Op 16 november jl. heeft de Rechtbank Den Haag uitspraken gedaan inzake twee personen die de Wtt overtraden door als trustkantoor te handelen zonder vergunning. Betrokkenen gaven feitelijk leiding aan limiteds die handelden in strijd met de Wtt. De verdachten worden vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie.
De inhoudsindicatie in de twee zaken luidt als volgt:
Overtreding verbodsbepaling Wet toezicht trustkantoren (Wtt). Vrijspraak deelname criminele organisatie.
A ltd heeft, als onderdeel van de X Group, werkzaamheden verricht, gericht op het verlenen van trustdiensten door B ltd, een trustkantoor met een zetel in een niet-aangewezen staat dat niet beschikt over een vergunning van DNB. Hiermee heeft A ltd vanaf 1 juli 2012 de verbodsbepaling van artikel 2, derde lid van de Wtt overtreden. De verdachte heeft samen met een ander feitelijke leiding gegeven aan deze strafbare gedragingen van A ltd. De rechtbank kan niet vaststellen dat A ltd, B ltd en andere rechtspersonen behorende bij de X Group, in Den Haag/Nederland als trustkantoor werkzaam zijn geweest.
De verdachte wordt vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie, omdat niet bewezen kan worden verklaard dat bij de verdachte het oogmerk bestond op het medeplegen van of het medeplichtig zijn aan het plegen van misdrijven door de klanten van de organisatie.
Verwerping verweer dat toepassing van artikel 2, derde lid, Wtt een schending oplevert van het vrije verkeer van diensten zoals dat op grond van het EU-werkingsverdrag is gewaarborgd binnen de EU. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een gerechtvaardigde beperking van het vrije verkeer van diensten binnen de Europese gemeenschap, nu deze beperking zijn rechtvaardiging vindt in het algemene belang, zoals dat is verwoord in de memorie van toelichting bij de Wijzigingswet financiële markten.
Vaststelling overschrijding redelijke termijn, geen gevolgen voor de strafmaat.
Taakstraf van 180 uren.
Geef een reactie