Op 21 augustus jl. heeft de Nederlandse PANA commissie een brief gestuurd aan de tweede kamer. De brief gaat over de berichten over vermeende meineed door één van de gehoorde personen, de heer Poelen, verbonden aan het fiscaal advies- en trustkantoor Infintax. De commissie schrijft:
De commissie heeft deze zaak serieus geanalyseerd en advies ingewonnen bij de parlementair advocaat.
maar trekt in de brief geen conclusies, anders dan:
Een afschrift van deze brief wordt aan het Openbaar Ministerie verzonden.
Verder gebruikt de commissie de brief als mogelijkheid om nogmaals een politiek statement over de sector van de trustkantoren te maken:
De commissie beschreef in haar verslag «Papieren werkelijkheid» (Kamerstuk 34 566, nr. 3) dat door betrokkenen bij fiscale constructies het zicht op de werkelijkheid wordt vertroebeld, waardoor het voor toezichthouders en de fiscus moeilijk is belastingontduiking- en ontwijking tegen te gaan. Bepaalde trustkantoren houden zich onvoldoende aan de wet, waardoor malversaties kunnen voortbestaan. Het toezicht op de sector is onvoldoende effectief, zelfregulering functioneert thans niet en van een eigenstandige moraal ten aanzien van de geest van de wet en de daarbij behorende fiscale verplichtingen lijkt in de sector geen sprake.
De commissie heeft tijdens de verhoren de indruk gekregen dat de genoemde partijen in het algemeen niet zelf bereid zijn nadere invulling aan het handelen naar de geest van de wet te geven. De wetgeving lijkt voor betrokkenen bij het opzetten van constructies vaak maatgevend te zijn voor de moraal die zij in acht nemen.