb.nl/publicatie/publicaties-dnb/nieuwsbrieven/nieuwsbrief-trustkantoren/nieuwsbrief-trustkantoren-april-2014/dnb306898.jsp
[2] Kamerstuk 25 087, nr. 60, d.d. 30 augustus 2013
[3] Kamerstuk 33 695, nr. 4, d.d. 6 februari 2014

Vindplaats: overheid.nl

27 mei 2014

Brief minister van financiën over toezicht op trustkantoren, onder meer met aankondiging dat de nieuwe Rib op 1 januari 2015 in werking zal treden

door Ellen Timmer

In het parlementaire dossier over evaluatie van trustkantoren is een brief van 14 mei 2014 van de minister van financiën opgenomen. Deze brief schrijft de minister naar aanleiding van berichten over tekortkomingen bij enkele door DNB onderzochte trustkantoren. De minister gaat in de brief onder meer in op functiescheiding en op de positie van kleine trustkantoren, en verder op de cliëntenacceptatie bij werkzaamheden voor commanditaire vennootschappen. Voorts kondigt de minister aan dat de Regeling integere bedrijfsvoering trustkantoren Wtt (“Rib”) zal worden aangescherpt en op 1 januari 2015 in werking zal treden.

Uit de brief:

Onlangs heeft DNB handhavend opgetreden naar aanleiding van geconstateerde tekortkomingen bij de naleving van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt). De constateringen komen voort uit twee themaonderzoeken, het eerste naar functiescheiding bij kleine trustkantoren en het tweede naar het faciliteren van Nederlandse commanditaire vennootschapsstructuren (CV’s).

Het onderzoek naar functiescheiding richtte zich op kleine kantoren, waarbij met «klein» gedoeld wordt op een klein aantal medewerkers en (in bijna alle gevallen) maar één bestuurder. De reden voor deze selectie is de premisse dat de scheiding van functies tussen een controlerende en uitvoerende medewerker/bestuurder meer kwetsbaar is wanneer er maar weinig mensen zijn om de functies over te verdelen. Het risico dat er onvoldoende tegenwicht is om goede afwegingen te maken bij bijvoorbeeld cliëntacceptatie of bepaalde transacties moet daarom bij kleine kantoren extra scherp op het netvlies staan en passend gemitigeerd zijn.

Het onderzoek naar het faciliteren van CV’s richtte zich op zowel kleine als grotere kantoren. De feitelijke selectie van trustkantoren is voor beide onderzoeken gemaakt op basis van toezichtsinformatie van DNB én op de informatie die trustkantoren zelf in hun jaarlijkse rapportages aan DNB aanleveren.

Begin mei heeft DNB de resultaten van haar optreden in een nieuwsbrief gepubliceerd. Over de hele linie was er sprake van slecht gefundeerde afwegingen bij cliëntacceptatie die zich hoofdzakelijk openbaarde door een gebrek aan kennis over het doel van de structuur en de herkomst van het vermogen van de UBO. De controle op deze dossiers bleek vaak gebrekkig of in het geheel niet te zijn uitgevoerd.

Verder signaleert DNB onaanvaardbare risico’s met diensten waarbij trustkantoren het gebruik van CV’s door klanten faciliteren. De inkomsten voor dit type dienstverlening zijn in de regel laag maar brengen hoge risico’s met zich mee. Daarom vraagt DNB zich af waarom trustkantoren het gebruik van dergelijke structuren door hun klanten nog faciliteren. De structuur van deze CV constructies zijn vaak complex waardoor geldstromen die door een CV lopen buiten het blikveld blijven van het betrokken trustkantoor. Dit duidt op een hoog risico dat de CV structuur wordt misbruikt voor witwassen en fiscale fraude. Het invullen van de poortwachterfunctie lijkt op deze wijze niet goed mogelijk.

De twee thema onderzoeken hebben bij vier trustkantoren geleid tot het (vrijwillig) intrekken van de vergunning, in twee gevallen heeft DNB het voornemen om een boete op te leggen.

De resultaten van het onderzoek vind ik verontrustend. De aard van het trustbedrijf brengt meer dan gemiddelde risico’s met zich mee. Van het trustkantoor wordt verwacht dat zij zich vergewissen van de identiteit en intenties van hun cliënten voordat het trustkantoor hen toegang verleent tot de financiële markten. De integriteit van de trustsector dient buiten enige twijfel te staan.

Ik scherp de Regeling integere bedrijfsvoering trustkantoren Wtt aan. Voorziene inwerkingtreding is per 1 januari 2015. Zo zullen er in de toekomst aanvullende specifieke eisen worden gesteld aan de bedrijfsvoering van het trustkantoor, de diensten die het trustkantoor verleent en de risico’s die hieraan zijn verbonden. Hiertoe wordt een onderzoeksplicht opgenomen naar de risico’s ten aanzien van de integere bedrijfsvoering. Daarnaast is er een onderzoeksplicht naar de dienstverlening van de trustkantoren. Tevens wordt er naast de compliancefunctie een auditfunctie geïntroduceerd. Er wordt dus een extra controlefunctie ingericht als onderdeel van de bedrijfsvoering.

Er sprake kan zijn van een verhoogd integriteitrisico bij trustkantoren waar het dagelijks beleid wordt bepaald door niet meer dan één persoon. Dit heb ik onderkend in de wetgevingsbrief financiële markten 2013 (kamerstuk 32 545, nr. 14). Met de aanscherping van de Regeling integere bedrijfsvoering Wtt wordt ondermeer door de introductie van de auditfunctie beoogd dit risico adequaat te ondervangen. Ik zal de aangescherpte regeling, in overleg met DNB als toezichthouder, een jaar na inwerkingtreding evalueren.

Tot slot heeft de branchevereniging Holland Quaestor aangegeven de onderzoeksresultaten van DNB zeer serieus te nemen. De trustsector zal elkaar gaan controleren teneinde het imago van deze sector te verbeteren. Dit zal geschieden door middel van een certificeringsysteem.

Meer informatie

  • Brief van de minister van financiën van 14 mei 2014, overheid.nl
  • Dossier evaluatie trustkantoren, 32 384
1 mei 2014

DNB nieuwsbrief voor trustkantoren, april 2014

door Ellen Timmer

DNB heeft een nieuwe editie van de nieuwsbrief voor trustkantoren uitgebracht.
Onderwerpen:

  • de betrouwbaarheidstoetsing, tijdig melden van relevante feiten;
  • licht meer doelvennootschappen;
  • onvoldoende functiescheiding;
  • wijzigingen in de regelgeving;
  • trustsector neemt onaanvaardbare risico’s met commanditaire vennootschappen.
27 november 2013

Onderzoek DNB naar CV-structuren nog niet afgerond

door Ellen Timmer

Al eerder maakte DNB bekend onderzoek te zullen instellen naar CV-structuren. Uit het bericht van DNB van 19 november jl. blijkt dat dit onderzoek nog niet is afgerond. In het bericht staat dat DNB verwacht het onderzoek eind december a.s. af te ronden. Aangekondigd wordt dat DNB in de volgende nummers van de Nieuwsbrief Trustkantoren aandacht zal besteden aan de uitkomsten van het onderzoek en de ‘good practices’ zal delen met de sector.

20 november 2013

DNB-nieuwsbrief voor trustkantoren, editie 19 november 2013

door Ellen Timmer

DNB publiceerde gisteren een nieuwsbrief voor trustkantoren met als onderwerpen:

  • CV-project onderzoekt risico’s commanditaire vennootschappen > zie hierover eerder dit bericht op dit weblog
  • Functiescheiding bij kleine trustkantoren onder de loep > zie hierover eerder dit bericht op dit weblog
  • Transacties beter monitoren
  • Consultatie nieuwe Regeling integere bedrijfsvoering > zie hierover eerder dit bericht op dit weblog
9 september 2013

Themaonderzoek commanditaire vennootschappen door DNB

door Compliance Platform Trustkantoren

Voor de volledigheid melden wij hier ook het bericht inzake het themaonderzoek van DNB:

Aankondiging themaonderzoek commanditaire vennootschappen van 22 augustus jl.:

Nieuwsbericht
Datum 22 augustus 2013

DNB start dit najaar een themaonderzoek naar de dienstverlening van trustkantoren aan commanditaire vennootschappen (CV’s). In het project onderzoekt DNB de integriteitsrisico’s die aan CV-structuren zijn verbonden en welke maatregelen trustkantoren nemen om deze risico’s te beheersen.

In het licht van het onderzoek verwijst DNB uitdrukkelijk naar de vragen opgenomen in het ISI-formulier 2013 en onderstreept het belang van een juiste invulling van het ISI-formulier. Na afronding van het onderzoek in december 2013 informeert DNB de trustsector over de uitkomsten via de DNB Nieuwsbrief Trustkantoren.

%d bloggers liken dit: