Het Openbaar Ministerie moet zich aan de principes van fair play houden, ook als het trustkantoren betreft, zo blijkt uit een artikel van twee strafrechtadvocaten, Boezelman en De Boer.
Uit de uitspraak:
Onder deze gegeven omstandigheden is het hof van oordeel dat door het instellen van strafvervolging en daarbij tot inbeslagname van de DVD met e-mails over te gaan, het Openbaar Ministerie een aan hem toekomende strafrechtelijke bevoegdheid heeft gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze is gegeven. Het Openbaar Ministerie heeft daarmee het beginsel van zuiverheid van oogmerk, oftewel het verbod van détournement de pouvoir, met voeten getreden. Het hof rekent het Openbaar Ministerie het in ernstige mate aan dat hierdoor de rechtsbeschermingsmogelijkheden, die de wetgever met ingang van 1 juli 2011 in de AWR aan de verdachte heeft willen bieden om zijn weigering in bezwaar door de inspecteur en in (hoger) beroep door de belastingrechter te laten toetsen, volstrekt illusoir zijn geworden.
Naar het oordeel van het hof is in het onderhavige geval derhalve sprake van een uitzonderlijke situatie waarin het instellen van strafvervolging onverenigbaar is met de beginselen van een goede procesorde, nu het Openbaar Ministerie het verbod van détournement de pouvoir heeft overtreden. Mitsdien zal het hof, onder vernietiging van het bestreden vonnis, de sanctie van niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de strafvervolging uitspreken.
Geef een reactie