Vandaag kwam een nieuwsbrief van DNB voor trustkantoren uit met de volgende onderwerpen, waarbij ik enige korte kanttekeningen plaats:
- DNB doet verslag van uitkomst van het integriteitsbeleid van trustkantoren. Hoe dat beleid zich verhoudt tot het beleid van de overige statutair bestuurders van rechtspersonen, vermeldt het bericht niet. Mogelijk dat DNB dit niet heeft onderzocht.
- Men maakt melding van de resultaten van het themaonderzoek fiscale integriteit. DNB benadrukt het belang van adequate fiscale kennis van medewerkers van trustkantoren, wat in strijd lijkt met andere uitingen van DNB over het niet mogen vervullen van fiscale taken voor de doelvennootschappen. Nu statutair bestuurders verantwoordelijk zijn voor het fiscale beleid van de door hen bestuurde rechtspersonen (wat ook voor trustbestuurders geldt) is onontkoombaar dat zij over diepgaande fiscale kennis beschikken, die verder gaat dan alleen datgene wat voor het naleven van de aangifteverplichtingen nodig is. Gelet op de eisen die DNB aan trustkantoren stelt lijkt me onontkoombaar dat aan de kantoren belastingadviseurs met internationale praktijkervaring verbonden zijn. Dit lijkt echter niet uit het bericht voort te vloeien. Ook hier wordt de positie van trustbestuurders niet vergeleken met overige bestuurders van rechtspersonen en wordt ook niet onderbouwd waarom aan trustbestuurders hogere eisen zouden moeten worden gesteld dan aan andere bestuurders.
- De Bank meldt de nieuwe regel inzake de reputatietoets van de uiteindelijk belanghebbende van een trustkantoor. Overigens kan worden vermoed dat de meeste ubo’s ook beleidsbepalers zijn zodat dit mogelijk weinig verandert. Uiteraard zegt DNB daar niets over. Eerder schreef ik er over, 1, 2.
- DNB dringt aan op het bijwerken van de organisatiegegevens via het digitale loket. Overigens staan er zware sancties op het niet tijdig informeren, zodat de door DNB vereiste gegevens goed op het netvlies van het trustkantoor dienen te staan.
- De nieuwe toezichtmethodologie van DNB wordt bekend gemaakt. Opvallend aan de brochure waar naar wordt verwezen is dat trustkantoren in de tekst niet apart worden besproken (alleen de Wtt 2018 staat in een voetnoot).
Nu trustkantoren geen financiële producten verkopen (zoals banken en verzekeringsmaatschappijen) maar professioneel statutair bestuurder van rechtspersonen zijn, zou een aparte aanpak voor trustkantoren logisch zijn, bijvoorbeeld door de principes van maatschappelijke betamelijkheid in te vullen op basis van de verplichtingen die een statutair bestuurder heeft op grond van Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Daarmee kan DNB ook richtinggevend zijn voor een toekomstig toezicht van alle statutair bestuurders van rechtspersonen, zoals er naar mijn idee in aantocht is [*]. - De geactualiseerde leidraad Wwft en Sw van DNB.
[*] Dat toekomstige toezicht op alle statutair bestuurders heb ik zelf bedacht. Noch DNB, noch het Ministerie van Financiën, noch het kabinet reppen er over. Het is echter een onontkoombaar vervolg op de Wtt 2018.
Aanvulling 5 februari 2021
Dit artikel is helaas zonder hyperlinks, omdat de nieuwsbrief een dag na het uitkomen was verdwenen van de DNB-site. Een tijdelijke versie is hier te vinden.
Geef een reactie