Posts tagged ‘Wtt’

5 april 2022

Nieuwe regelgeving voor trustkantoren in aantocht

door Ellen Timmer

In de brief van 1 april jl. van de ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken naar aanleiding van de toespraak van Zelensky zijn ook toezeggingen inzake trustkantoren opgenomen, zie onderstaand citaat en de door mij blauw gemarkeerde passage:

Trustkantoren

De heer Omtzigt heeft geïnformeerd of DNB bij trustkantoren de ultimate beneficial owner weet en daar streng toezicht op houdt.

Het is van belang onderscheid te maken tussen uiteindelijk belanghebbenden van trustkantoren zelf en van de cliënten van trustkantoren. Bij een vergunningaanvraag wordt de organisatie van een trustkantoor door de Nederlandsche Bank (DNB) beoordeeld, waaronder de uiteindelijk belanghebbende van het trustkantoor. Een trustkantoor is verplicht hierover informatie aan te leveren bij de vergunningaanvraag. Nadat een vergunning is verstrekt, moeten wijzigingen in de organisatie van het trustkantoor bij DNB worden gemeld. Dit geldt onder meer in geval van wijzigingen in deelnemingen, maar ook in geval van wijzigingen van de uiteindelijk belanghebbende (artikel 8 Wet toezicht trustkantoren 2018). Het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens is een overtreding van de wet en kan tot sancties of intrekking van de vergunning leiden.

DNB houdt intensief toezicht op trustkantoren. Bij overtredingen van de wet kan DNB handhavend optreden. Het regelgevend kader voor trustkantoren in Nederland is streng en DNB rapporteert jaarlijks aan de minister van Financiën over de naleving van de wetgeving door de sector.

In relatie tot cliënten, geldt dat trustkantoren verplicht zijn om bij elke zakelijke relatie de uiteindelijk belanghebbende vast te stellen. Dit betreft niet alleen de uiteindelijk belanghebbende van de cliënt, maar ook de uiteindelijk belanghebbende van de doelvennootschap ten behoeve waarvan de trustdienst wordt verricht (zie artikel 25 in combinatie met de artikelen 27 tot en met 30 Wet toezicht trustkantoren 2018). Het is op grond van artikel 23 van de Wet toezicht trustkantoren 2018 verboden voor een trustkantoor om een zakelijke relatie aan te gaan als de uiteindelijk belanghebbende niet is vastgesteld. Trustkantoren zijn verplicht om een voortdurende controle op deze gegevens te doen.

Voor de informatie die DNB verkrijgt in de uitoefening van haar taak op grond van de Wet toezicht trustkantoren geldt een geheimhoudingsplicht. DNB kan geen mededelingen doen die herleidbaar zijn tot afzonderlijke personen (artikel 55 Wet toezicht trustkantoren 2018). Op grond van de artikelen 56 tot en met 58a van de Wet toezicht trustkantoren 2018 kan DNB aan enkele specifieke autoriteiten toezichtinformatie verstrekken. Dit geldt onder meer voor de instanties die belast zijn met de uitvoering van de sanctieregelgeving en met de partners in het Financieel Expertise Centrum. DNB kan geen toezichtvertrouwelijke informatie verstrekken aan de minister van Financiën.

Ook trustkantoren moeten, net als eenieder in Nederland, voldoen aan de Sanctiewet. Bij trustkantoren is er daarbij toezicht van DNB op de naleving van de regels die gesteld zijn voor de bedrijfsvoering met betrekking tot de administratieve organisatie en de interne controle van trustkantoren. Trustkantoren melden relaties met gesanctioneerde personen of bedrijven en bevriezingen bij DNB en DNB geeft deze meldingen door aan de minister van Financiën. Per brief van 31 maart jl. is weergegeven dat trustkantoren 138 meldingen hebben gedaan van relaties met gesanctioneerde personen of bedrijven en circa EUR 227 miljoen hebben bevroren. Zoals de minister van Financiën eerder heeft toegelicht worden bij trustkantoren doorgaans niet direct tegoeden aangehouden. Het gaat bij trustkantoren om bevriezing van vermogensbestanddelen van een doelvennootschap die door het trustkantoor als bestuurder van de doelvennootschap worden beheerd.

In het kader van deze vraag wijzen wij er verder op dat in opdracht van de minister van Financiën op dit moment onderzoek wordt gedaan naar de toekomst van de trustsector in Nederland.[1] De uitkomsten van dit onderzoek worden deze zomer, voorzien van een appreciatie door de minister van Financiën, aangeboden aan uw Kamer.

De ministerraad heeft vandaag ingestemd met het voorstel van de minister van Financiën om een wetsvoorstel voor spoedadvies voor te leggen aan de Raad van State waarin dienstverlening door trustkantoren gericht op Russische geldstromen wordt verboden. In het wetsvoorstel is ook een verbod om doorstroomvennootschappen aan te bieden en om trustdiensten te verlenen met betrokkenheid van derde-hoogrisicolanden op witwasgebied of non-coöperatieve landen op belastinggebied opgenomen. Na verwerking van het spoedadvies wordt het wetsvoorstel ingediend bij uw Kamer.

[1] Kamerstukken II, 2020/21, 32 545, nr. 144.

Tags: ,
14 december 2021

Prof. Unger begrijpt trustkantoren niet | Wwft, Wtt 2018

door Ellen Timmer

In het kader van het rapport door de Commissie Doorstroomvennootschappen (ik schreef er al over) zijn position papers van leden van de commissie openbaar gemaakt. Onder meer werd de paper van prof. dr. Brigitte Unger, een van de hofleveranciers van de overheid als het om witwasbestrijding gaat, gepubliceerd.

Vestigingsland
In haar paper bespreekt zij onder meer de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsland voor rechtspersonen [1], zij schrijft onder meer:

Het is niet de dalende Vpb (die in bijna alle landen daalt), maar de vele mogelijkheden door dubbel belastingscontracten (double tax treatise), special tax rulings, niet vol openbare Ultimate Beneficial Owner registers om belasting te ontwijken en wit te wassen. Slimme grote bedrijven hebben weinig reden om belasting te ontduiken. Ze kunnen makkelijker legaal belasting ontwijken.

Haar laatste twee volzinnen klinken logisch.

Ubo-register
Hoe ze er bij komt dat openbare ubo-registers (“niet vol openbare Ultimate Beneficial Owner registers“) zouden bijdragen aan bestrijding van belastingontwijking en witwassen, is mij overigens een raadsel. Ze legt het ook niet uit. Vermoedelijk is dat gebaseerd op de veronderstelling dat niet-transparante door de overheid of private onbekende partijen gefinancierde not-for-profit organisaties beter dan overheden in staat zijn om misdaad op te sporen [2]. Zulke organisaties worden niet gehinderd door verplichtingen op het gebied van zorgvuldige omgang met persoonsgegevens en andere vertrouwelijke gegevens en de kwaliteit van hun werk wordt niet getoetst, laat staan dat de betrokken personen op integriteit worden gescreend. Datzelfde probleem geldt voor de ‘Leaks’, zoals Panama Papers, waarvan mevrouw Unger zegt dat het een belangrijke bron van informatie zou, terwijl de integriteit en juistheid er van niet kan worden getoetst (bijvoorbeeld: wat is er weg gelaten omdat dit politiek niet uit kwam?).

Trustkantoren
Het lijkt er op dat mevrouw Unger het onderscheid tussen trustkantoren en doelvennootschappen niet kent, in haar paper spreekt ze op diverse plaatsen over trustkantoren, waar ze op doelvennootschappen doelt, zoals in de passages “Nederlandse trustkantoren in ontwikkelingslanden in de mijnbouw” en “Het gaat niet om de afschaffing van trustkantoren, maar om het identificeren van rotte appels – ook wanneer ze legale middelen (belastingontwijking) gebruiken“. Zie voorts paragraaf 13 waar ze een Oekraïner noemt die “in Nederland een trustkantoor heeft“, ook hier is doelvennootschap bedoeld, net als in paragraaf 21 “MNEs financieren zich niet via de bank – maar via trustkantoren“.

In paragraaf 9 over de doorstroomvennootschap maakt Unger het helemaal bont door te veronderstellen dat ‘trustkantoor’ hetzelfde is als een doorstroomvennootschap [3]:

maar wat is dan anders dan bij een trustkantoor? Of anders gevraagd: welke doorstroomvennootschappen zijn g e e n trustkantoren?
En wat zijn de functies van trustkantoren? Doen trustkantoren nog iets anders dan geld te laten doorstromen?

Het is schokkend om te constateren dat deze hoogleraar het juridische concept van de Wtt 2018 niet begrijpt [4].

De economische kwaliteiten van mevrouw Unger kan ik niet beoordelen, maar juridisch is ze niet goed op de hoogte.

 

Noten

[1] Zie bijvoorbeeld de tekst onder het kopje ‘3. Nederland moet ook zijn internationale reputatie beschermen’.
[2] Voor zover mij bekend is daar geen bewijs van. Zie ook haar paragraaf 4 waarin zij zich beroept op Transparency International en Tax Justice Network, organisaties die veronderstellen dat burgeropsporing door private organisaties als zijzelf zou bijdragen aan de misdaadbestrijding. In paragraaf 18 meent ze dat via een transparant ubo-register de georganiseerde misdaad kan worden getraceerd; hoe ze er bij komt dat dit mogelijk is, legt ze niet uit. Ik kan me niet voorstellen dat misdadigers als ubo geregistreerd gaan worden.
[3] Ze gaat er aan voorbij dat een doelvennootschap niet hetzelfde is als een ‘offshore vennootschap’ of een Bijzondere Financiële Instelling (BFI) en ze vergist zich in paragraaf 9 als ze denkt dat BFI alleen spraakgebruik is.
[4] Eveneens onjuist is de veronderstelling in paragraaf 9 onder c. dat de doelvennootschappen die door SEO in 2008 zijn onderzocht uitsluitend buitenlandse aandeelhouders zouden hebben. Onder d. in paragraaf 9 wordt het helemaal bizar. Paragraaf 10 spreekt op rommelige wijze over substance (niet altijd relevant voor doelvennootschappen), belastingontwijking als enige doel (er zijn ook andere redenen voor doelvennootschappen in Nederland) en opnieuw over doelvennootschappen die alleen buitenlandse aandeelhouders zouden hebben.

Tags:
13 december 2021

Vragen over trustkantoren

door Ellen Timmer

Tijdens een overleg van de vaste commissie van Financiën zijn over de trustkantorensector de volgende vragen gesteld:

De leden van de VVD-fractie bedanken de minister voorts  voor het toesturen van de onderzoeksopzet en de planning  van het onderzoek naar de toekomst van de trustsector. Zij  kijken uit naar de bevindingen van het onderzoek.

De leden van de D66-fractie zijn geïnteresseerd in de  uitkomsten van het onderzoek naar de trustsector en  hebben met belangstelling kennisgenomen van de opzet. Deze leden vragen of het beantwoorden van de vraag wat de  meerwaarde van de trustsector in Nederland is zal gebeuren  met het perspectief van brede welvaart.

De leden van de PvdA-fractie danken het kabinet voor het instellen van een onderzoek naar de toekomst van de  trustsector, en kijken met interesse uit naar de bevindingen  die er komende zomer zouden moeten zijn. Zij vragen wat  wordt bedoeld met “de waterbedeffecten”. Is het kabinet  bang dat louche trustactiviteiten zich verplaatsen naar  minder gereguleerde jurisdicties? Zou het niet inherent  wenselijk zijn om dit soort activiteiten niet in dit land te  faciliteren, ongeacht of iemand anders er met de handel  vandoor zou gaan?

 

Het blijft apart dat niemand lijkt te weten dat trustkantoren vrijwel alleen als statutair bestuurder van rechtspersonen optreden, eventueel gecombineerd met domicilieverlening, zodat de rol van het rechtspersonenrecht ook van belang is. Het wordt zorgvuldig geheim gehouden.

Tags:
12 november 2021

Grootschalig onderzoek naar trustkantoren | Wtt 2018

door Ellen Timmer

De Minister van Financiën stuurde op 10 november jl. een brief aan de Tweede Kamer waarin een grootschalig onderzoek naar de sector van de trustkantoren wordt aangekondigd. Deze sector, die hoofdzakelijk zorgt voor statutair bestuurders van rechtspersonen, wordt beschouwd als een hoog risico sector. Aan die veronderstelling ligt geen onderbouwing ten grondslag; incidenten betekenen immers niet dat de hele sector ‘rot’ is. We gaan zien of die onderbouwing te vinden zal zijn in de aangekondigde rapportage.

In het onderzoek dienen de volgende scenario’s te worden bekeken:

Bij deze vraag dienen een aantal toekomstscenario’s te worden geanalyseerd. Het gaat hierbij in ieder geval om de volgende scenario’s:
a) het volledig verbieden van trustdienstverlening in Nederland;
b) het verbieden van specifieke trustdiensten in Nederland;
c) het strikter reguleren van de trustsector in Nederland;
d) de situatie ongewijzigd laten.

Het belangrijkste scenario ontbreekt:

e) Afschaffing van het toezicht op trustkantoren,
[1] nu de aanpak van statutair bestuurders afdoende kan plaats vinden via het reguliere rechtspersonenrecht en via de reguliere fiscale en commune strafrechtelijke regels;
[2] nu het vergunningplichtig maken van het zijn van statutair bestuurder in strijd is met het Nederlandse en Europese recht.

Een gemiste kans!

 

Meer informatie:

 

Tekst van de brief:

Tijdens het commissiedebat over de bestrijding van witwassen met de vaste commissie voor Financiën van 9 september 2021 heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de onderzoeksopzet en de planning van het onderzoek naar de toekomst van de trustsector. Gedurende dit debat zijn er ook een aantal suggesties gedaan voor de onderzoeksopzet, ik heb deze suggesties verwerkt in de onderzoeksopzet.

Tijdens het debat heb ik aangegeven dat het onderzoek onafhankelijk zal worden uitgevoerd door een externe partij die door middel van een aanbestedingstraject wordt geworven. In de offerte-uitvraag heb ik nadrukkelijk opgenomen dat de partij die het onderzoek gaat uitvoeren geen banden mag hebben met de trustsector. In deze brief ga ik in op de onderzoeksopzet die wordt aanbesteed en de planning van de aanbesteding en het onderzoek. Volledigheidshalve wijs ik uw Kamer op de recente berichten naar aanleiding van de Pandora Papers. Het onderzoek zal inzichten bieden die ook relevant zijn bij de opvolging van mogelijke lessen die getrokken worden uit de Pandora Papers.

Onderzoeksopzet
De hoofdvraag die centraal staat in dit onderzoek is of bij trustdienstverlening in Nederland de integriteit voldoende te waarborgen is. Deze vraag zal in breder verband worden onderzocht, waarbij ook zal worden gekeken naar de financieel-economische en de maatschappelijke meerwaarde van deze sector voor Nederland. Bij het onderzoek worden tevens de uitkomsten betrokken van het onderzoek van de Commissie doorstroomvennootschappen. In dat onderzoek is aandacht besteed aan financiële stromen door Nederland en de relatie met witwassen.

Om de centrale vraag goed te kunnen beantwoorden en afwegingen te kunnen maken, moeten de onderzoekers tenminste de volgende vragen beantwoorden.

1. Wat is de aard en omvang van de Nederlandse trustsector?
Hierbij moeten de trustkantoren in Nederland in kaart worden gebracht, welke activiteiten zij verrichten en welke type cliënten zij bedienen.

2. Welke inherente integriteitsrisico’s kent de trustdienstverlening in Nederland en kunnen die voldoende worden beheerst?
De beantwoording van deze vraag dient inzicht te geven in integriteitrisico’s die gepaard gaan met trustdiensten die partijen op dit moment in Nederland aanbieden. Ook moet het uitvoeren van de poortwachtersfunctie door trustkantoren worden geanalyseerd.

3. Wat is de meerwaarde van de trustsector in Nederland?
De beantwoording van deze vraag moet inzicht geven in de rol van trustdiensten in het internationale financiële systeem en de maatschappelijke en de financieel-economische (meer)waarde van de trustsector binnen de Nederlandse economie.

4. Hoe zal de Nederlandse trustsector er in de nabije toekomst uitzien?
Dit deel van het onderzoek draait om de vraag welke legale en illegale trustdiensten in de toekomst naar verwachting zullen afnemen, of toenemen en/of trustkantoren zich wellicht gaan richten op het verlenen van andere type diensten.

5. Wat zijn de voor- en nadelen van (nieuwe) regulering ten opzichte van het geheel of gedeeltelijk verbieden van trustdienstverlening, met het oog op het voorkomen van witwassen?
Bij deze vraag dienen een aantal toekomstscenario’s te worden geanalyseerd. Het gaat hierbij in ieder geval om de volgende scenario’s:

a) het volledig verbieden van trustdienstverlening in Nederland;
b) het verbieden van specifieke trustdiensten in Nederland;
c) het strikter reguleren van de trustsector in Nederland;
d) de situatie ongewijzigd laten.

Deze analyse zal zowel economisch, juridisch als maatschappelijk van aard zijn. Ook moeten de waterbedeffecten worden ingeschat bij de verschillende scenario’s.

Planning
Het aanbestedingstraject is gestart. Er is een aantal onderzoeksbureaus benaderd. Bij een geslaagde aanbesteding zal het geselecteerde onderzoeksbureau naar verwachting eind november starten met het onderzoek. Het onderzoek moet voor de zomer van 2022 worden opgeleverd.

Tags:
23 augustus 2021

Afschaffing van trustkantoren -2-

door Ellen Timmer

Het eerdere artikel is aangevuld naar aanleiding van het bericht in het FD, Hoekstra onderzoekt verbod op trustkantoren vanwege misstanden, een fraai staaltje van politieke journalistiek.

Tags:
28 juli 2021

Afschaffing van trustkantoren

door Ellen Timmer

Op 8 juli stuurde de minister van financiën een brief (ook hier) aan de Tweede Kamer waarin de afschaffing van trustkantoren wordt aangekondigd. Aanleiding is het rapport van SEO Economisch Onderzoek (ook hier) over illegale trustdienstverlening.

Over de toekomst van de sector schrijft de minister:

Het onderzoek naar illegale trustkantoren laat zien dat bij een eerste inventarisatie er een substantieel aantal partijen is dat zich aan de wetgeving voor trustkantoren onttrekt. Die wetgeving beoogt de hoge integriteitsrisico’s bij het verlenen van trustdiensten te mitigeren. Het is voor mij van wezenlijk belang dat trustkantoren integer handelen en hun rol als poortwachter adequaat vervullen. De problemen uit het verleden, de ervaringen van DNB in het toezicht op vergunninghoudende trustkantoren en in haar handhavend optreden tegen illegale trustdienstverlening en het beeld dat een mogelijk flink deel van de illegale trustdienstverleners zich onttrekt aan regelgeving en toezicht, roepen bij mij de vraag op of bij trustdienstverlening de integriteit wel voldoende te waarborgen is. Ik wil deze vraag in breder verband laten onderzoeken en zal daarbij ook de economische voor- en nadelen van het verbieden van deze dienstverlening betrekken. Daarbij zal ik ook de uitkomsten betrekken van het onderzoek van de Commissie doorstroomvennootschappen die uw Kamer naar verwachting na het zomerreces ontvangt. Een besluit hierover is, op basis van de uitkomsten van het onderzoek, aan een volgend kabinet.

 

Zoals ik al eerder schreef, is het standpunt van financiën hoogst merkwaardig, nu trustkantoren iets heel gewoons doen, nl. statutair bestuurder zijn en domicilie aan de bestuurde vennootschappen verlenen. De vergunningplicht van Wtt 2018 acht ik dan ook onrechtmatig.

Logischer is om de vergunningplicht voor statutair bestuurders af te schaffen en daarmee een einde te maken aan de illegale trustkantorenwetgeving

 


Aanvulling 23 augustus 2021

Het is interessant om te zien hoe het FD bezig is met een campagne om trustkantoren af te schaffen. Het geeft aan hoe journalisten politieke invloed uitoefenen, zonder daar over transparant te zijn.

Dit wordt geïllustreerd door het artikel van 22 augustus jl. in het FD, waarin het FD schrijft over de hierboven genoemde brief van de minister van financiën: “De brief en het onderzoek zijn tot nu toe nauwelijks in de publiciteit geweest“, wat voor de krant reden is om er anderhalve maand later aandacht aan te besteden en de politieke boodschap nog een keer helder te brengen. De journalisten worden niet gehinderd door kennis van zaken, maar dat is ook niet nodig voor politieke propaganda.

Tags:
30 oktober 2020

Wijziging Wtt 2018 geïntegreerd in wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen

door Ellen Timmer

Dit voorjaar is een consultatie gehouden over wijziging van de Wet toezicht trustkantoren 2018 (lees mijn eerdere bericht). Uit een bericht op de consultatiesite blijkt dat het geconsulteerde wetsvoorstel in het wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen is gevoegd. Voor het consultatieverslag wordt verwezen naar een document waarin verslag wordt gedaan van beide consultaties. Over de Wtt 2018 staat in dat verslag het volgende vermeld:

7. Aanvullende maatregelen trustsector

De nieuwe definitie van doorstroomvennootschap heeft tot veel vragen geleid en is daarom aangepast. Er is voor gekozen om de elementen “economische activiteit” en “wettelijke verplichting” uit de definitie te halen omdat deze elementen voor verwarring leken te zorgen. Het is immers niet de bedoeling meer of andere dienstverlening te verbieden dan op dit moment vergunningplichtig is.

Verschillende partijen hebben tot slot opgemerkt dat een overgangstermijn wenselijk is, dit verzoek is opgevolgd en ingeregeld. Voorts heeft een aantal partijen opgemerkt bij het verbod op dienstverlening waarbij landen betrokken zijn die op de lijst van derde-hoogrisicolanden staan of op de lijst van non-coöperatieve landen op belastinggebied, dat de dienstverlening als gevolg nu de illegaliteit in zou kunnen verdwijnen. Dit blijft altijd een risico. Dit zal echter goed gemonitord worden en indien er signalen zijn dat deze dienstverlening massaal in de illegaliteit wordt voortgezet dan zullen de nodige maatregelen worden getroffen. Dit argument is echter geen reden om het verbod te schrappen.

Tot slot hebben verschillende partijen opgemerkt dat een overgangstermijn wenselijk is, dit verzoek is opgevolgd en ingeregeld in artikel V van dit wetsvoorstel.

18 augustus 2020

Trustkantoor met vaste notaris | uitspraak rechtbank Rotterdam 30 juli 2020

door Ellen Timmer

Op 30 juli jl. deed de rechtbank Rotterdam uitspraak inzake een trustkantoor dat bezwaar maakte tegen intrekking van de vergunning.

Bezwaar tegen intrekking was logischerwijs heilloos omdat het kantoor te maken kreeg met een FIOD-inval, haar fiscale verplichtingen niet nakwam en geen of of onvoldoende medewerking aan de Belastingdienst verleende. Voorts waren een aantal formele verplichtingen uit de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) niet nageleefd (*1). Dat de beschuldigingen voldoende zijn onderbouwd door DNB, is genoeg voor intrekking.

Het lijkt er op dat de fiscale troebelen het trustkantoor zelf betreffen en niet door het trustkantoor bestuurde rechtspersonen (doelvennootschappen).

Bijzondere rol notaris
De uitspraak is opmerkelijk vanwege de daarin beschreven rol van een notaris: in paragraaf 1.1 staat dat de Wtt-vergunning mede is verleend

op basis van de verklaring van [naam] dat hij nauw samenwerkt met zijn vaste notaris, die [eiseres 1] zal ondersteunen bij de identificatie en verificatie van cliënten en de ‘ultimate beneficial owners’

Ik vraag me af of de regelgeving voor notarissen wel een dergelijke nauwe verbondenheid met een trustkantoor toetstaat. En het is vreemd dat een Wtt-vergunning gebaseerd zou mogen worden op een zakelijke relatie met een notaris.

Het samenwerken met een verkeerde notaris, wordt door DNB als afzonderlijk gebrek verweten, aldus paragraaf 5.3 sub 8) van de uitspraak. Waarom een dergelijke samenwerking in strijd is met de Wtt en/of de Rib, is mij een raadsel. Mij lijkt dat het niet correct identificeren/verifiëren en niet-naleving van andere op de Wtt gebaseerde gebaseerde verplichtingen klachtwaardig zijn, respectievelijk reden kunnen zijn voor intrekking van een vergunning. De keuze van een ‘foute’ leverancier lijkt me meer een omstandigheid te zijn die wijst op niet naleving van Wtt-verplichtingen.

 

(*1) SIRA en procedurehandboek voldeden niet aan de eisen, compliancefunctie voldeed niet aan de eisen, auditfunctie was niet ingevuld, “Onvoldoende is gewaarborgd dat adequaat voortdurend cliëntonderzoek en adequate transactiemonitoring plaatsvindt” (niet duidelijk is waarom niet) en wijzigingen in antecedenten waren niet (tijdig) gemeld.

(*2) De notaris is later geschorst, zie laatste alinea paragraaf 2.1.1. en paragraaf 5.3 sub 8).

 


Aanvulling 4 september 2020
Dat een strafrechtelijke veroordeling niet hoeft te worden afgewacht volgt ook uit de uitspraak van Rechtbank Rotterdam van 19 mei 2004, die pas op 9 juli jl. werd gepubliceerd.

Tags:
24 juli 2020

Trustbazen

door Ellen Timmer

Een nieuw dieptepunt in de journalistiek is het artikel Nederlandse trustbazen en notarissen waren cruciaal in Braziliaans bedrog, geschreven door Jeroen Wester voor het NRC. Tegen dergelijke journalistieke marketing kunnen nette mensen niet op. Met ongenuanceerde teksten als “Trustkantoren weten hoe je de geursporen van geld uitwist“. Net alsof alle trustkantoren criminelen zijn.

Er wordt geschreven [*] dat het vermeende criminele gebeuren mogelijk zou zijn door de rol van notarissen, die het criminele gebeuren – zo wordt gesuggereerd – hadden moeten ontdekken en melden aan FIU-Nederland. Enige onderbouwing daarvan ontbreekt, zodat de notarissen ten onrechte prominent in de kop van het artikel staan.

Het is te hopen dat de feiten in het verhaal over het criminele circuit en de betrokkenheid van de mensen van trustkantoren kloppen, want ook journalisten maken fouten. En de bron, ICIJ, is niet brandschoon.

Het is een lekker vet verhaal. Dus de auteur kan tevreden zijn.

 

Ter zijde: onderzoeksjournalistiek is een lucratieve business, waarbij het belangrijk is om in beeld te blijven. Vandaar dat de schandalen elkaar gedoseerd opvolgen.

 

[*] Er staat:

Mede mogelijk door notarissen
De steekpenningenadministratie van Odebrecht reikt in Nederland verder dan alleen de trustkantoren en de stromannen. Nederlandse notarissen spelen een belangrijke rol bij het mogelijk maken van het smeergeldsysteem. Notarissen dienen als poortwachters om de samenleving te beschermen tegen witwaspraktijken en na te gaan wie hun cliënten zijn en wat de herkomst van gelden is. Ongebruikelijke transacties moeten zij melden.

Meer staat er niet over de notarissen. Tja, de journalist weet niet af van de Wtt 2018 en de Wwft die gelden voor de door hem beschreven trustkantoren.

Tags: ,
6 juli 2020

Trustkantoren in de witwasbestrijdingsplannen

door Ellen Timmer

Trustkantoren worden genoemd in de nieuwste criminaliteitsbestrijdingsupdate van de Ministeries van Financiën en Veiligheid. Aanvullende regels zullen worden opgenomen in het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen, waarvan is voorzien dat het na de zomer voor advies aan de Raad van State wordt aangeboden.

Voorts wordt melding gemaakt van maatregelen op fiscaal gebied, naast maatregelen in de sfeer van de Wtt 2018:

Voorts zijn ten aanzien van het verder terugdringen van witwaspraktijken via constructies bij trustkantoren en offshore vennootschappen, (aanvullende) maatregelen aangekondigd in de eerste voortgangsrapportage van het plan van aanpak witwassen. De aanvullende wettelijke maatregelen worden meegenomen in het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen. Het onderzoek naar illegale trustdiensten is aanbesteed en zal eind 2020 worden afgerond. Daarnaast loopt in het FEC een project waarin een Compliance Model Trust wordt ontwikkeld voor een integraal beeld van de sector, om te komen tot de best mogelijke interventiestrategie. Ook heeft het thema offshores verhoogde aandacht binnen het AMLC. Fiscale maatregelen om belastingontwijking tegen te gaan versterken de aanpak van deze risico’s. Over de effecten van deze maatregelen is uw Kamer bij brief van 29 mei jl. geïnformeerd. Een belangrijke nieuwe maatregel die is aangekondigd op dit gebied is de conditionele bronheffing op dividenden vanaf 2024. Deze maatregel is aanvullend op de bronbelasting op rente en royalty’s vanaf 2021, en gaat gelden voor geldstromen naar landen met een winstbelastingtarief van minder dan 9% en landen die op de Europese lijst staan, ook als Nederland met deze landen een belastingverdrag heeft.

 

Bron: Wwft-brief van de Ministers van Financiën en Veiligheid van 3 juli 2020: document site Tweede Kamer.

Tags: , , ,
%d bloggers liken dit: