Op 8 juli stuurde de minister van financiën een brief (ook hier) aan de Tweede Kamer waarin de afschaffing van trustkantoren wordt aangekondigd. Aanleiding is het rapport van SEO Economisch Onderzoek (ook hier) over illegale trustdienstverlening.
Over de toekomst van de sector schrijft de minister:
Het onderzoek naar illegale trustkantoren laat zien dat bij een eerste inventarisatie er een substantieel aantal partijen is dat zich aan de wetgeving voor trustkantoren onttrekt. Die wetgeving beoogt de hoge integriteitsrisico’s bij het verlenen van trustdiensten te mitigeren. Het is voor mij van wezenlijk belang dat trustkantoren integer handelen en hun rol als poortwachter adequaat vervullen. De problemen uit het verleden, de ervaringen van DNB in het toezicht op vergunninghoudende trustkantoren en in haar handhavend optreden tegen illegale trustdienstverlening en het beeld dat een mogelijk flink deel van de illegale trustdienstverleners zich onttrekt aan regelgeving en toezicht, roepen bij mij de vraag op of bij trustdienstverlening de integriteit wel voldoende te waarborgen is. Ik wil deze vraag in breder verband laten onderzoeken en zal daarbij ook de economische voor- en nadelen van het verbieden van deze dienstverlening betrekken. Daarbij zal ik ook de uitkomsten betrekken van het onderzoek van de Commissie doorstroomvennootschappen die uw Kamer naar verwachting na het zomerreces ontvangt. Een besluit hierover is, op basis van de uitkomsten van het onderzoek, aan een volgend kabinet.
Zoals ik al eerder schreef, is het standpunt van financiën hoogst merkwaardig, nu trustkantoren iets heel gewoons doen, nl. statutair bestuurder zijn en domicilie aan de bestuurde vennootschappen verlenen. De vergunningplicht van Wtt 2018 acht ik dan ook onrechtmatig.
Logischer is om de vergunningplicht voor statutair bestuurders af te schaffen en daarmee een einde te maken aan de illegale trustkantorenwetgeving
Aanvulling 23 augustus 2021
Het is interessant om te zien hoe het FD bezig is met een campagne om trustkantoren af te schaffen. Het geeft aan hoe journalisten politieke invloed uitoefenen, zonder daar over transparant te zijn.
Dit wordt geïllustreerd door het artikel van 22 augustus jl. in het FD, waarin het FD schrijft over de hierboven genoemde brief van de minister van financiën: “De brief en het onderzoek zijn tot nu toe nauwelijks in de publiciteit geweest“, wat voor de krant reden is om er anderhalve maand later aandacht aan te besteden en de politieke boodschap nog een keer helder te brengen. De journalisten worden niet gehinderd door kennis van zaken, maar dat is ook niet nodig voor politieke propaganda.