Belastingontduiking niet altijd motief voor verplaatsing van vermogen naar het buitenland

door Ellen Timmer

Kamerlid mevrouw Leijten, bekend van de Nederlandse PANA commissie, stelt regelmatig vragen over trustkantoren, zo ook weer onlangs. Alleen gingen die vragen niet over Nederlandse trustkantoren of de door hen beheerde doelvennootschappen. Naar aanleiding van de vragen merkt de minister van financiën op dat bij verplaatsing van vermogen naar het buitenland niet altijd sprake is van ontgaan van belastingen als motivatie:

De ervaring die is opgedaan tijdens onderzoeken naar situaties waarbij vermogen is verplaatst naar het buitenland leert dat niet in alle gevallen sprake is van het ontgaan van belastingen. Redenen die door belastingplichtigen worden genoemd voor het plaatsen van vermogen in het buitenland zijn onder meer:

– het bundelen van (familie)vermogen;
– het voorkomen van versnippering van (familie)vermogen in geval van bijvoorbeeld overlijden, echtscheiding of conflicten;
– het gebruik van een trust (niet zijnde een trustkantoor) als alternatief voor een testament, om (erf)opvolging van internationaal georiënteerde families te regelen;
– het versterken van de zeggenschap van personen in een bedrijf;
– het voorkomen dat familievermogen onnodig wordt uitgeven terwijl dit geld bijvoorbeeld nodig is voor investeringen in een bedrijf;
– het voorkomen dat kinderen bekend raken met hun rijkdom;
– het voorkomen dat derden (bijvoorbeeld media, criminelen) bekend raken met de vermogenspositie van bepaalde personen;
– het veiligstellen van vermogen in conflictgebieden;
– het veiligstellen van vermogen uit vrees voor nationalisatie van privéeigendom.

De achtergrond is verschillend van aard: de eerste drie hiervoor genoemde redenen houden verband met het erfrecht. Hiervoor wordt vaak gebruik gemaakt van de rechtsfiguur trust of een daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtsfiguur omdat het Nederlandse recht geen volwaardig alternatief hiervoor kent. Bij een trust wordt vermogen afgezonderd en wordt de trustee de eigenaar van het afgezonderde vermogen terwijl dit vermogen geen deel uitmaakt van zijn eigen vermogen en dus bijvoorbeeld niet vatbaar is voor het verhaal van schuldeisers van de trustee. De Nederlandse rechtsvorm die de trust het dichtst benadert, is de stichting. Echter, een Nederlandse stichting mag in tegenstelling tot de trust geen uitkeringen doen. Het uitkeringsverbod vormt een wezenlijke belemmering om de stichting te gebruiken als alternatief voor de trust. Bij gebruik van een trust, of een daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtsfiguur, hoeft geen sprake te zijn van ontgaan van belasting. De Nederlandse belastingwetgeving kent specifieke bepalingen omtrent dergelijke rechtsfiguren. Die bepalingen zijn ook van belang in het kader van het toezicht door de Belastingdienst.
Redenen als het voorkomen dat kinderen bekend raken met hun rijkdom of het vermogen uitgeven hebben een ander karakter. In dergelijke gevallen is het ook mogelijk om dit binnen een Nederlands context te realiseren. Wel is het zo dat betrokkenen vrij zijn om hierin hun eigen keuzes te maken.
De laatste twee genoemde redenen, het veiligstellen van vermogen in conflictgebieden of het veiligstellen van vermogen uit vrees voor nationalisatie zullen zich niet snel voordoen in een geheel Nederlandse context.

Meer informatie: antwoord op kamervragen 20 november 2017

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: