Posts tagged ‘Siem Eikelenboom’

22 mei 2017

Grootbanken ontwikkelen zich tot de nieuwe wetgever en toezichthouder bij trustkantoren

door Ellen Timmer

Een ontwikkeling die al enige tijd gaande is, is dat banken in het kader van hun nationale en internationale naleefverplichtingen bepaalde groepen personen en organisaties van hun dienstverlening uitsluiten.

Daartoe behoren onder meer trustkantoren, ondernemingen met een vergunning van De Nederlandsche Bank (DNB) op grond van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt), die de zgn. ‘doelvennootschappen’ beheren. Er zijn in Nederland nog maar weinig banken waar trustkantoren voor zichzelf en hun doelvennootschappen rekeningen kunnen afsluiten. De banken die trustkantoren wel accepteren stellen hoge eisen en sturen hoge rekeningen voor hun dienstverlening.

Beïnvloeding bedrijfsvoering

Uit een bericht in het FD van vandaag kan worden opgemaakt dat banken nog verder gaan, aangezien bepaalde banken de bedrijfsvoering van trustkantoren willen sturen via extra regels die zij opleggen.

Blijkens het artikel heeft ING met een groep trustkantoren een raamovereenkomst gesloten, waarin deze bank aan die trustkantoren voorschrijft hoe zij invulling moeten geven aan hun naleefverplichtingen op grond van onder meer Wtt en de fiscale regelgeving.

Een andere grootbank, ABN Amro, eist volgens het artikel dat trustkantoren zich niet meer met belastingontwijking (wat iets anders is dan belastingfraude!) mogen bezig houden. Deze bank wil het fiscale beleid van trustkantoren toetsen. En overigens: het begrip ‘belastingontwijking’ is een niet gedefinieerd begrip; wat het inhoudt weet niemand (de beste stuurlui staan op wal).

Ook de Rabobank wil trustkantoren op een andere manier gaan beoordelen.

Toekomst

Deze ontwikkeling biedt perspectief voor de toekomst. Daarbij denk ik aan het volgende.

Als de banken een intensieve controle gaan uitvoeren op de door hen bediende trustkantoren en hun doelvennootschappen, bespaart dit werk voor DNB en kan DNB de jaarlijkse rekening aan trustkantoren aanzienlijk verlagen. Wellicht kunnen de banken ook taken van de belastingdienst overnemen en kan de door trustkantoren en hun doelvennootschappen betaalde belasting omlaag.

Het lijkt er op dat zo een belangrijke nieuwe stap wordt gezet bij privatisering van overheidstaken.

NB Overigens ontbreekt een forum voor discussie over de juistheid van de naleefkundige voorschriften die banken aan trustkantoren opleggen.

Meer informatie:

  • Banken scherpen beleid trustkantoren aan, Gaby de Groot en Siem Eikelenboom, FD 22 mei 2017
  • In dezelfde editie van het FD staat een artikel ING te scheutig met klantgegevens, waarin wordt gemeld dat deze bank in België is veroordeeld wegens ten onrechte verstrekken van klantgegevens aan de Belgische pendant van FIU-Nederland. Het naleven kan dus ook te ver gaan.

Dit bericht staat ook op mijn algemene weblog.

3 juli 2015

DNB verzoekt om ingrijpende herziening Wet toezicht trustkantoren

door Ellen Timmer

In een brief van 25 juni jl. aan de minister van financiën laat De Nederlandsche Bank weten dat ingrijpende herziening van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) wordt gewenst. In het onderstaande bespreek ik de belangrijkste punten die DNB aan de orde stelt.

  • DNB schrijft in de brief dat er geen breed geïnstitutionaliseerde integriteitsstandaard bij trustkantoren zou zijn; ik zou menen dat dit één van de onderwerpen is waarmee brancheorganisatie Holland Quaestor druk bezig is. Nu Rome ook niet in één dag kon worden gebouwd, is de vraag of de mededeling van DNB als kritiek op de brancheorganisatie moet worden opgevat. Maar over de initiatieven in de sector spreekt DNB in het geheel niet.
  • DNB laat weten dat er voortbouwend op de per 1 januari 2015 gewijzigde Regeling integere bedrijfsvoering Wtt (Rib Wtt) wijziging van de Wtt nodig is. DNB schrijft “De invoering van de Rib Wtt heeft in de praktijk niet geleid tot voortgaande structurele verbeteringen in het gewenste tempo“. Bijzonder: de Rib Wtt is op 1 januari 2015 ingevoerd en nu al denkt DNB dat het niet hard genoeg gaat.
  • In de brief komt impliciet de gedachte van DNB terug dat het cliëntenonderzoek onder de Wtt minder ver zou gaan dan onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), mij lijkt die gedachte onjuist. Maar misschien gaat het DNB in de bewuste passage meer om aansluiting in de sfeer van de organisatorische eisen bij de Wet op het financieel toezicht (Wft). Ten slotte wordt door DNB verwezen naar voorbeelden in artikelen 3:10 en 3:17 Wft. Als ik zie dat DNB spreekt over mitigeren van integriteitsrisico’s, dan lijkt me dat wijziging van de Wtt niet nodig is om dat te bereiken. Dus de vraag is waarom DNB over dit soort wijzigingen spreekt, is het meer gericht op de beeldvorming?
  • DNB laat weten dat het een norm voor twee dagelijks beleidsbepalers wenst, naar model van artikel 3:15 Wft. Voorts meent DNB nu dat (deels) uitbesteden van compliance aan externe partijen een belemmering zou vormen voor internalisering van integriteit binnen een trustkantoor. Het lijkt er op dat DNB van mening is dat kleine(re) trustkantoren niet goed zouden kunnen functioneren. DNB schrijft: “DNB stelt daarom voor om verdere internalisering van integriteit binnen een trustkantoor voortaan te laten geschieden via een geïntegreerde compliancefunctie, hetgeen ook bijdraagt aan de professionalisering van de sector“. Al eerder signaleerde ik dat DNB kennelijk van de veronderstelling uitgaat dat kleine trustkantoren hun werk minder goed doen dan grote. DNB geeft geen toelichting op deze wens. De vraag is of de aard van de activiteiten van trustkantoren (toch vooral het besturen van rechtspersonen) wel geschikt is voor grote organisaties. Het karakter van de bedrijfsactiviteiten van een trustkantoor is tenslotte geheel anders dan van bijvoorbeeld banken of verzekeringsmaatschappijen. Het zou fijn zijn als DNB dit punt van een inhoudelijke onderbouwing zou kunnen voorzien, bijvoorbeeld door middel van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek over management en organisatie van dienstverlenende ondernemingen. Mijn persoonlijke indruk is namelijk dat ‘big’ lang niet altijd ‘beautiful’ is.
  • DNB meent dat in sommige structuren het trustkantoor op te grote afstand staat om haar taken in de sfeer van integriteit goed te vervullen. DNB wil hier over met het ministerie in overleg treden; uit de brief wordt niet duidelijk met welk doel.
  • Opnieuw wordt door DNB om meer bevoegdheden in de sfeer van handhaving gevraagd, zoals verruiming van de mogelijkheden om boetes te publiceren en intrekking van de vergunning. (Dat laatste kan toch al?) Bij de publicatiewens teken ik aan dat naming & shaming zonder rechterlijk toezicht een zeer gevaarlijke activiteit is, zoals door de gang van zaken bij de AFM wordt geïllustreerd. Als de AFM op een later tijdstip laat weten door de rechter tot de orde te zijn geroepen, is het kwaad voor de belanghebbende al geschied. Ik ben van mening dat de beslissing tot het openbaar maken van boetebesluiten bij de rechter thuis hoort, aangezien het een strafkarakter heeft.

De minister van financiën schrijft naar aanleiding van de wetgevingswensen van DNB:

Trustsector
Ik onderschrijf het belang van goede regelgeving voor de trustsector, en zal daartoe in overleg met DNB inventariseren waar de bestaande trustregelgeving aanpassing behoeft.

Het bovenstaande illustreert dat de trustkantorensector nog de nodige veranderingen kan verwachten.

Meer informatie:

Aanvulling 10 juli 2015

Vandaag verscheen in het FD een artikel van Siem Eikelenboom en Gaby de Groot over de wetgevingswensen van DNB. Lees ook de reacties onder het artikel. Van dezelfde auteurs verscheen het artikel ‘DNB en trustkantoren, een moeizame relatie‘. Het derde artikel, van dezelfde auteurs plus Vasco van der Boon, gaat over het afnemen door DNB van de trustvergunning van Intercity Corporate Management (ICM).